Originele details en duurzaamheid: die gaan hand en hand in ‘De Tinfabriek’ in Naarden. De voormalige tinsmelterij uit 1956 ging de afgelopen anderhalf jaar op de schop voor een grondige renovatie en een verduurzaming, met BREEAM-NL In-Use Excellent als resultaat. De smeltketels in de vier hallen zijn nu vervangen door Volvo’s en zzp’ers kunnen vanaf volgende maand werken in ‘MEETTIN’, het bijgebouw van de fabriek.
Het is behaaglijk warm aan de voet van de bakstenen schoorsteen van De Tinfabriek. Een warmtepomp zorgt voor de vloerverwarming, het HR++-glas helpt ook mee. En als het echt koud is, draaien nivolairs aan het plafond van de hallen, tussen de led-verlichting. Willem Jan van der Burg is de eigenaar van De Tinfabriek, een naam die hij aan het complex gaf. De ondernemer kocht de gebouwen twee jaar geleden, samen met zijn vrouw, omdat zijn autobedrijf, Volvo Buitenweg, aan de overkant van de straat uit zijn jasje groeide. “De Tinfabriek is een origineel en uniek industrieel gebouw en anders dan de gemiddelde ‘glazen doos’ van een autodealer”, verklaart Van der Burg zijn aankoop. De buitengevels zijn gerenoveerd, aanbouwen en tussenwandjes gingen plat en in de hallen volgde een grote schoonmaak. “De vloeren, spanten en plafonds waren pikzwart. Het duurde een paar maanden voor het schoon was.” Daarna konden de aannemer en technici aan de slag. “Een bouwbegeleider was van A tot Z betrokken en ‘knoopte alle touwtjes aan elkaar’.”
Duurzaamheid zit in de vezels van de fabriek
In het fabriekscomplex ‘struikel’ je over de duurzame snufjes. Naast de warmtepompen, het HR-glas en de led-verlichting winnen zonnepanelen bovenop de hallen en op het dak van de tussenhal een derde van de gebruikte energie terug. Daarnaast zijn er ventilatieterugwinsystemen in het complex en zit er in elk gebouw een luchtwarmtepomp. De gasketel is verdwenen in MEETTIN, in de hallen zit die er nog in. “Dat is alleen voor de nivolairs, want de hallen zijn groot en daar moet het natuurlijk wel aangenaam blijven. Het jaarverbruik is overigens maar tien tot vijftien procent.” Alle milieuvriendelijke toevoegingen zijn vooral een praktische keuze geweest, geeft Van der Burg toe. “Als we het niet op deze manier hadden aangepakt, waren we zoveel geld kwijt geweest aan verwarming. En nu konden we er ook nog subsidie voor krijgen.” Voor die subsidie moest de Tinfabriek de BREEAM-NL In-Use-certificering door. Door de gasinstallatie in de hallen leverde dat niet de 84 punten voor ‘Outstanding’ op, maar de 70 punten voor ‘Excellent’. “Wij zitten tussen beide in, met 76 punten.”
Subsidie maakte een milieuvriendelijke fabriek aantrekkelijker
Met het BREEAM-certificaat op zak maakte Van der Burg aanspraak op subsidie van de Rijksoverheid, maar ook van de gemeente Naarden en de provincie Noord-Holland. “Dat maakte het verduurzamen van De Tinfabriek natuurlijk wel wat aantrekkelijker”, erkent de ondernemer. “De gemeente en provincie gaven subsidie voor de warmtepompen, het HR++-glas en de gevelrenovatie. Daarnaast kregen we een geldbedrag voor het groen dat groeit in de gevel van het bijgebouw. Want de gemeente vindt het belangrijk dat het industrieterrein wordt verfraaid.” Nu Van der Burg zo’n twee weken met zijn bedrijf in zijn Tinfabriek zit, kijkt hij uit naar zijn volgende doel. “Mijn vrouw en ik willen de fabriek graag met anderen delen. Het gebouw leent zich ervoor en er komen dan allerlei mensen over de vloer. Daarbij neemt het showroombezoek af, wat een extra reden is.” MEETTIN is zo’n voorbeeld van kruisbestuiving, zegt Van der Burg. “Het complex was groot en we hadden niet alle ruimte nodig. Zo ontstond MEETTIN met kantoorunits en een koffiebar met flexplekken.”
Tekst: Robbert-Jan Plaizier