Adviesbureaus helpen gemeenten met verduurzaming kantoren
- Duurzame Overheden
- Gezonde Gebouwen
- Artikel
Vanaf 2023 moeten bestaande kantoren minimaal over energielabel C beschikken en in 2050 ligt dat niveau op energieneutraal. Met behulp van big data in hun tool Upgreen bieden adviesbureaus DGMR en abcnova gemeenten een helpende hand.
Frank Jakobs (DGMR) en Sjoerd Groen (abcnova) komen elkaar binnen bouwprojecten regelmatig tegen. Ze droegen samen bij aan de renovaties van het gemeentehuis van Woerden en het kantoor van de RDW (Dienst Wegverkeer) in Veendam.
“De vraag bij beide projecten was een energielabelsprong naar label A. Daarnaast was de eis om de kostenneutraal te doen. En dat lukte in beide gevallen”, vertelt Jakobs. Ze merkten in beide gevallen echter dat een rendabele labelsprong niet mogelijk was, door alleen naar energiebesparing te kijken. “Daarom stelden we ons de vraag”, zegt Groen, “hoe krijgen we gemeenten zo ver om niet alleen te renoveren naar het verplichte energielabel C, maar door te gaan naar BENG-niveau? Dat niveau is in 2021 verplicht voor nieuwbouw.”
Openbare data van gemeentelijke kantoorgebouwen
Bij gebrek aan voldoende gedegen studies besloten de heren zelf op onderzoek uit te gaan. “Veel data van gemeenten zijn openbaar, bijvoorbeeld bij de Kamer van Koophandel, de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en het EP-online”, verklaart Jakobs. “Denk bijvoorbeeld aan het aantal panden, het bouwjaar, het aantal fte’s, het kantoorvloeroppervlak en het energielabel per gebouw.”
Naast de openbare data speelde ook de voorbeeldfunctie bij de keuze voor gemeentelijke kantoorgebouwen een belangrijke rol. Groen: “Bijna alle gemeenten hebben een uitgesproken visie. Zo willen ze CO2-neutraal of klimaatneutraal zijn in 2030. Wat dat ook mag betekenen. De weg hiernaartoe en wat dit concreet aan maatregelen en aanpassingen betekent, is namelijk vaak onbekend.”
Al deze data besloten Jakobs en Groen aan elkaar te koppelen in hun ontwikkelde tool Upgreen. Hieruit bleek dat 388 Nederlandse gemeenten beschikken over 506 kantoorgebouwen en 62 monumenten. “Die monumenten laten we verder buiten beschouwing”, geeft Jakobs aan. “De verduurzamingsmaatregelen gaan namelijk niet op voor die gebouwen.”
55%: energielabel C of beter
En dus bleven die ruim 500 gebouwen over. Uit de publiek beschikbare data blijkt dat zo’n 55% over een energielabel C of beter beschikt, zoals B of A. “Dat viel ons enorm mee”, verklapte Jakobs. “Er is echter nog veel werk te doen tot 2023 en die 6 jaar zijn zo voorbij. Maar goed, de gemeenten doen het echt niet zo slecht.”
We kunnen gemeentelijke kantoorgebouwen goed met elkaar vergelijken: ze beschikken in de meeste gevallen over eenzelfde soort indeling
Sjoerd Groen, abcnova
Met al die beschikbare data, en hun eigen kennis en ervaring over en met renovaties, besloten ze om voor een benchmark te zorgen. “We kunnen gemeentelijke kantoorgebouwen goed met elkaar vergelijken: ze beschikken in de meeste gevallen over eenzelfde soort indeling”, legt Groen uit. “Denk maar eens aan publieksbalies en raadszalen: ruimten die niet eenvoudig te verwarmen zijn.”
Deze benchmark loopt van energielabel G naar BENG-niveau en geeft per labelstap aan wat de verduurzamingsmaatregelen zijn, wat ze kosten en wat ze opleveren. “Bij energielabel G gaan we uit van enkelglas en geen spouwmuurisolatie”, vertelt Jakobs. “Met kleine ingrepen kunnen gemeenten hun gebouw naar energielabel C krijgen.” De ingreep om naar energielabel A te gaan is echter groter. “Dan moeten ze echt installaties, gevels of het inbouwpakket vervangen.”
Beschikbare ruimte efficiënt gebruiken
Om het BENG-niveau te behalen, dient een organisatie een flinke renovatie van het bestaande kantoorgebouw te overwegen. “Ook de stap van energielabel A naar BENG is een grote”, geeft Groen toe. “Bij die laatste stap staat namelijk de beschikbare ruimte centraal en dan met name het zo efficiënt mogelijk gebruikmaken van de beschikbare ruimte.”
Gemiddeld gebruikt iedere gemeentelijke ambtenaar zo’n 30 m2. “Dit is het totale vloeroppervlak gedeeld door het totaal aantal medewerkers”, legt Jakobs uit. “Onze ervaring uit eerdere vergelijkbare gemeentelijke renovatieprojecten is dat 20 m2 de ideale hoeveelheid is.”
Vaste werkplekken zijn niet meer nodig. Dat scheelt ruimte.
Frank Jakobs, DGMR
Dat betekent dus een flinke verbouwing en – nog belangrijker – dat medewerkers de kantoorruimte efficiënter moeten gebruiken. “Vaste werkplekken zijn niet meer nodig. Als de ene medewerker vrij is, blijft zijn werkplek niet leeg maar gebruikt zijn collega deze. Dat scheelt al ruimte.” Daarnaast dienen kantoorgebouwen werkgerelateerde plekken te krijgen, vinden ze. “Denk aan stilte- en overlegplekken. Zo kunnen gemeenten hun medewerkers zo optimaal mogelijk faciliteren in hun werkzaamheden. Want zij zorgen voor het kapitaal van het bedrijf.”
De stap van energielabel G naar BENG betekent een reductie in werkplekken van 25%. “Dat is natuurlijk afhankelijk van het aantal medewerkers”, geeft Jakobs aan. “Maar we merken dat gemeenten zich steeds meer richten op hun kerntaken: marktpartijen faciliteren. Het aantal medewerkers slinkt hierdoor steeds meer.”
Productievere medewerkers in gezond kantoorgebouw
Een kleiner aantal vierkante meters zien beide heren dan ook als motor van hun businesscase. “Uit onderzoek van Atze Boerstra van DGMR-dochter BBA Binnenmilieu blijkt dat medewerkers 5% tot 10% productiever kunnen zijn in een gezond kantoorgebouw. Daarnaast daalt in zo’n gebouw het ziekteverzuim”, vertelt Jakobs. “Dit kunnen gemeenten en andere organisaties bereiken, door te zorgen voor een kantoor dat beschikt over goede ventilatie, verlichting, temperatuur en akoestiek. Werkgerelateerde werkplekken dragen hieraan bij.”
De positieve resultaten van Boerstra’s onderzoek hebben ze echter conservatiever in hun berekening meegenomen, naar energielabel C, energielabel A en BENG-niveau. “In onze berekeningen gaan we uit van een productiviteitsstijging van maximaal 5%”, licht Groen toe. “Dan kan het alleen maar meevallen.”
Bij de meeste gemeenten blijken de investeringen naar elk beter energielabel voor een positief resultaat te zorgen. En de productiviteitsstijging zorgt voor een nóg beter resultaat. “In sommige gemeenten leiden de investeringen niet tot een positief resultaat”, geeft Groen aan. “Dit zien we als uitnodiging om een persoonlijk advies af te geven.”
Dit verhaal is ook verschenen in Duurzaam Gebouwd Magazine #38: 'Kantoren verduurzamen? Gebruik ruimte efficiënter'.