Coalitie Gezonde Gebouwen zoekt de heilige graal
Productiviteit stijgt, medewerkers hebben meer energie, toptalent komt er graag werken … allemaal voordelen van gezonde gebouwen. Is daarmee eenduidig helder wat een ‘gezond gebouw’ is? Nog niet, want alle betrokken disciplines zullen eerst een ‘gemeenschappelijke taal’ moeten spreken zodat een standaard ontstaat. Daarover ging het vooral tijdens het Executive Breakfast van de Coalitie Gezonde Gebouwen eind september 2016.
Eind 2014 ontstond de Coalitie Gezonde Gebouwen met daarin partijen die nauw zijn betrokken bij het ontwerpen, financieren en realiseren van gebouwen. De inzet was vanaf het eerste moment om duidelijkheid te verschaffen over wat ‘gezonde gebouwen’ eigenlijk zijn. Om daarin een stap te zetten was er eind september 2016 The Executive Breakfast van de coalitie bij AKD advocaten, notarissen en belastingadviseurs in The Edge aan de Amsterdamse Zuidas met ruim veertig deelnemers uit de top van de sector. Jelle Otten, lid van het coalitie kernteam en partner bij AKD heette de deelnemers welkom in ‘zijn’ gebouw: “We zijn hier in The Edge en dat vinden wij een gezond gebouw. Als juridisch dienstverlener is de gebruiksvriendelijkheid van het gebouw het enige wat ons echt boeit. Niet alleen voor onze eigen mensen die het fijn vinden om hier te werken, maar ook voor onze gasten. Ik hoop dat jullie ook ervaren dat The Edge een goede plek is om met elkaar van gedachten te wisselen. En, de geest te scherpen. Ook voor ons als juridische dienstverlener is een scherpe geest nodig om koploper te blijven in de snel veranderende markt.”
Getriggerd door Prinsjesdag
Founder van de coalitie en groepsdirecteur van Unica Laurens de Lange nam de deelnemers mee door het programma. “Ik werd getriggerd door de aankondiging op Prinsjesdag dat we een economische groei hebben van 2,1 procent. Als wij gebouwen gezond gaan maken kunnen we als branche die 2,1 procent ruim verslaan. Dan moeten we als branche wel een aantal dingen fundamenteel beter doen. Kijk ik hier rond, dan zie ik individueel heel goede bedrijven, maar de vraag is of we als collectief goed zijn. Het kan en moet beter en met de groep hier aanwezige koplopers zetten we vandaag beslist een belangrijke stap.”
Het door Otten genoemde aanscherpen van de geest werd in de praktijk gebracht door de lezing van Arent Jan Hesselink, CEO van PR-bureau Edelman Nederland. Waar volgens hem vroeger gebouwen bestonden uit ‘een blok beton met wat ramen’ waar het welzijn van de mensen die erin verbleven ondergeschikt was aan de waarde voor de belegger, komen we nu in de fase waar gebouwen door de systemen die ze bevatten ‘ongeveer weten wat de mensen erin doen’. De volgende stap is volgens hem dat gebouwen actief gaan communiceren met hun gebruikers. In zijn voorbeeld kreeg iemand via e-mail van het gebouw een advies om te gaan sporten en daarna een uitgebalanceerde maaltijd te nuttigen waarvoor de ingrediënten inmiddels besteld zijn en thuis in de koelkast staan. Niet elke deelnemer keek enthousiast bij dit toekomstbeeld. Hesselink: “Toch denk ik dat iedere markt waarin technologische disruptie mogelijk is dat ook gaat meemaken.”
Vragen stellen
Antwoorden krijg je door vragen te stellen en dat is wat Lara Muller van The Blue Building Institute vervolgens deed. Haar kernvraag was ‘Waarom doen we dit?’ Petran van Heel reageerde: “Bij ABN Amro zijn we al heel lang bezig met het verbeteren van de werkomgeving. Ons hoofdgebouw hier vlakbij is verduurzaamd volgens BREEAM In-Use. Er ligt echter nog een hele opgave, want is het ook prettig werken in dat duurzame kantoorgebouw? Daar geven we nu veel aandacht aan.” Muller schetste net als Hesselink dat nieuwkomers ontwrichtende partijen kunnen zijn. “Kijk naar Uber en AirBnB, die hebben geen gebouwen op de balans. Die brengen dingen samen. Het gaat om concepten, methoden en technieken. Betekent de Coalitie Gezonde Gebouwen dus iets anders voor de samenwerking tussen vraag en aanbod?” Thomas Bögl, LIAG Architecten en bouwadviseurs: “We moeten een gezamenlijke taal ontwikkelen om elkaar te begrijpen. Een nieuwe ‘programmeertaal’ is nodig die gaat over hoe we onze gebouwen voor de toekomst programmeren.” Wietse Walinga, Duurzaam Gebouwd: “We zullen toch eerst met elkaar een visie moeten ontwikkelen en dan die gemeenschappelijke taal.”
Bouwend Nederland-voorzitter Maxime Verhagen was een van de sprekers van de Executive Breakfast en werd naderhand door Building Holland geïnterviewd.
Wat is nu een gezond gebouw?
Met stellingen ging men na de pauze verdeeld over zes tafels de discussie aan op zoek naar conclusies. Aan de tafel met Bas Ambachtsheer, CEO bij Verosol, besprak men hoe een gebruiker de extra waarde van een gezond gebouw zou kunnen benoemen. Michel van Wissen, general manager Facility Management bij ING: “In een van onze panden in Amsterdam liep je tegen de liften aan voor de drie torens. Toen bedachten we dat we de verdiepingen in onze gebouwen aan elkaar konden verbinden door trappenstelsels te maken. Nu krijgen we van de mensen te horen dat ze elkaar veel beter weten te vinden.” Albert Hulshoff, AHB Consultancy: “Wat ik fijn vind is als ik me direct binnen en buiten een pand heel prettig voel. Dat missen veel gebouwen.” Bas Ambachtsheer: “Wat is eigenlijk ‘een gezond gebouw’?” Thomas Bögl: “Het is onderzocht dat mensen die in een ziekenhuis op groen uitkijken sneller genezen. En, op scholen in een groene omgeving presteren leerlingen beter. Er is blijkbaar een causaal verband.”
Lees meer over de uitkomsten van de discussietafels in het volledige artikel in het Duurzaam Gebouwd Magazine #36.