Auteur: Tom de Hoog
Hij studeerde in 2008 af aan de TU Delft met prof.dr.ing. Ulrich Knaack, hoogleraar Design of Construction als afstudeerprofessor. Joeps afstudeerwerk betrof het ontwikkelen van een gevelsysteem. Later dat jaar kwam hij via Knaack in contact met Arup in Duitsland waardoor zich voor hem een internationaal perspectief opende. Hoogste tijd om de stand van zaken op te nemen in het tweede interview in de nieuwe rubriek 'Grenzeloos Talent'.
Hoe kwam je bij Arup binnen?
“Ik kende ze al en wilde er graag werken. Mijn afstudeerprofessor Ulrich Knaak kende Rudi Scheuermann, director van Arup in Berlijn. Ik heb daar gesolliciteerd en werd aangenomen. Het plan was dat ik daar 2 jaar zou werken en dan naar de Amsterdamse vestiging van Arup zou gaan. Dat liep echter anders door veranderingen binnen Arup in Nederland en zo heb ik uiteindelijk 4 jaar in Berlijn gewerkt. In de zomer van 2012 kon ik naar de Arup-vestiging in Hongkong en ook daar heb ik 4 jaar gewerkt. Ik ben nu net een maand of 5 in Londen, bij het hoofdkantoor van Arup.”
Sluit de praktijk aan op je studie?
“Dat is zeker zo. Een groot deel van mijn master destijds was gericht op ‘façade engineering’. Die vakken waar ik toen mee bezig was, komen nu goed van pas.”
Wat maakt façade engineering voor jou spannend?
“Ik wilde eigenlijk architect worden maar daarvoor ik miste ik de passie toch een beetje. Juist de combinatie van design en techniek vind ik erg spannend. En dat is precies het geval bij façade engineering. Het moet technologisch kloppen, het mag niet naar beneden vallen, moet veilig en energiebesparend zijn en tegelijkertijd moet het er gewoon goed uitzien. Daar komt best veel bij kijken. We ontwerpen schaal 1 op1. Het gaat dan om finishes, materialen, bevestiging wat je wel of niet ziet daarvan. Het past goed bij mijn opleiding omdat Building Technology van de TU alle facetten van de techniek van het bouwen behandelt. Een deel draagconstructie, een deel building physics, een deel installatietechniek. Ook façade engineering. En dat samen kom ik in de praktijk allemaal tegen.”
Berlijn, Hongkong, London. Wat zijn de verschillen op jouw vakgebied?
“In Duitsland gaat het vooral over energie, dus de energiewaarde van een gevel. Bijvoorbeeld structural glazing wat in NL, UK en Hongkong veel gebruikt wordt, is in Duitsland niet meer in gebruik vanwege de slechtere energieprestaties. In Duitsland kijkt men vooral naar innovatieve bouwoplossingen. Als Arup deden we daar zelfs een onderzoek naar een ‘high rise’ in hout. Zoiets is in Hongkong ondenkbaar. Daar is men gefocust op veiligheid vanwege de tropische stormen en dus de hoge windlast. De overheid daar stelt vooral eisen aan de draagconstructie en die dikte van het glas. In vergelijking met Europa staat de energieprestatie nog in de kinderschoenen daar. Zo is glas in China van mindere kwaliteit als het om isolatiewaarden gaat.”
Hoe ontwikkel je nieuwe oplossingen?
“Research gebeurt vooral in het hoofdkantoor van Arup in Londen. Er zijn hier verschillende projecten die niet gaan over winst maken maar om het vinden van oplossingen voor vraagstukken. Zo openden we in september dit jaar het Circular Economy House. Het was een soort tentoonstelling waarbij we een gebouw maakten van recyclebare materialen om dat hier in de UK te promoten. Bedrijven als BAM, Desso en Accoya waren daar bij betrokken, want in Nederland is men gewoon verder als het om circulair gaat.”
Wat maakt dat je elke dag weer inklokt bij Arup?
“Ik vind façade engineering leuk omdat je - in tegenstelling tot architecten of structural engineers - vaak relatief kort aan een project zit. Binnen 2 à 3 maanden moet je de documenten met de specificaties af hebben. Dat is kort maar heftig. Meestal werken we hier aan 2 of 3 projecten tegelijk. Elk project heeft weer een andere uitdaging. Soms gaat het om de kosten, dan weer om de architect en zijn wensen. Ik werk nu 8 jaar bij Arup en heb een hele ontwikkeling doorgemaakt in verantwoordelijkheden. Zo heb ik de laatste jaren veel direct contact met de klant en ben ik bij belangrijke besprekingen. Wel doe ik nog steeds uitvoerend werk en ben ook vaak op de bouwplaats. Ja, dat alles maakt het leuk.”
Welk project spreekt je nu het meest aan?
“Dat is de London Spire, een 240 meter hoge ‘high rise’ in London en de hoogste woontoren van Europa. Mei 2018 start de bouw aan de gevel. Eerlijk gezegd viel me op hoe daar gepusht wordt op energiezuinigheid. Er zijn strenge eisen geformuleerd, deels door de overheid en deels door de klant. Driedubbel glas is er een van. Dat is hier niet standaard en het wordt een aluminium gevel met glas. Bijzonder is dat er straks ramen open kunnen, naast de andere ventilatiesystemen. Dat is voor zo’n gebouw best bijzonder.”
Wat brengt de toekomst?
“Ik heb het idee om ooit weer naar Arup in Nederland te gaan. Ik zou het een uitdaging vinden om de façade engineering groep in Amsterdam op te zetten. Dat was op ijs gezet in de crisistijd, maar zou nu wellicht kunnen. Ik heb het gesprek daarover altijd gaande gehouden, maar wanneer en hoe en wat …”