Keramische dakpannen: de blote feiten 

Recent ventileerde een Duitse dakpanfabrikant in verschillende vakbladen dezelfde boodschap: er zijn zeer goede argumenten voor betonnen dakpannen. Tegelijk zette hij de keramische variant als minder milieuverantwoord weg. Hoogste tijd voor een reactie van Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek (KNB).

In de betreffende publicatie verzucht de projectleider van een Overijsselse woningcorporatie, dat de voorgeschotelde certificaten, tabellen en cijfers hem het zicht op de duurzaamheid van dakpannen ontneemt. Daarom gaat zijn keuze vooral via de portemonnee en goede verhalen van de Duitse fabrikant. Die ontleent deze maar al te gretig aan een onderzoek naar de milieuaspecten van dakpannen door het Milieu Instituut Freiburg, naar eigen zegge een onderzoek geïnitieerd door de gehele Duitse dakpanindustrie.

Duits onderzoek van 1 producent

KNB is bekend met deze Duitse, uit 2008 daterende studie ‘LCA Comparison of Roofing Systems’, die overigens niet is gebaseerd op de gangbare, toepasselijke Europese norm voor LCA’s van bouwproducten (EN 15804). Belangrijker is dat de studie niet in opdracht was van de gehele Duitse dakpannenindustrie, maar van uitsluitend één (andere) Duitse dakpanproducent. Dat is van groot belang, omdat daardoor de onderzoeksuitkomsten alleen relevant zijn voor het verschil in milieu-impact tussen de betonnen én keramische dakpannen van die ene andere Duitse dakpanfabrikant.

Reden is het per productielocatie sterk verschillen van relevante factoren zoals energiegebruik, cementsoort, herkomst grondstoffen, wel/niet groene stroom, transportafstanden, etc. De aangehaalde onderzoeksresultaten mogen daarom zeker niet veralgemeniseerd worden, wat in het rapport zelf ook staat vermeld, en evenmin worden overgenomen voor de eigen producten.

Levensduur niet meegenomen

Wat verder opvalt is dat in de analyse van de uitkomsten van het Duitse onderzoek, de bewezen langere levensduur van keramische dakpannen niet is meegenomen. De keramische dakpan gaat gemiddeld 2 keer langer mee dan de betonnen variant.

Het eerlijke verhaal is dan dat bij de in het artikel genoemde cijfers over de gebouwlevensduur, de betonpan niet 45% minder maar juist 5% meer emissie kent dan de keramische variant.

En wat te denken van bijvoorbeeld humane toxiciteit als relevante milieufactor voor de totale milieuscore? Het Duitse rapport vermeldt hierover dat de betonnen dakpan 4 maal slechter scoort dan de keramische dakpan. Het eerlijke verhaal luidt hier anders: berekend over de gehele levensduur van het gebouw scoort de betonpan 8 maal slechter dan de keramische. Natuurlijk allemaal best ingewikkeld, maar ook anders dan de fabrikant zegt te beweren. Het is daarom maar beter bij de blote feiten te blijven.

Blote feiten als basis voor emotie

Een van die feiten is dat de Nederlandse keramische dakpan vooral van rivierklei wordt gemaakt. Deze klei is in de uiterwaarden ruimschoots aanwezig en wordt door de rivier in een doorgaand proces aangevoerd. Wetenschappelijk onderzoek onderbouwde dat deze minerale grondstof daardoor een hernieuwbare (oneindige en daarmee duurzame) grondstof mag worden genoemd. Daar komt bij dat de winning van rivierklei op een speciale, reliëfvolgende manier gebeurt met vele duizenden hectares nieuwe natuur als resultaat, inclusief een hoge Europese beschermingsstatus. Wordt verder bedacht dat met kleiwinning wordt bijgedragen aan hoogwaterveiligheid in het rivierengebied en dat veel andere feiten nog niet eens zijn benoemd, dan is te begrijpen dat de emotie voor de gebakken kleipan toeslaat. Blote feiten als basis voor emotie: wat is mooier dan dat!

Auteur Ewald van Hal is directeur van de vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek

Deel dit artikel

permalink