Gebouwde omgeving als goudmijn

Steden zonder afval en zonder uitval, dat is de kern van Cirkelstad. Dit landelijke initiatief probeert antwoord te geven op vraagstukken rond grondstoffenschaarste en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Rutger Büch is ‘gemeentesecretaris’ van de Cirkelstad: het initiatief kent een eigen ‘ambtelijke organisatie’. 10 jaar geleden van start gegaan in Rotterdam en intussen overgesprongen naar steden als Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Haarlem en Eindhoven.

“De toenmalige directeur van afvalbedrijf Roteb werd ook verantwoordelijke voor de sociale werkplaatsen en combineerde beide vraagstukken toen afvalbakken ondergronds moesten”, vertelt Büch. “Hij legde contact met een sloper en een betonleverancier met affiniteit voor duurzaam bouwen en sprak met hen af beton uit gesloopte flats te hergebruiken voor de betonnen putten onder de afvalbakken. Met als voorwaarde dat het werk gedaan werd door mensen uit de sociale werkplaats. Dat is de kern van Cirkelstad: steden zonder afval en zonder uitval, waarbij partijen elkaar opzoeken en werk maken van projecten.”

Hergebruik stofstromen

Cirkelstad verbindt publieke en private partijen uit een regio, die gezamenlijk de ambitie waar kunnen maken. Onder meer voor hergebruik van de stofstromen, zoals kalksteen, glas en baksteen. Een paar jaar geleden dreigde het initiatief in Rotterdam in een impasse en werd de aanpak uitgeprobeerd in Amsterdam. Inmiddels is ook daar de Green Deal Cirkelstad getekend.

“Het organiseren van competitie verrijkt het concept. Zo werkt Utrecht aan een circulaire campus. In Eindhoven bouwen ze aan een Dong-plant, waar huishoudelijk afval in een grote ‘wasmachine’ gaat om dit om te vormen tot biogas en nieuwe stofstromen. En in ’s-Hertogenbosch wordt in een voormalige meelfabriek gebouwd aan een ‘stad’ met circulaire bedrijfsvoering.”

Een praktisch punt dat Cirkelstad wil oplossen, is het ontbreken van een keten voor de aanlevering van gebruikt materiaal. “Die is noodzakelijk, als we optimaal willen gebruikmaken van bestaand materiaal. Een hoofdaannemer van sloopopdrachten die bijvoorbeeld sloophout aflevert bij een meubelmaker, die vervolgens meubels voor de nieuw te bouwen woningen fabriceert. In feite een nieuwe maakindustrie die de planning op elkaar afstemt. Als een bouwbedrijf stenen nodig heeft, moeten die op tijd beschikbaar zijn.”

Circulaire economie realiseren

De organisatie achter Cirkelstad heeft als doel partners te empoweren en dit ‘stoere verhaal’ waar te maken. “Wij willen hen helpen een circulaire economie te realiseren. Een andere manier van werken vergt bovendien een organisatieverandering, wat partijen voor een HRM-vraagstuk stelt.”

Als gemeentesecretaris vergadert Büch iedere 2 maanden met de initiatiefnemers in de betrokken gemeenten. “Het eerste uur besteden we aan praktische punten, bijvoorbeeld hoe we gezamenlijk met de Dutch Green Building Council kunnen komen tot een nieuwe toetsbare norm voor circulair bouwen. Een gemeente deelt haar visie of een bouwbedrijf zijn projectervaringen. Daarna volgt een uur ter inspiratie en praten we bijvoorbeeld over FabCity. Een zelfvoorzienende en circulaire creatieve campus op de Kop van Java in Amsterdam, waar we als Cirkelstad een eigen paviljoen realiseren. Dit om Europa te laten zien dat circulair bouwen klaar is voor opschaling.”

Proces van cocreatie

De weg naar steden zonder afval en uitval is lang, maar Büch is ervan overtuigd dat Cirkelstad voor beweging kan zorgen. “Geen idee hoe het verder gaat. Het is een proces van cocreatie, waarbij de snelheid afhangt van de partijen zelf. Ik weet wel dat ik 1.000 keer harder loop als een stad zegt: ‘dat wil ik ook’. Verder hoop ik de Cirkelstad Academie – die nu alleen toegankelijk is voor projectpartners – over een paar jaar open te stellen voor iedereen. Hoe meer partijen, hoe meer kennis en inspiratie. Dat helpt om nieuwe initiatieven een vliegende start te geven en steeds nieuwe puzzels gelegd te krijgen.”

Foto: Bij de herbestemming van het voormalige hoofdkantoor van de Coöperatieve Groothandelsvereniging de Handelskamer (HaKa) zijn sloopmaterialen verwerkt in het interieur.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Wilma Schreiber