Effecten (gedeeltelijke) afschaffing salderingsregeling
Bij afschaffing van de salderingsregeling kan de markt en de technologie een groot deel van de financiële gevolgen opvangen. Dit blijkt uit het onderzoek van Merosch-energieadviseur Maarten Staats.
Minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft aangegeven dat de salderingsregeling de komende jaren aan te passen. Naar verwachting verdwijnt deze regeling op termijn. Daarom heeft energieadviseur Maarten Staats namens energie- en installatieadviesbureau Merosch onderzoek gedaan naar de effecten van een (gedeeltelijke) afschaffing van de salderingsregeling en de (technische) alternatieven om de negatieve gevolgen hiervan te minimaliseren. In zijn analyse heeft hij zich gebaseerd op de op dit moment meest gunstige NOM-concept.
“De afschaffing kan grote effecten hebben op nul-op-de-meter(NOM)woningen, aangezien deze vaak zijn gebouwd zonder rekening te houden met een mogelijke afschaffing van de salderingsregeling”, legt Staats uit.
Batterijopslag en vraagsturing met warmwaterproductie
Uit zijn onderzoek ‘Intended adjustment in net metering: threat or opportunity’ – in samenwerking met de gemeente Rijswijk, Stedin, Energiesprong, Dura Vermeer, KlimaatGarant en de Universiteit Utrecht – blijkt dat batterijopslag en het toepassen van vraagsturing met warmwaterproductie de beste oplossingen zijn om de derving in de Netto Contante Waarde (NCW) ten opzichte van de huidige situatie te verkleinen.
Het toepassen van de vraagsturing zorgt echter voor een ander vraagprofiel. In beperkte mate vermindert dit de potentie van de opslag, maar is het wel nog steeds rendabel. Dit interactie-effect is berekend, waarbij het verlies van NCW door de aanpassing van de salderingsregeling berekend is bij toepassing van zowel vraagsturing als opslag.
Opvang dankzij technologie
Bij afschaffing van de salderingsregeling kan de markt en de technologie een groot deel van de (financiële) gevolgen zelf opvangen: zo’n 2/3e van de derving in NCW dat ontstaat door afschaffing is op te vangen in kostendaling en technologische oplossingen, zoals elektriciteitsopslag, vraagsturing met de warmtepomp en een andere oriëntatie van de zonnepanelen.
Techniek kan het overgebleven gedeelte niet oplossen en dit kan de spreiding van dergelijke concepten ernstig hinderen. Dit probleem is echter grootschaliger dan alleen nul-op-de-meter(nieuwbouw)concepten: eigenlijk alle gebouwen met een grote hoeveelheid zonnepanelen lopen tegen eenzelfde probleem aan.
Concepten niet ontmoedigen
Volgens het onderzoek is het dan ook van belang goed over de voorgenomen beslissing van de salderingsregeling na te denken. Concepten die zuinig omgaan met energie en hun eigen duurzame energieproductie verzorgen, moeten namelijk niet ontmoedigd worden. Een goede analyse en verdere verdieping van mogelijke alternatieven voor de afschaffing van deze regeling is dus noodzakelijk, zo luidt de conclusie.
In het voorjaar van 2016 vindt in Rijswijk een congres plaats, waarbij centraal staat hoe comfortabele NOM-woningen in de toekomst gerealiseerd kunnen worden. Hierbij is de aanpassing van de salderingsregeling een belangrijk punt. Voor dit congres heeft Merosch nog geen specifieke locatie en datum bepaald. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven via info@merosch.nl.
Zoek verder binnen deze onderwerpen
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Svp niet alleen in "concepten" denken, maar vooral in mensen, want die zijn doorslaggevend bij energiebesparing. Bijvoorbeeld: hoeveel van de al zwaar financieel benadeelde stadswarmte klanten die zuinig stoken (vanwege de absurd gestegen vastrechten, juist met introductie van de warmtewet) met zonnepanelen gaan straks extra de boot in als salderen voor bestaande installaties fors wordt aangepakt? Het thema heeft vele gezichten, er zullen gegarandeerd slachtoffers gaan vallen bij ingrepen van bovenaf. En mijn vrees is dat weer de meest kwetsbare groepen het zwaarst gepakt gaan worden. Zoals huurders met eigen of via de corporatie "verkregen" zonnepanelen. Een lange weg te gaan, dat lijkt me duidelijk.