Peter Vermaat ziet in het partnerschap met Duurzaam Gebouwd zijn visie terug dat je de transitie naar duurzaam samen moet maken. Met pilots en proefprojecten bereidt Enexis zich voor op een toekomst, waarin energie multi source is geworden. 

Wat maakt dit platform zo waardevol voor Enexis?

“Het is de basis waarvan Duurzaam Gebouwd uitgaat. Dat we de transitie naar duurzaam met elkaar moeten maken, is iets wat ons aanspreekt. Wij willen ook in beweging zijn en soms een beetje meeduwen. Dat doen we bijvoorbeeld door het komende Duurzaam Gebouwd Congres in Groningen op 12 november te sponsoren. Soms zijn we kartrekker van pilots en word je als bedrijf zelf ook weer meegetrokken. Met elkaar brengen we een vliegwiel op gang om die transitie mogelijk te maken en dat is voor ons een mooie reden om een initiatief als Duurzaam Gebouwd te steunen en ook actief te participeren.”

Samenwerking zoeken is dus heel belangrijk voor Enexis?

“Voor de uitvoering van onze publieke taak zoeken we de samenwerking met stakeholders als provincies en gemeentes, die tevens onze aandeelhouders zijn. Zo is Buurkracht heel vaak een gemeentelijke activiteit, maar in Stroomversnelling werken we ook weer samen met bijvoorbeeld de provincie Brabant. En in Groningen werken we samen met de provincie en de gemeente Groningen om een groot windmolenpark aan te sluiten. Dit illustreert dat we niet alleen in de energieketen, maar ook met de aanpalende stakeholders – zoals onze aandeelhouders – provincie en gemeente samen ontwikkelen.”

Wat is een voorbeeld van ontwikkelingen in de energieketen?

“Het installeren van zonnecellen betekent dat er terug geleverd gaat worden. Dat moeten wij in ons net toetsen of we dat kunnen accommoderen of dat aanpassingen nodig zijn. Een andere vorm die ook nog weleens wat spannend gevonden wordt, is dat er in een deel van de Stroomversnellingswoningen misschien geen aardgasaansluiting meer is. Onze uitdaging is vooral de afweging maken tussen de meest duurzame en meest kostengunstige oplossing. De ene keer houdt dat misschien in we het netwerk verzwaren. Soms heeft een andere oplossing de voorkeur en laten we het netwerk voor wat het is. Dus vooral het afwegen van alle vormen van energie tegen de mogelijkheden en daar een keuze in maken. Daar ligt ook onze adviesrol.”

Gaat dit bijvoorbeeld ook over lokale opslag?

“Opslag gaat natuurlijk een belangrijke rol spelen. Zodra dat zich goed ontwikkelt, kunnen we daarvan ook goed gebruik maken. In Etten-Leur loopt voor 2 jaar een proef met een buurtbatterij. Daar is te midden van een groep woningen die zonnecellen hebben een batterij geïnstalleerd. Als er meer geproduceerd dan verbruikt is, slaat deze batterij de stroom op om deze in de wijk te distribueren als er vraag is. Er zijn ook andere oplossingen. Zo zijn we bezig met een proef rondom wat wij het smart charging protocol noemen. Een getallenvoorbeeld maakt duidelijk wat dat inhoudt. Zo gebruikt een gemiddelde gezinswoning ongeveer 3.500 KWh op jaarbasis aan elektrische energie. Voeg je daar een elektrische auto als een Tesla aan toe, dan komt er 40.00 kWh bij. Zoiets kan op 1 wooneenheid in een straat, maar niet in de hele straat tegelijk. Stel dat iedereen ’s avonds om 18:00 uur thuis komt en dan de oplader inschakelt, dan trek je het net direct omver. Wat we kunnen doen, is zorgen dat iedereen aangeeft wanneer hij weer wil vertrekken en het dan zo regelen dat het opladen van die auto’s in een geplande volgorde gebeurt. In het project ‘Smart Grid in Balans’ is dat samen met een aantal marktpartijen onderzocht en recent zijn daarvan de resultaten gepresenteerd.”

Dat zou fijnmazige afspraken met gebruikers inhouden. Is dat haalbaar?

“Technisch gezien is het met ons smart charging protocol mogelijk om die volgordelijkheid erin te brengen, maar het vraagt natuurlijk ook wat van de gebruiker. Bij proefnemingen, onder meer in Breda, hebben we gemerkt dat mensen graag informatie willen verschaffen om energiestromen zo goed mogelijk te sturen. Het is dus iets wat je met elkaar als netbeheerder, energieleverancier en consument moet verkennen. Daarom nemen we ook zo’n proef.”

Herdefinieert dat de rol van Enexis in de energietransitie?

“Een rol is nog steeds om rechttoe-rechtaan energie bij huishoudens en bedrijven te brengen. De 2e rol is om dat te doen op zo’n manier, dat er een gelijk speelveld is voor alle spelers in de markt. Daarmee zeg ik eigenlijk dat we ook de markt mogelijk – moeten - maken. De 3e richting die er steeds meer bij komt, is dat wij niet alleen gas en elektriciteit bij klanten brengen, maar dat wij ook de energiemarkt van morgen mede mogelijk moeten maken met andere energievormen. Daarin zijn wij niet de enigen, want dat moet in de hele energieketen gebeuren. Als Enexis moeten we er wel voor zorgen dat onze netwerken in een vorm blijven die het mogelijk maakt om niet alleen nu, maar ook over 30 jaar nog energie te brengen waar die nodig is. En op een manier die dan gevraagd wordt in de maatschappij.”

Deze uitgebreide versie van dit interview verschijnt in de september-editie van Duurzaam Gebouwd Magazine. Kijk hiervoor op DuurzaamGebouwd.nl/Duurzaam-Gebouwd-Magazine.

Foto: Robert Tjalondo