Auteur: Tom de Hoog
Fabrieksmatig bouwen om de duurzaamheidsprestatie te verbeteren en een kostenreductie in de bouw te realiseren, daar ziet Ballast Nedam veel in. Jan Jaap Blüm maakt daarbij duidelijk dat dit bedrijf op veel velden tegelijk speelt: investeren in materiaalkringlopen, het ontwikkelen van modulaire producten en intensiever samenwerken met ketenpartners.
Wat zijn goede praktijkvoorbeelden van materiaalkringlopen?
“Dat gaat over de meest toegepaste materialen of grondstoffen, die we in de infra gebruiken: beton en asfalt. Voor beide grondstoffen zijn we betrokken bij een initiatief om de materiaalkringloop te sluiten. Daarvoor kijken we hoe beton en asfalt gemaakt worden en vervolgens hoe wij het toepassen.”
Wat speelt er bij beton?
“Voor beton zijn we betrokken bij de Green Deal Beton en daarbij kijken we samen met de keten onder meer naar de toepassing van betongranulaat. We brengen daarbij in wat we geleerd hebben van het AVI bodemas-product (de bodemas die achterblijft in afvalverbrandingsinstallaties) waarvoor een speciale fabriek is gebouwd om het ijzer te filteren en de as schoon te maken. Als gewassen product kan het dan toegepast worden bij infrawerken. Ook met betongranulaat is te onderzoeken hoe dat schoon is te krijgen en opnieuw toepasbaar is te maken.”
Ballast Nedam levert ook modulaire producten. Wat zijn daarvan sprekende voorbeelden?
“Lang geleden zagen we al dat het tijdelijk gebruik van bouwwerken inefficiënt is. Denk aan tijdelijke parkeergarages bij ziekenhuizen die verbouwen, bij winkelcentra in aanbouw en zo meer. Voor onder andere deze situatie is een soort meccanodoos ontwikkeld met een stalen geraamte en betonnen liggers. Een partij die tijdelijk een parkeergarage nodig heeft, kan die bij ons bestellen. Wij plaatsen deze dan en rekenen af op basis van huur of koop met een terugkoopgarantie. Daarnaast doen we het beheer en nemen we deze demontabele Ballast Nedam ModuPark-parkeergarage na gebruik terug.”
Zijn er nog meer modulaire oplossingen?
“Een fabriek binnen ons concern maakt grondgebonden woningen die bestaan uit blokken: de IQ-fabriek. Daarbij is voorstelbaar dat we het daarin gebruikte beton terugnemen als de woning aan het eind van de gebruikscyclus is gekomen. Dit procedé hanteren we ook voor kleine woonunits als hotel- of studentenkamers en componenten zoals badkamers. Die produceren we compleet in de fabriek van Ursem Modulaire Bouwsystemen en worden dan vervoerd naar de bouwplaats.”
Wat zijn daar de grote voordelen van?
“Alles wat je als compleet product levert, kun je ook in zijn geheel terugnemen en opnieuw inzetten. Wat duurzaamheid betreft snijdt het mes hier aan 2 kanten: qua productiemethode is het geoptimaliseerd en in het product zelf pas je terugneembare materialen en grondstoffen toe. Je kunt bijvoorbeeld kijken of je in leegstaande kantoren dergelijke kant-en-klare units kan schuiven zonder zeer grote aanpassingen, waardoor zo’n gebouw dan een nieuwe bestemming krijgt.”
Nog nieuwe modulaire producten?
“Sinds kort maken we modulaire voetbalstadions van staal en beton. Daar is een – internationale – markt voor. Zo wil men in Qatar stadions alleen voor het WK, die daarna weer weggehaald moeten worden. Dan past ons concept prima. We zijn dan ook in contact met partijen die daar stadions realiseren. Dichter bij huis is een modulair stadion ook aantrekkelijk om te huren voor clubs, die een divisie hoger gaan spelen en meer bezoekers gaan trekken. Zonder hoge kosten kunnen deze clubs toch meer stadioncapaciteit bieden. Als ze degraderen en de publieksaantallen teruglopen, dan is een overbodige tribune of ring zo weer weggehaald.”
Ballast Nedam is in het nieuws vanwege diverse uitdagingen. Heeft dat invloed op de voortgang van verdere verduurzaming?
“Je ziet natuurlijk wel dat de actualiteit de mate beïnvloedt, waarin we aandacht geven aan de enorme variëteit binnen de bouw. Als er sterk op financiën gestuurd wordt zoals nu, dan zijn bepaalde zaken van iets minder belang. Vergeet echter niet dat Ballast Nedam een grote beursgenoteerde onderneming is en dat we de lange termijn niet uit het oog verliezen. Dan kom ik ook terug op het fabrieksmatig bouwen. Daar liggen kansen om de duurzaamheidsprestatie te verbeteren en tegelijk een kostenreductie te realiseren. De samenwerking met onze ketenpartners is daarvoor belangrijk. Het gaat om vertrouwen in elkaars kwaliteiten, iets wat beter tot zijn recht komt door de bouwkolom te ‘ontschotten’. Bij elkaar gaan zitten en samen verantwoordelijk zijn voor het product dat je de maatschappij biedt. Ook moeten we die discussie aangaan met onze opdrachtgevers, want zij schrijven voor. Als opdrachtgevers de bouwende markt confronteren met een uitgekristalliseerde uitvraag, beperkt dat de mogelijkheden om met innovaties te komen. Meer ambitie, dat is echt nodig.”