Voor de bouwsector blijven gezonde gebouwen een lastig punt, zo bleek tijdens de Round Table over Gezonde Gebouwen begin maart. Het grootste probleem: in tegenstelling tot energie is gezondheid moeilijk te meten.
Halverwege het gesprek bij IMd Raadgevende Ingenieurs in Rotterdam maakte Ionair-directeur Benelux Jeroen Posthumus de vergelijking met de plofkip. "Het is goedkoper en iedereen weet dat het niet goed is, maar toch blijven we het kopen. Met een plofkip krijg je veel voor weinig, terwijl een biologische kip misschien wel duurder maar ook echt veel lekkerder is."
Uit de reacties van de andere Round Table-deelnemers bleek hij de spijker op zijn kop te slaan. "Iedereen geeft tegenwoordig enorm veel geld uit aan gezondheid", meldde Ubbink algemeen directeur Henk-Jan Wegman. "Iedereen koopt gezond eten en de sportscholen zitten overvol. Architecten vinden een mooi gebouw echter belangrijker dan een gezond gebouw."
Volgens Kor Foekens, commercieel directeur van Colt, is het daarom handiger om ongezonde gebouwen 'plofgebouwen' te noemen. "En laten we van die plofgebouwen gezonde gebouwen maken." Eneco’s manager projectontwikkeling Michiel Houwing verzint voor gezonde gebouwen een nieuwe benaming: "Biologische gebouwen."
‘Gezond slaat op mensen’
Deze reacties kwamen op de eerste stelling die moderator en IMd-directeur Pim Peters had bedacht: ‘Een gezond gebouw gaat niet alleen om de luchtkwaliteit.’ "Ik hoop deze ochtend vanuit de kennis aan deze tafel ontwerpers aan het werk te zetten tot gezonde gebouwen”, zei hij.
Posthumus vindt een ‘gezond gebouw’ een vreemde term. "In mijn ogen slaat een term als flexibel op een gebouw. Gezondheid slaat op mensen." Daarbij sluit Bas Boom, manager innovatie & marketing bij CRH, zich aan. “Als we een gebouw langer willen exploiteren, moet het flexibel zijn.”
Volgens Peters is dit lastig. “We richten ons nu op de transformatie van gebouwen. Kijk maar eens hoeveel geld in een initiatief als De Stroomversnelling omgaat. Ik vraag me alleen af of we over 5 jaar ook in die huizen willen wonen?” Volgens Nick Liebrand, country manager Nederland bij Grunbeck Waterbehandeling, hangen de woonwensen deels samen met de sociale klasse.
Toen Eneco aan de slag ging met haar nieuwbouw, heeft het energiebedrijf onderzoek laten doen naar de wensen van haar medewerkers, liet Houwing weten. “Daaruit bleek dat sociaal contact een belangrijke rol speelde. Mensen willen elkaar graag tegenkomen.”
Comfort objectiveren en subjectiveren
Bij de totstandkoming van gezonde gebouwen denken de heren dat het vooral zoeken is naar goede opdrachtgevers en ontwerpers. Volgens hen is de techniek al aanwezig. “Het draait met name om lange samenwerkingsverbanden”, zegt Houwing. “Energie is eenvoudig te ondervangen. Wij zijn nu vooral bezig om comfort te objectiveren en subjectiveren. Hoe vang je welbevinden?”
“Het blijft lastig om gezondheid aan prestaties te koppelen”, vindt Posthumus. Volgens VBI-adviseur Bouwconcepten Peter Musters hangt dat op zakelijk niveau ook samen met de bedrijfscultuur en de omgang met anderen. “Maar ook hoe materialen op elkaar reageren. Ik noem dat wel eens het Nederlands-elftaleffect: hoewel het allemaal goede spelers zijn, weet je van tevoren nooit of ze samen tot goed spel komen. En spelen ze slecht…” “…dan ontsla je de coach”, vult Peters hem lachend aan. “Maar wie is die coach bij een slecht gebouw?”
Paauw ziet heil in prestatiecontracten. “We hebben zo veel nieuwe, innovatieve installaties. Het lastige is enkel: wie durft hiermee een risico voor een langere periode aan te gaan?” Volgens Liebrand is dat typisch Nederlands. “Ik doe veel zaken in Duitsland en daar denken ze veel meer in langere termijnen. Als we dat hier ook zouden doen, dan komt de hele gezondheidskwestie sneller op gang.”
Schapen over de dam
Volgens Boom draait het vooral om communicatie. “Stel daarom Delta Development-directeur Coert Zachariasse aan als ambassadeur. Hij heeft al voor mooie projecten gezorgd.” Musters sluit zich hierbij aan: “Als er één schaap over de dam is, volgen er hopelijk meer.”
Hij vindt wel dat de bouwsector op de goede weg is. “Kijk eens naar de piramide van Maslow, die behoeften hiërarchisch ordent. Een paar jaar geleden hadden we nog geen circulaire kantoren en nu praten we over gezonde gebouwen. Het gaat langzaam en we zijn er nog niet, maar we komen er wel.”
Foekens denkt dat het besef moet doordringen dat het personeel, weliswaar de grootste kostenpost, het belangrijkste onderdeel van het hele bedrijf is. “Haar kennis is van zo’n groot belang”, sluit Peters zich hierbij aan.
Foto bovenaan: groepsfoto van alle deelnemers.