Durven we echt ‘bokkie’ te staan?
Bokje-over, je kent het spel wel. Vroeger op het schoolplein durfden we ‘bokkie’ te staan voor onze vrienden. Hedendaags wordt de bouwwereld gekenmerkt door een gefragmenteerde ketensamenwerking.
Verantwoordelijkheden en risico’s worden veelal overgedragen van de ene partij naar de andere. Individuele belangen staan centraal en de focus is nog steeds veelal gericht op budget en tijd. Adviseren zonder risico en producten ‘over de schutting’ gooien, daar zijn wij goed in. ‘Bokkie’ staan, nee dat durven we niet. Terwijl dat precies de stap is die we met elkaar moeten zetten.
In ons vorige artikel ‘duurzaamheid of leefbaarheid?’ stond het gebruikersperspectief centraal. Het gaat om leren, werken, zorgen, wonen en recreëren, kortom leefbaarheid. In dit artikel staat het aanbiedersperspectief centraal. Kan de bouwwereld ‘bokkie staan’ en zich committeren aan leefbaarheid? En zo ja, hoe?
“Het zijn niet de sterkste soorten die overleven, noch de meest intelligente, maar diegene die het best reageren op verandering” (Darwin)
‘Zelflerende’ gebouwen
Vanuit draaijer+partners hebben wij de afgelopen jaren meerdere malen bijgedragen aan de totstandkoming van ‘het meest duurzame gemeentehuis’ bij oplevering. Iets waar wij allereerst trots op zijn. Maar moeten wij niet veel meer de vraag stellen of het gemeentehuis over vijf jaar opnieuw de meest duurzame van Nederland kan worden of het continu kan blijven?
Anders gezegd: kan het gebouw mee veranderen met de continu veranderende behoeften van de gebruiker, én mee groeien met de technieken van de toekomst, en dus ‘zelflerend’ zijn? Of wordt het in de toekomst gekenmerkt door leegstand en verpaupering? Wij zijn ervan overtuigd dat wanneer wij deze vragen in ons achterhoofd houden en ons hier verantwoordelijk voor voelen, dat we dan heel anders gaan nadenken over hoe wij gebouwen en gebieden realiseren. Als een mogelijke oplossingsrichting op deze vragen definieert Brand vanuit de wetenschap een gebouw vanuit het 6 S’en-model, waarin elke laag zijn eigen levenscyclus heeft.
Bekijk de afbeelding op volledige grootte
Levenscyclussen van deze lagen centraal stellen zorgt ervoor dat we nadenken over verandering ondersteunend aan leefbaarheid. De opgave is dan niet meer om bijvoorbeeld de vaste inrichting ‘over de schutting’ te gooien, maar is gericht op het optimaliseren van bijvoorbeeld de werk- en leerprestaties. Vervolgens is het van belang om de vaste inrichting zó te fabriceren dat we het niet alleen onderhouden, maar ook kunnen optimaliseren en uiteindelijk aan het einde van de levenscyclus zelfs kunnen demonteren en hergebruiken in al zijn componenten. Is uw organisatie al ingericht om zich te committeren aan deze ‘blijvende’ diensten, uitgezet in tijd?
Grondstoffen als obligaties
Commitment aangaan, betekent dat we de verantwoordelijkheid van het fabriceren, onderhouden, optimaliseren, demonteren en hergebruiken van producten naar ons toe trekken. Ons verdienmodel verandert hierdoor ook. Optimaliseren, demonteren en hergebruiken van producten gaat ons iets opleveren. Duurzaamheid is op deze manier geen doel meer van de klant, maar het verdienmodel voor aanbiedende partijen. Een verdienmodel gericht op circulariteit.
Maar dit kunnen wij niet alleen. Ook de financiële wereld zal hierin mee moeten veranderen. Zou de financiering bijvoorbeeld niet moeten verschuiven van projecten naar het businessmodel van de aanbiedende partijen? Hoe mooi zou het zijn als de financiële wereld zich anders positioneert, waarbij wordt geïnvesteerd in grondstoffen als eeuwigdurende obligaties!
“Be the change you want to see in the world” (Gandhi)
Wij zetten deze stap. Durft u ook ‘bokkie’ te staan en uw organisatie te committeren aan leefbaarheid? Volg onze artikelen op DuurzaamGebouwd.nl en kom naar onze afsluitende keynote op het Duurzaam Gebouwd Congres van 13 november. Wij gaan graag hierover met u in gesprek!
Over de auteurs
De auteurs Niel Slob & Saman Mohammadi zijn strategisch adviseurs bij draaijer+partners en promovendi aan de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. Binnen draaijer+partners zijn ze verantwoordelijk voor ’de nieuwe draai‘, een onderdeel dat zich bezig houdt met vernieuwende projecten binnen de vastgoedmarkt waarbij leefbaarheid en circulaire economie centraal staan.
Binnen TU Delft promoveren Slob en Mohammadi op de toepassing van leefbaarheid en circulaire economie binnen de vastgoedmarkt vanuit gebruikers- en aanbiedersperspectief. Hierbij zijn ze verantwoordelijk voor een onderzoekslab gericht op de circulaire economie.