Dutch Green Building Council lanceert gebiedskeurmerk

Tijdens de kick-off van de Dutch Green Building Week 2011 op maandag 19 september heeft de Dutch Green Building Council (DGBC) zijn derde keurmerk: BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling gelanceerd.

Een keurmerk om de milieuprestatie van een heel ontwikkelingsgebied te bepalen. Immers een duurzaam gebouw bezitten is mooi, maar wáár staat het eigenlijk?

Adviesgroep 
"Het was een lange weg om tot hier te komen", vertelt Jeanet van Antwerpen. Zij is partner-bestuurder bij Inbo, een multidisciplinair bureau met ontwerpers, bouwkundigen en ruimtelijk adviseurs, en voorzitter van de DGBC-adviesgroep Gebiedsontwikkeling. Gebiedsontwikkeling kent heel veel aspecten en er zijn veel actoren."

Het begint al met de vragen: 'Hoe baken je een gebied af?' en: 'Wat nemen we ervan mee in het keurmerk?', vertelt Van Antwerpen. "We kozen voor zes aspecten: Gebiedsklimaat, Bronnen, Ruimtelijke Ontwikkeling, Welvaart, Management en Synergie. Die laatste twee zijn bijzonder omdat ze de onderlinge samenhang beoordelen." Essentieel bij gebieden."

Langere periode
De duurzame ambities die in het ontwikkelproces zijn vastgesteld, moeten gedurende het hele proces overeind blijven en worden vastgelegd. Zodat de volgende groep die ermee aan de slag gaat, het stokje kan overnemen. Een gebouw zet je in twee jaar neer, maar de ontwikkeling van een gebied duurt soms wel tientallen jaren, waarin partijen wisselen.

Samenwerking met alle betrokken partijen kan soms knap lastig zijn. Lastig in de zin van nu keuzes moeten maken, waarvan de uitkomst pas over een langere periode bekend is.

"Discussies die hier dan uit ontstaan werken vertragend op de besluitvaardigheid. Belangrijk is bijvoorbeeld om de gemeenteraad sterk in het proces van duurzame gebiedsontwikkeling te betrekken. Soelaas biedt in zo'n geval vaak een sterke wethouder", zegt Van Antwerpen.
 
Gemeenschappelijke taal
Met meer dan 200 partijen uit de markt heeft de DGBC gezamenlijk gedefinieerd wat een duurzame gebiedsontwikkeling nu eigenlijk is. En daardoor is een gemeenschappelijke taal ontstaan die het voor  iedereen handen en voeten geeft.

Van Antwerpen: "Er blijkt veel vraag naar het keurmerk te zijn, met name bij provincies en gemeenten. Bestuurders en ambtenaren worstelen met de vraag wat nu precies een duurzaam gebied is. Ik hoop dat dit keurmerk hierin een inspirerend inzicht kan bieden. Het enthousiasme en de anticipatie blijkt wel uit het feit dat meer dan 20 gebieden hebben meegewerkt aan pilots."  

Do's en don'ts
Het keurmerk bevat geen do's en don'ts om het gebied te verduurzamen. Het blijft met opzet weg van kwantificeerbare grootheden als 'zoveel groen per inwoner'. Dat varieert namelijk te veel per gebied. De invulling van de ontwikkeling blijft dus geheel aan de innovatiekracht van de marktpartijen.

Van Antwerpen: "Het keurmerk toetst alleen wat de feitelijk gerealiseerde duurzaamheidsprestatie is. Bijkomend voordeel van dit keurmerk is dat het stimuleert om partijen vanaf het begin bij elkaar te brengen, goed na te denken en slimme keuzes te maken."

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Dutch Green Building Council