Slimme grondverwervingsstrategie belangrijk bij ‘rood-voor-groenprojecten’
Projecten in het landelijk gebied waarbij de opbrengsten van woningbouw worden gebruikt voor versterking van de groene omgeving, worden lang niet altijd adequaat gestart en aangestuurd.
De grondverwerving blijkt bijvoorbeeld vaak moeizaam te verlopen, omdat grondeigenaren hopen op meeropbrengsten door de rode bestemming van een deelgebied. Daardoor rekenen betrokkenen zich soms te rijk en staat de haalbaarheid van het rood-voor-groenproject onder druk. De provincie kan soms het verschil maken.
De praktijk laat zien dat rood-voor-groenprojecten soms moeizaam van de grond komen. Wat zijn de oorzaken? En wat kunnen we leren van projecten die succesvol verlopen? In opdracht van projectontwikkelaar AM NV en de ministeries VROM en LNV de Technische Universiteit Delft is hier onderzoek naar uitgevoerd.
Wat is rood-voor-groen
Rood-voor-groen is een mechanisme dat in de ruimtelijke inrichting steeds vanzelfsprekender is geworden. Opbrengsten uit nieuwe woningbouw en bedrijventerreinen (rood) worden deels gebruikt ter dekking van investeringen in landschap en de aanleg van natuur- en recreatiegebieden (groen). Het mechanisme kan zorgen voor vergroting van zowel het bestuurlijk als het financieel draagvlak van gebiedsontwikkelingsprojecten met veel nieuw groen.
Typologie rood-voor-groenprojecten
Het onderzoek laat zien dat het label ‘rood-voor-groen’ op sterk verschillende projecten geplakt wordt. Wat een doeltreffende aanpak kan zijn, hangt onder andere samen met het type project. In het onderzoek is een typologie van rood-voor-groenprojecten ontwikkeld. We onderscheiden drie typen: (1) groen-door-roodproject; waarbij binnen een gebiedsontwikkelingsproject primair veel groen wordt gerealiseerd (bijvoorbeeld een project waar veel nieuwe natuur en een klein aantal dure woningen wordt gerealiseerd),
(2) groen-door-roodproces; waarbij de landschappelijke kwaliteit procesmatig wordt verbeterd (door bestaande eigenaren in een groter gebied in de loop der tijd - in ruil voor rood - te verleiden om te investeren in ‘ontrommeling’ en het mooier maken van het landschap)
(3) rood-en-groenproject; waarbij de realisatie van groen in nauwe samenhang met en mede als gevolg van de realisatie van rood plaatsvindt.
Kwetsbaar
‘Groen-door-roodprojecten’ blijken in de praktijk het meest kwetsbaar. Er zijn verschillende partijen met diverse achtergronden betrokken. Vaak liggen de projecten in gevoelige gebieden wat een spanningsveld met zich meebrengt tussen het ruimtelijk beleid en de ruimtelijke wensen vanuit het project.
De grondverwerving blijkt vaak moeizaam, ook omdat grondeigenaren hopen op meeropbrengsten door de rode bestemming van een deelgebied. Mede daardoor rekenen betrokkenen zich soms te rijk en staat de haalbaarheid van het rood-voor-groenarrangement onder druk.
Conclusies en aanbevelingen
Hoewel projecten te verschillend zijn om een standaardaanpak voor te kunnen schrijven, kunnen we uit de ervaringen in de projecten wel succesfactoren afleiden. Een goede voorbereiding met een gezamenlijke en realistische analyse van de financiële haalbaarheid kan later patstellingen voorkomen.
Een krachtige en deskundige trekker die bij wijzigende omstandigheden zich sterk kan maken voor plan B, blijkt essentieel voor het tempo in veel projecten. De provincie kan soms het verschil maken door bovenlokale projecten - die vaak in kleine gemeenten zijn gesitueerd - door dat lastige stadium heen te trekken. Bij projecten waar het initiatief niet bij de bestaande eigenaren ligt, is een uitgekiende en tijdige grondverwervingstrategie van groot belang om succes te boeken.
Reacties
“Dit onderzoek bevestigt dat ‘rood voor groen’ na tien jaar experimenteren een volwassen beleidscategorie is geworden. Het biedt een mooi handvat om dit instrument verder door te ontwikkelen”, aldus Ellen Masselink, directeur Groen door Rood van AM NV. Voor het Ministerie van LNV blijft rood-voor-groen een actueel thema voor zowel de uitvoering van de Agenda Landschap als de aanleg van recreatiegroen in de buurt van stadsuitbreidinglocaties.