Het is stil in de markt als het om de epc-aanscherping in de utiliteitsbouw gaat. Vooralsnog heeft de kredietcrisis de hoogste prioriteit. Maar wie 1 januari een bouwvergunning aanvraagt en met de oude epc aan komt zetten, moet zijn plannen drastisch aanpassen.

Met ingang van 1 januari moeten nieuwe kantorencomplexen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, winkels, scholen en hotels een stuk energie-efficiënter worden gebouwd dan nu het geval is. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het behalen van beleidsdoelen op het gebied van klimaat en energie.

“Partijen hebben het echter nog nauwelijks in de gaten”, vertelt Albert Hulshoff van SenterNovem. “We hebben hier weliswaar geen harde aanwijzingen voor, het is meer een gevoel. Partijen die zich echt met duurzaam bouwen bezig houden weten al langere tijd dat deze maatregel er per 1 januari komt. Wat betreft de aanscherping moeten partijen moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen.”

Voldoende investeringsruimte?
En doen de partijen dat ook? De grote partijen hebben vooralsnog het convenant gesloten Meer met Minder. Hierin nemen deel Bouwend Nederland, energiebedrijven, overheden, Vrom en Uneto VNI. Doel is om in 2020 een structurele jaarlijkse energiebesparing van dertig procent te realiseren in 2,4 miljoen bestaande woningen en utiliteitsgebouwen in Nederland. Eind januari 2009 moet de uitvoering hiervan ingaan.

"Veel valt of staat met de vraag of in de huidige financieel-economische situatie voldoende investeringsruimte vrijgemaakt kan worden," zegt directeur van de uitvoeringsorganisatie Chris Bruijnes. "We hebben daar alle vertrouwen in.”

Wat denken andere partijen van de verscherpte epc voor utiliteitsbouw?

Atelier Pro
Directeur Uitvoering en financiën Ernstjan Cornelis van Atelier Pro: “Ik weet dat de epc voor kantoren van 1,5 naar 1,1 gaat. Maar de epc zegt ons te weinig over de prestaties van het gebouw. De epq zegt meer. De epq staat voor Energie Prestatie Quotient en zegt iets over het energiegebruik van het gebouw ten opzichte van het bouwbesluit. De epc is in zoverre handig dat iedereen weet waar je het over hebt. Dat is sowieso handig van normen. Daardoor wordt het een beetje een sport om bijvoorbeeld een A+-label te halen. Nadeel alleen is dat als je die norm eenmaal hebt gehaald de sport er weer een beetje af is. Ze hadden eigenlijk bij K-labels moeten beginnen.”

BNA
Inge Pit van de BNA: “We hebben de aanscherping bekend gemaakt via het BNA Blad en via onze website. De technieken om aan de energieprestatie-eisen te voldoen zijn al langer bekend gezien de ervaringen op dit gebied in de woningbouw.We hebben onze leden extra gewezen op een nieuwe brochure van SenterNovem waarin een aantal nieuwe technieken aan de orde komen om energiezuiniger te bouwen met betrekking tot utiliteitsbouw.”

Uneto VNI
“De installatiebranche beschikt over veel vernieuwende toepassingen van energiebesparende technieken voor verduurzaming. Enkele technieken bevinden zich nog in het innovatieve stadium, maar een groot deel is al op grote schaal toepasbaar”, meldt Uneto-VNI-voorzitter Marcel Engels. “Technisch kunnen we alle woningen duurzaam maken en ook in de utiliteit liggen kansen voor de installateur. In het licht van verduurzaming is techniek dus een verruimende factor.”

“Er is wel een aantal struikelblokken”, concludeert Engels. “Zoals het leveren van een energiemaatwerkadvies en de organisatie om deze nieuwe technieken toegepast te krijgen. Om die reden heeft Uneto-VNI – samen met Syntens en TNO – de stichting InstalNova opgericht. De stichting moet er voor zorgen dat er zoveel mogelijk samenwerking ontstaat met andere (markt)partijen zoals Bouwend Nederland en de energieleveranciers.”

Volgens Engels moet de besparingsmarkt zich nog wel ontwikkelen: “Ik heb in januari, toen we het convenant Meer met Minder ondertekenden, tegen de ministers gezegd dat het pas een succes is als we er in slagen om hier een markt van te maken. De tijd moet leren of deze samenwerkingsverbanden genoeg werk krijgen.”

Neprom
Navraag bij de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen leert dat ze daar geen problemen voorzien. De Neprom heeft een akkoord gesloten met Bouwend Nederland. In dit lenteakkoord word beoogd om is het gestandaardiseerde energieverbruik in de volle breedte van de nieuwbouwproductie(woning- en utiliteitsgebouwen) te verlagen met 25% per 1 januari 2011 en 50% per 1 januari 2015. Ten opzichte van de per 1 januari 2007 geldende Energieprestatienorm EPN.

Neprom wil met het convenant tot een nieuwe energieprestatienorm komen, die beter aansluit bij het werkelijke energieverbruik en die beter aansluit bij de beleving (comfort en woonlasten) van de consument.

Eric Vreedenburgh
Architect Eric Vreedenburgh: “Ik neem de hele overheid niet zo serieus. De ene norm is er nog maar net of de volgende komt er al aan. Het overheidsbeleid is niet bepaald consistent te noemen. Ik denk dat heel veel architecten er zo over denken. Voor de meeste opdrachtgevers zal de epc-aanscherping worst zijn. Als ze het gebouw maar snel kunnen verkopen. Wij zijn altijd met duurzaamheid bezig. We zien momenteel wel bij projecten dat als er bezuinigd wordt ze als eerste de door ons aangereikte duurzaamheidsnormen schrappen.”

Bouwvergunning
De ene partij staat wat lakonieker tegenover de epc dan de andere. Feit is dat de epc belangrijk is bij het aanvragen van een bouwvergunning. Deze epc is bepalend voor installaties voor verwarming, koeling en verlichting. Kortom, architecten, investeerders en installateurs kunnen niet om de epc-aanscherping heen.

Voor meer informatie: Energieprestatie-eisen

Maatregelen en subsidies
Toegepaste maatregelen om tot een lagere epc te komen zijn onder andere: warmtepomp, verlichting, isolatie. Er zijn divere fiscale regelingen voor milieuvriendelijke investeringen zoals de Energie-investeringsaftrek (EIA) en de MIA die tot 44 procent van de extra kosten aftrekbaar maakt.

Gerard Vos