"Dicht op elkaar wonen beter voor milieu"
Dicht op elkaar wonen is beter voor het milieu dan wonen in uitgestrekte buitenstedelijke vinexwijken. Dat betoogt J.D. Salomon van de universiteit van Hong Kong in een gesprek met nieuwszender CNN.
CNN sprak met architectuur professor Jonathan D. Solomon over het concept "urban densification" dat pleit voor compactere steden omdat deze de meest sociale en milieuvriendelijke vorm van samenleven zou opleveren.
Solomon: “Compacte steden verbruiken minder energie per persoon dan de minder dichtbevolkte buitengebieden.” Als mensen dan ook nog wonen in een kleinere ruimte is het voordeel nog groter: Kleinere ruimte, minder energie nodig en minder meubilair. Minder kosten om energie te transporteren en dat geldt ook voor alle aanvoer van benodigdheden.
Dichter op elkaar wonen betekent niet noodzakelijk dat we met z’n allen in wolkenkrabbers zullen zitten. “Tokyo is één van de meest dichtbevolkte steden, zonder veel hoogbouw. New Yersey in Amerika is de meest dichtbevolkte stad van Amerika maar helemaal ‘suburban’” zegt Solomon. “Compact betekent niet hoger, maar beter georganiseerd.”
Als voorbeeld van een goed georganiseerd binnenstedelijk project noemt Solomon projecten als Midtown Tokyo en Roppongi Hills. Hier zijn private investeringen gebruikt om te investeren in sociale ruimte en infrastructuur om de enclave met de stad te verbinden.
De inperking van de persoonlijke ruimte kun je compenseren met een beter gebruik van de gemeenschappelijke ruimte. Dat is van groot belang, in de visie van Solomon, in samenlevingen met veel verschillende culturen.
Het betekent veel investering in gebieden om de kwaliteit van leven te verbeteren. Kan dat ook lukken in arme gemeenschappen, vraagt CNN tenslotte. Solomon ziet investeringen van publieke gelden in infrastructuur als een belangrijke sleutel tot succes.
Foto: Roppongi Hills