Roundtable: ‘Locatie speelt belangrijke rol bij renovatie’
“Duurzaamheid bij nieuwbouwprojecten is geen probleem. De meeste uitdaging ligt in de bestaande bouw.” Vanuit die achtergrond had gastheer Arnoud Matser namens Merosch met zijn collega’s 3 stellingen bedacht, die ter sprake kwamen tijdens een rondetafelgesprek over renovatie en transformatie.
“Om onze duurzaamheidsdoelstellingen te halen, moeten we het renovatietempo en de impact verdrievoudigen”, trapte Matser af. “Dat betekent dat we jaarlijks 15.000 gebouwen moeten renoveren.” Daarom was zijn eerste stelling ‘Om renovatie en transformatie te stimuleren, moet een verslinderstaks worden ingevoerd: hoe meer verbruik per m2, hoe meer belasting’. “Een belasting is een drempel”, vond Theo van der Meijden van Reijnaers. “Ik ben meer van het stimuleren.”
Omgeving bepalend
Sibo Arbeek van ICS adviseurs vertelde dat de omgeving bepalender wordt bij de verduurzaming. “Het gaat steeds minder om het object, maar meer om de omgeving. Dat blijkt uit een onderzoek dat we hebben gedaan.” Arthur Liem van de gemeente Haarlemmermeer sloot zich hierbij aan. “Het draait om de locatie, die bepaalt of het rendabel is.” Volgens hem willen met name maatschappelijke organisaties panden renoveren naar BREEAM-NL Excellent of Outstanding. “De gemiddelde gebouweigenaar is hiermee nog niet bezig, voor hem zouden stimuleringsmaatregelen of negatieve prikkels helpen. Vergelijk het met rijden door rood: je kunt het natuurlijk ook belonen als je het niet doet.” Na 2020 verdwijnt de subsidie. “Tot BREEAM-NL Very Good worden je kosten goedgemaakt door energieopbrengsten. Maar ik vraag me af of er zonder die stimuleringsmaatregelen ook panden met ‘Excellent’ of ‘Outstanding’ verschijnen.” Hierop haakte Rinske Wikkerink van Kraaijvanger Architecten aan. “Dit geldt toch niet alleen voor renovatie, maar ook voor nieuwbouwprojecten?”
Niet-duurzame energie te goedkoop
Rob de Jong van Sto Isoned dacht echter dat niet-duurzame energie te goedkoop is. “Duurzame energie heeft een aantal externe kosten, die niet zijn doorgerekend in de prijs van fossiele energie. Eigenlijk zouden we een realistische prijs moeten afrekenen.” Dit beaamde Gerben van Dijk van Bouwstenen voor Sociaal. Hij pleitte voor een reële beprijzing van fossiele energie. “Veel subsidies houden de prijs van fossiel kunstmatig laag." Volgens Van der Meijden kan de overheid hierin een rol spelen. “Dit gebeurde wel in België en Duitsland.” Liem ziet de verduurzaming zich snel ontwikkelen. “Technisch kan het en we hebben nu het momentum. Vergelijk het met lcd-tv’s: zo’n 10 jaar geleden waren ze onbetaalbaar en nu heeft iedereen zo’n platte tv.” Hierbij speelt de handhaving een belangrijke rol. “Je zou eigenlijk moeten straffen om te stimuleren en belonen in de juiste richting”, vond Wikkerink. “En door je energieverbruik in de gaten te houden, maak je het tastbaar”, sloot Maarten van Dalen van DencoHappel zich hierbij aan.
Straf om te stimuleren en beloon in de juiste richting'
Rinske Wikkerink
Van het gas af?
Bij stelling 2 ‘Bij grootschalige renovatie/transformatie moet per definitie de gasaansluiting vervallen’ vroeg gastheer Arnoud Matser van Merosch zich af wanneer een project grootschalig is. De Jong gaf aan dat hiervoor Europese richtlijnen bestaan: “Die richtlijn geeft aan dat het grootschalig is als meer dan 25% van een gebouw wordt aangepakt.” Daarna volgde de vraag van Van Dijk: “In 5 jaar zijn we op het gas aangesloten. Willen we van het gas af? Als we binnen 15 jaar hiervan af willen, dan moeten we er toch nu mee beginnen.” Hierbij pleitte De Jong ervoor dat gemeenten wijken aanwijzen, die van het gas af kunnen gaan.” Volgens Liem is dit nog niet zo eenvoudig. “Wij kunnen geen eisen stellen, die boven het Bouwbesluit komen.”
Wij kunnen geen eisen stellen, die boven het Bouwbesluit komen'
Arthur Liem, gemeente Haarlemmermeer
Materialen hergebruiken
Op de 3e stelling ‘Fabrikanten moeten worden verplicht om hun materialen na gebruik terug te nemen en grotendeels te hergebruiken’ reageerde Adriaan Boer van Kieback & Peter: “Dit is in Duitsland al wettelijk verplicht.” Ook Van Dalen was van deze verplichting een voorstander. “Hierdoor moeten fabrikanten hun producten anders produceren.” Van der Meijden vroeg zich af hoe de restwaarde van een product te bepalen is. “Het verschilt enorm per product. Zo kunnen onze aluminium vensters 50 à 100 jaar in een gebouw blijven zitten. Die periode is voor tapijten veel korter en dat maakt het economisch voor tapijtfabrikanten interessanter dan voor ons. ” Wikkerink denkt dat het draait om flexibel omgaan met de producten. “Het nieuwe stadskantoor in Venlo is gebouwd zonder een leasecontract aan de materialen toe te voegen. Het is echter wel demontabel.” Volgens Liem is deze manier van bouwen de toekomst. “We recyclen nu nog te veel laagwaardig, dat moeten we veranderen. Hiermee moeten we rekening houden in een bouwproject.”