Auteur: Tim van Dorsten
In juni organiseerde Duurzaam Gebouwd 4 seminars voor woningcorporaties, onder meer in de bosrijke omgeving van De Spreeuwelse Heide in het Brabantse Westelbeers. “Haal meer uit het bewonerscontact.”
Na de introductie van dagvoorzitter en Duurzaam Gebouwd-directeur Wietse Walinga was het woord aan Margaret Zeeman, directeur-bestuurder van de Nieuwegeinse woningcorporatie Jutphaas Wonen. “Net als veel randgemeenten kampen wij met leegstaande kantoorpanden. We hebben het percentage weten terug te schroeven van 33% naar 27%.”
Crisis als drijfveer voor verandering
Dit is gelukt door enkele kantoorpanden te kopen en naar een appartementencomplex te transformeren. "Gelukkig hebben we hulp gehad van een meewerkende en meedenkende gemeente. Daarnaast heeft de crisis bijgedragen aan een grotere wil om te veranderen.”
Jutphaas Wonen koos namelijk voor een andere aanpak. “We hebben de productomschrijvingen losgelaten. Op hoofdlijnen hebben we de prestatie-eisen geformuleerd en de markt benaderd. Hierbij hebben we beroep gedaan op de creativiteit van de markt.” In de uitvraag zorgde de Nieuwegeinse corporatie wel voor wegingsfactoren. Zo speelden energie en hergebruik een belangrijkere rol dan architectuur en afval.
Getransformeerde kantoorgebouwen zijn populair
Volgens haar heeft deze aanpak voor het juiste effect gezorgd. “Wij vroegen label A en de winnende aannemer zorgde voor A+.” Niet iedereen was met deze andere aanpak eens, bleek uit reacties in de zaal. Een van de aanwezigen wilde niet het risico lopen om ergens in te investeren zonder de zekerheid de opdracht te krijgen. “Dit is niet duurzaam, dit kost de markt tonnen euro’s die zomaar verdwijnen.”
Een herkenbare reactie, vond Zeeman. “We horen het vaker: mensen vinden het lastig om het vertrouwde los te laten. Maar we merken dat met name middelgrote bedrijven dit goed oppakken. Zij weten steeds beter wat de bewoners van randgemeenten willen; de woningen in deze getransformeerde kantoorgebouwen zijn steeds sneller verhuurd.”
Verfraaien, beschermen en optimaliseren bedrijfsrendement
Daarna vertelde Bart Eissens, strategisch vastgoedadviseur bij Sigma Coatings, hoe onderhoud de doelen voor verduurzaming invult. “Wij maken gebruik van de levensduurindicator: een programma dat de levensduur en prestaties van een verfsysteem voorspelt aan de hand van projectafhankelijke beïnvloedingsfactoren. Dit verlaagt de exploitatiekosten en optimaliseert de Total Cost of Ownership.”
Het doel van Sigma Coatings is het verfraaien, beschermen en optimaliseren van het bedrijfsrendement, met behoud van waarde van het vastgoed en tevreden eindgebruikers. “Dit doen we onder meer door te innoveren, op basis van klantinzichten en behoeften. Van onze omzet van meer dan € 18 miljard investeren we meer dan € 500 miljoen in innovaties." Volgens Eissens draait echter niet alles om het geld. "Sterker nog: naast de harde, financiële kant houden we ons juist ook bezig met de zachte kant - kleur, beleving en uitstraling - waarbij de bewoner centraal staat. Onze ervaring is dat belanghebbenden vaak niet goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden om de onderhoudscyclus op een duurzame manier op te rekken en welke positieve effecten kleur heeft in relatie tot het welzijn en leefbaarheid van gebruikers in en rondom gebouwen."
Renoveren naar energieneutraal is niet eenvoudig
Namens Talis vertelde projectmanager Sietse Jager over enkele portiekflats, die de Nijmeegse woningcorporatie renoveert en heeft gerenoveerd. “Voor € 12 miljoen hebben we het energielabel van de Weezenhof-flats verhoogd van E/F naar A/B. Ook met de Meijhorst-flats maken we nu dezelfde labelsprong en met de Rentmeester-flats gaan we dit ook doen. We hebben echter nog niet ontdekt hoe we eenvoudig en goedkoop naar energieneutraal kunnen renoveren.”
In zijn ogen is duurzaamheid meer dan alleen energiezuinig. “Het gaat bijvoorbeeld ook om toegankelijkheid. Bij de Rentmeester-flats maken we de entree beter vindbaar.” In veel beslissingen heeft Talis de bewoners meegenomen. “Dit hebben we als erg waardevol ervaren. Ik roep dan ook op om meer uit het bewonerscontact te halen.”
Met all-electric naar energieneutrale woningen
Alklima-adviseur Rudy Grevers zei dat een lucht/water-warmtepomp zorgt voor een grote stap naar energieneutrale woningen. “Samen met isoleren en wtw-ventilatie, legde hij uit. “Door all-electric te gaan, hebben we enkel windmolens en/of zonnepanelen nodig om elektriciteit op te wekken. Een warmtepomp gebruikt 3 kW uit de lucht en 1 kW uit het stopcontact en zorgt hierbij voor de verwarming en de koeling. Hij onttrekt energie uit de buitenlucht en zet deze om in warm water voor ruimteverwarming en warm tapwater."
Volgens Grevers is de investering laag en is de warmtepomp flexibel toepasbaar. "Een bodembron en gasaansluiting zijn namelijk niet nodig." Per project zoekt Alklima naar de beste oplossing. "Onder meer Nul-op-de-meter van Stroomversnelling en MorgenWonen van VolkerWessels gebruiken onze warmtepomp."
ESCo voor de woningbouw
Als afsluiter vertelde Marnix van Os over de energiebundel om vastgoed te verduurzamen. “Hierbij beschouw ik de Total Cost of Ownership maatgevend”, lichtte hij toe. Op basis hiervan heeft hij in de Zutphense Hanzehal voor een ESCo gezorgd, met enkele financiële voordelen. “Dankzij een 11-jarig prestatiecontract hebben we gezorgd voor 30% besparing op gas, 7% op elektra en 6% op de totale kosten. Hierdoor kunnen we investeren in zonnepanelen.”
Het is niet eenvoudig om dit model in de woningbouw toe te passen, vond hij. “Maar liever kijk ik naar de kansen van zo’n woningabonnement, deze ESCo voor de woningbouw. Het beste argument hiervoor is comfortverbetering, voor bewoners staat dit centraal. Daarnaast hebben consumenten het voordeel dat hun woonlasten hiermee stabiliseren. Het voordeel van de eigenaar is dat de waarde van het vastgoed hiermee verhoogt.” Na deze woorden begaven de aanwezigen zich naar het restaurant, om te lunchen en te netwerken.