Het aantal projecten dat voor CO2-reductie gaat, groeit. Een grotere inzet op CO2 is de toekomst, als het aan Dutch Housing Company ligt.
Na de ontwikkeling door Dutch Housing Company van Parkzichtlaan in Utrecht, waar een reductie van wel 85% aan broeikasgassen werd behaald, is het nu de beurt aan het project ‘Laan van Rijn’. FSC-gecertificeerd hout met natuurlijke isolatiematerialen zorgen daar onder meer voor een duurzame ontwikkeling.
Het selecte groepje dat zijn intrek mag nemen in een van exclusieve landhuizen van de Laan van Rijn woont aan een eigen oprijlaan aan de Zandweg in De Meern te Utrecht. Loop je langs die laan, dan tref je in het middelpunt een monumentale boerderij uit de vorige eeuw; uit 1889 om precies te zijn. In het eigen wijkje staan bovendien zeven vrijstaande landhuizen en het zogenaamde zomerhuis, een ontwerp met een moderne knipoog naar de monumentale boerderij.
Groene omgeving
Er ligt onder andere een bijzondere focus op het groen in en rondom de wijk. Naast de al bestaande groenvoorziening worden er nieuwe bomen aangeplant, met een hint naar het oorspronkelijke landschap. “Je treft er onder andere knotwilgen, singels en fruitboomgaarden aan”, zegt directeur Walter Landsaat van Dutch Housing Company. “Langs de oprijlaan ligt een groene zone, waarmee ook met levend groen het duurzame karakter van deze ontwikkeling wordt versterkt. Verder wordt in deze zone de waterberging gefaciliteerd.”
De landhuizen hebben een woonruimte van 220 m2, met veel licht. De gevel aan de videzijde werd over twee woonlagen geheel in glas uitgevoerd. “In de omgeving vind je verder een winkelcentrum op loopafstand, Vleuterweide. Het Leidsche Rijn Centrum ligt ook dichtbij, nog geen vijf kilometer verderop. De binnenstad van Utrecht is binnen handbereik en de historische waarden sluiten goed aan op de uitstraling van Laan van Rijn.” Alles bij elkaar een bijzondere invulling met villa’s op een heel exclusieve plek midden in de Leidsche Rijn.
Het project sluit goed aan op de ambitie van Dutch Housing Company om in te zetten op CO2-reductie. De doelstellingen vanuit het Parijs-akkoord lijken ver weg, maar zijn tegelijkertijd ambitieus vanwege de schaalgrootte: er moet nog een groot deel van het Nederlandse vastgoed worden omgevormd.
“Zoals we ook aantoonden bij het project Parkzichtlaan (in Duurzaam Gebouwd Magazine nummer 44, red.), laten we met Laan van Rijn zien dat we onze CO2-ambities vandaag al kunnen realiseren. Samen met architectenbureau Mulleners & Mulleners laten we wederom zien dat de inzet op reductie van broeikasgassen loont.”
Hout voor de draagconstructie
Net als bij Parkzichtlaan is gekozen voor het materiaal hout om de draagconstructie te vormen. Er wordt FSC gecertificeerd hout toegepast voor het casco. Dat is op zichzelf niet bijzonder, maar er zitten unieke eigenschappen aan het materiaal.
“In de fabriek wordt het casco geprefabriceerd en geïsoleerd met natuurlijke isolatiematerialen. Bijvoorbeeld met cellulose of met houtvezel. Hiermee creëren we een luchtdicht maar dampopen bouwsysteem, essentieel voor gezond wonen.”
De eigenschappen van het materiaal betekenen voor de bewoner warmte- en geluidsisolatie, evenals vochtregulering. De voordelen van hout zijn er niet alleen op het vlak van een warme uitstraling en akoestiek. “De reductie in CO2 is aanzienlijk ten opzichte van de reguliere constructies met beton, namelijk ruim meer dan 50 procent.“
Ook is all-electric het vertrekpunt van de realisatie. De woning wordt zonder gasaansluiting opgeleverd en wekt zelf duurzame energie op. Iedere bewoner heeft de mogelijkheid om eventueel op te schalen in het aantal zonnepanelen, die zijn verwerkt in het dakvlak. “Hierdoor kunnen eindgebruikers zelf beslissen over de eventuele extra energieopwekking. We zetten een lucht/water-warmtepomp in en koppelen deze aan het vloerverwarmingssysteem.”
Om de effectiviteit van deze maatregelen verder te verhogen, wordt extra aandacht geschonken aan de bouwkundige techniek en schil. “Dat is een belangrijke stap van de Trias Energetica. Zorg ervoor dat je energieverbruik beperkt door verspilling tegen te gaan, met goede isolatie van de buitenschil. Denk daarbij niet alleen aan de isolatie van gevels, maar ook van daken en vloeren.”
Vraaggericht ontwikkelen
Belangrijk aandachtspunt is dat Dutch Housing Company zijn projecten voor eigen rekening en risico ontwikkelt. Ook grondposities worden op eigen rekening en risico verworven. Het bedrijf pakt op deze manier de volledige bouwketen op en is daarmee in staat de regie naar zich toe te trekken.
“Wij zien onszelf daarmee als een soort ketenregisseur. Uiteraard trek je hiermee veel risico’s naar je toe maar op deze manier zijn we in staat om rechtstreeks voor de eindgebruiker te ontwikkelen: vraaggericht in plaats van aanbodgericht. Daarom is de architectuur van de woningen ook essentieel: een woning is emotie en de klant speelt daarin een cruciale rol. Ook daarin vormt dit project een mooi voorbeeld.”
Nadruk op energie mag verdwijnen
Het project moet niet alleen als duurzame ontwikkeling op zichzelf staan, maar ook zorgen voor meer nadruk op CO2-besparing. Tenders en uitvragen zetten nu vooral in op de energie-eisen. “Natuurlijk is het energievraagstuk een onderdeel van iedere ontwikkeling, maar dit zou een standaard moeten vormen en niet als uitgangspunt moeten dienen. We zien nog veel te weinig dat CO2- ambities worden betrokken in uitvragen.”
Dat moet volgens Landsaat anders. “Gemeenten zitten middenin het vormen van de warmtetransitievisies en de plannen voor de wijken van de toekomst. Dan hoort het CO2-vraagstuk op je netvlies te staan en moet je er ook op acteren. Dat betekent dat uitvragen en aanbestedingen anders worden, meer toegespitst op eigenschappen die te maken hebben met een duurzamere toekomst.”
Tekst: Marvin van Kempen, beeld: Dutch Housing Company