Na een lange periode van voorbereiding opende De Sokkerwei in Castricum in 2002 als ‘eerste duurzame school’ de deuren voor de leerlingen. Hoe bevalt het gebouw nu het er bijna twintig jaar staat? Zijn de keuzes van destijds toekomstvast gebleken?
Basisschool De Sokkerwei werd ontwikkeld door Lithos Bouw & Ontwikkeling en maakt deel uit van een complex met kantoorruimte, twintig wooneenheden, een parkeergarage en een kelder. Directeur van De Sokkerwei Klaas Degen nam enkele jaren terug het estafettestokje over van zijn voorganger. Hij meldt dat zojuist de zonnepanelen op het dak van de school zijn vernieuwd. “Je ziet op het scherm in een van de gangen de opbrengst van de zonnepanelen. Dat is leuk en leerzaam voor kinderen en het laat ze zien dat je op een andere manier aan energie kunt komen dan dat je het betrekt van anderen en dat je energie dus als gebouw zelf opwekt.”
Duurzaamheid in de vorm
De ronde vorm van het gebouw met de school – een ontwerp van BBHD Archiktekteburo Schagen, Maarten Overtoom en Wim Dettmers – is destijds zeer bewust gekozen vanuit energetische motieven. Door de oriëntatie kan maximaal van zonnewarmte en daglichtinval geprofiteerd worden en is warmteverlies minimaal. De school aan de zuidkant is één bouwlaag hoog, het gebouw aan de noordzijde heeft 3,5 bouwlaag. De toepassing van het sedum dak bij de school en de appartementen werkt isolerend en absorbeert water. Voor het energieconcept – verwarming, ventilatie en tapwater - werd ECN in Petten ingeschakeld die diverse energiescenario’s onderzocht. De keuze viel op optimale daglichtafhankelijke verlichting, vloerverwarming voor het centrale deel in de school en ventilatoren met HR-warmteterugwinning voor de lokalen. Daarbij werd ca. 90% rendement voorzien en tezamen met de gebouwschil zou dit een grote besparing op gasverbruik en CO2-uitstoot geven vergeleken met een geformuleerde referentiesituatie. Die CO2-uitstoot is vervolgens gecompenseerd door een investering per leerling in windenergie, iets wat nog steeds wordt gedaan. Degen: “In de loop van de tijd zijn er eigenlijk nauwelijks zaken veranderd is mijn beeld. Het is gewoon een goed doordacht gebouw. Wat je ziet is dat in het wooncomplex nog veel mensen wonen die er twintig jaar geleden als eerste bewoners kwamen die er toen bewust voor gekozen. Dat merk je ook in overleg binnen de VVE. De lijnen zijn kort en men is echt betrokken bij het duurzame gedachtengoed waarop dit project ooit is gebaseerd.”
Hout in de hoofdrol
Architecten Overtoom en Dettmers pasten waar mogelijk hout toe in het interieur. Zo bestaan de muren langs de ronde middengang onder de daglichtstraat uit houten elementen of paneeldeuren. In de lokalen van de bovenbouw hebben een schuin dak met de houten spanten zichtbaar en de trappen naar de entresols zijn ook van hout. Bij het exterieur is verduurzaamd hout gebruikt voor deuren en kozijnen. De vorm van het gebouw en het zeer zichtbaar toepassen van hout als constructiemateriaal ondersteunen ook de ‘sociale duurzaamheid’ volgens de ontwerpers. Het ronde centrale deel van het schoolgebouw voelt als een ‘tent’ en wordt gebruikt door leerlingen voor gezamenlijke activiteiten zoals feesten en toneelopvoeringen. Rond dit centrale deel is een ‘lichtstraat’ met glazen dak voor daglichttoetreding. Aan die ronde lichtstraat liggen de lokalen die logischerwijs taps toelopen. Daarbij loopt het dak op naar het midden zodat in elk lokaal ook een open verdieping is aangebracht waar leerlingen kunnen werken.
Onderwijsvisie gericht op duurzaam
Degen geeft graag uitleg over de onderwijsvisie die volgens hem ook zeer verbonden is met het schoolgebouw. “Het schoolgebouw en de idealen waaruit het is ontstaan, gebruiken we om onze leerlingen bij te brengen wat duurzaamheid betekent. Onze visie op onderwijs in ondergebracht in het International Primary Curriculum (IPC) waarbij er zaakvakken en cultuurvakken zijn. Geen losse vakken als aardrijkskunde, biologie of science maar alles is geïntegreerd in projecten waarin ook gezonde levenshouding (tuinen en gezond voedsel, gezonde tussendoorhapjes) en duurzaamheid zijn opgenomen. Dat komt terug in al onze projecten. Zo start bijvoorbeeld een project over een weeshuis in Afrika. Een van de mensen die dat heeft opgezet, zat hier op school. En er is veelvuldig contact zodat de kinderen hier leren wat duurzaamheid in Afrika inhoudt. Wij vinden het belangrijk om als school de kinderen van jongs af aan dat aan te leren zodat het een gewoonte wordt. Dan blijven ze het ook doen als volwassenen verwachten we.”
Kacheltje bijzetten?
Als Degen wordt gevraagd naar punten van verbetering moet hij daar even over nadenken. “Ik vind het heel mooi dat in het centrale deel van ons gebouw vloerverwarming is aangelegd. Daar zitten kinderen graag op de grond. In de lokalen en overige ruimten is luchtverwarming. Wel bleek toen het heel koud was dat de verwarming in mijn kantoor – dat aan de noordzijde onder de appartementen ligt - niet voldeed. Dat is bijgesteld en nu is het goed ingeregeld. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ik hier een elektrisch kacheltje erbij ga zetten ….” Degen is tevreden over het gebouw en richt zich vooral op de toekomst: “In het gebouw zijn naast de basisschool ook ruimtes voor dagopvang en huiswerkbegeleiding gereserveerd. Deze huren de ruimte van ons en maken geen deel uit van de school zelf al wordt de samenwerking steeds inniger. Wij ontwikkelen ons als kindcentrum door het integreren van activiteiten. Met de opvangorganisatie Forte gaan we nu zo samenwerken dat we wellicht binnenkort één organisatie worden.”
Tekst en fotografie: Tom de Hoog