Het QO hotel in Amsterdam ontvangt volgende maand de eerste gasten. Circulariteit op het gebied van materialen en gesloten cirkels voor wat betreft afval, water en energie maken dit één van de meest duurzame hotels in Europa. Donderdag 8 maart vond de press preview plaats.
Tekst: Gerrit Tenkink, Beeld: Ronald Tilleman
Naast de 500 ton gerecycled beton (uit de oude Shell toren in Amsterdam) trekken vooral de gevel (reagerend op weersomstandigheden en aanwezigheid van gasten) en de kas op het dak de aandacht. Het hotel is 21 verdiepingen hoog en telt 288 hotelkamers, elf luxe suites en één presidentiële suite. Eén van de initiatiefnemers en geestelijk vader van het duurzaamheidsconcept is Xander Bueno de Mesquita. Hij gaf het hotel vorm vanuit de visie ‘Treating Life Well’. Bij deze visie is duurzaamheid niet alleen een technisch verhaal dat wordt doorgetrokken richting bouw en exploitatie, maar is het ook een verhaal over bewustzijn en ervaring over hoe we duurzaam en gezond kunnen leven. Verder is bij het ontwerp rekening gehouden met de toekomstige functies van het gebouw. “Want”, zo stelt Bueno de Mesquita “Niemand kan zeggen wat de functie van het gebouw is over tien jaar.” Pijlers bij Treating Life Well zijn humble food, fresh thinking, beautiful people, good energy en dutch creativity, waarbij vooral ook de verbinding met de buurtbewoners wordt gezocht. Zo krijgt het gebouw bijvoorbeeld een buurtfunctie, waarbij het voor buurtbewoners en passanten uitnodigend moet zijn om binnen te lopen.
LEED Platinum
Het hotel verwacht binnenkort het Platinum LEED – certificaat te behalen, maar als het aan Bueno de Mesquita had gelegen had hij het liefst zonder certificaat gewerkt. “Certificering heeft voordelen, maar beperkt je ook in je mogelijkheden en creativiteit, omdat je aan allerlei regels moet voldoen.”
Geestelijk vader van het duurzaamheidsconcept van het QO hotel, Xander Bueno de Mesquita. (foto: Uitgeverij Gelderland)
Gesloten cirkels
Het duurzaamheidsconcept werd concreet uitgewerkt in samenwerking met Paul de Ruiter Architects en Mulderblauw architecten en adviesbureau Arup. De cirkels afval, water en energie zijn gesloten. Om dat te realiseren zijn bijvoorbeeld een warmte-koude opslag, een Bio-warmtekrachtkoppeling en een warmtepomp geïnstalleerd. Voor wat betreft materiaalgebruik: naast het gerecyclede beton van de Shell toren, werd het tapijt bijvoorbeeld gemaakt van 100 procent gerecyclede visnetten. Architect Paul de Ruiter gaf tijdens zijn presentatie uitleg over de zogenaamde chameleon skin. “We hebben een systeem ontwikkeld, waarbij de kamer gekoeld of verwarmd wordt op het moment dat de gast op zijn kamer is. Maar we gaan verder. De 1683 bewegende gevelpanelen aan de buitenzijde van de ramen reageren, als de gast niet in de kamer is, op de gewenste temperatuur in samenspel met het buitenklimaat. Zo zorgen ze voor extra isolatie op de koelere dagen of laten zonlicht binnenstromen voor verwarming, zodat de kamer altijd op een aangename temperatuur blijft. Zo laat de gevel steeds een wisselend beeld zien. Met dit systeem besparen we 65 procent op verwarming en 90 procent op koeling.”
Bouw
Sven-Pieter van der Giesen van JP van Eesteren en André Praat van Croonwolter&dros vertelden de toehoorders dat duurzaamheid ook tijdens de bouw een belangrijk aspect was. “Van der Giesen: “We hebben gebouwd volgend de principes van de Bewuste Bouwers. Eén van de punten die van belang is, is bouwen met zo min mogelijk overlast voor de omgeving. Zo planden de leveranciers zelf hun transport. Hierbij was sprake van Just-in-time levering, zodat ze precies wisten wanneer ze konden laden en lossen. Daarnaast werd 95 procent van het bouwafval ter plekke gescheiden. Op de bouw werd zo veel mogelijk prefab aangeleverd. Bijvoorbeeld de metalstucwanden zijn in de fabriek al op maat gemaakt, zodat ze in het werk alleen nog maar afgemonteerd hoefden te worden. Zo konden we de bouwtijd beperken, maar wordt het ook gezonder om in deze bouwomgeving te werken. Simpelweg omdat op die plek minimaal gezaagd, geboord en geslepen hoefde te worden.”
Matthias van den Berg is de greenhouse expert van het QO. (foto: Uitgeverij Gelderland)
Kas
Een belangrijke eyecatcher is de kas op het dak van het gebouw. Voor deze kas zijn de ontwerpers te rade gegaan bij de meest innovatieve kassenbedrijven in het Westland. Matthias van den Berg is de greenhouse expert en verantwoordelijk voor het concept: “Om als kas circulair te zijn, zijn we uitgegaan van de zogenaamde aquaponics-methodiek. In dit geval betekent dat dat we hier vissen kweken in combinatie met de verbouw van groenten. De vissen, omegabaars, scheiden voedingsstoffen uit die een biologische voedselbron voor de planten vormen en deze zuiveren het water weer voor de vissen. Zo ontstaan er dus een circulair systeem. Uiteraard wordt zowel de vis alsook de groente in het restaurant gereserveerd. De verwachting is dat we zo’n zeventig verschillende groenten, kruiden en bloemen kunnen kweken. Voor wat betreft de bloemen en de kruiden zijn we bijna zelfvoorzienend. Voor wat betreft de groente gaan we hier in onze kas experimenteren met diverse groenten. De soorten die aanslaan bestellen we dan bij diverse kwekers.”