In het Noord-Hollandse Zwaag werd recent het nieuwe hoofdkantoor van bamboespecialist Moso geopend. Met de ingebruikname van het nieuwe pand aan de Adam Smithweg verwacht de internationaal opererende onderneming klaar te zijn voor de toekomstige groei. Natuurlijk is het eigen product – bamboe – veelvuldig toegepast op het nieuwe hoofdkwartier.
Wie geïnteresseerd is in de toepassingsmogelijkheden van bamboe in een interieur wordt aangeraden eens een bezoek te brengen aan het spiksplinternieuwe hoofdkantoor van Moso in Zwaag. Want het door Landmark Vastgoed Management ontworpen en door Scholtens Groep gebouwde nieuwe onderkomen van de bamboespecialist kan gelden als een bijzonder visitekaartje voor iedereen die interesse heeft in de toepassingsmogelijkheden van deze bijzondere snelgroeiende grassoort.
Het hoofdkantoor in Zwaag biedt een dynamische werkruimte en een showroom voor bamboetoepassingen en is met 4.350 vierkante meter het grootste bamboemagazijn van Europa. Het duurzaam gebouwde kantoor is licht en ruim ingericht. Met de talloze toepassingen zoals vloeren, trappen, plafonds, deuren, kozijnen en meubels, is het pand een unieke bamboeshowroom.
Groeiende behoefte
Het gebouw heeft een hart van bamboe: vijf bamboestammen van 12 meter hoogte zijn, dwars door de verdiepingsvloeren heen, van de vloer tot aan het dak geplaatst. Vanaf de entree tot in het magazijn loopt een speciale route, die bezoekers inzicht geeft in de totale levenscyclus van bamboe. Volgens Rene Zaal, directeur van Moso voldoet zijn bedrijf hiermee aan een groeiende behoefte naar duurzame materialen in de bouw- en interieursector. “De verwachting is dat het gebruik van bamboe de komende jaren een vlucht gaat nemen”, zegt hij. “Al enkele jaren is er een toenemende interesse in ecologische alternatieven voor tropisch hardhout. Hierdoor is de ontwikkeling van bamboetoepassingen in een stroomversnelling geraakt. Met name de groei in buitentoepassingen is opvallend. Kijk bijvoorbeeld naar het alternatieve gebruik van bamboe voor gevelbekleding en terrassen. Maar ook het gebruik van bamboe als volwaardig houtproduct voor interieurbouw is aan een opmars bezig. Met de opening van ons nieuwe pand verwachten wij helemaal klaar te zijn voor de toekomst.”
Natuurlijk zijn er in de huidige bouwsector tal van leveranciers die de ‘duurzaamheidskaart’ spelen. Maar daar valt nog wel eens wat op af te dingen, weet men bij Moso. “Vaak claimen bedrijven een ‘groen’ product te verkopen, zonder dit daadwerkelijk te kunnen bewijzen”, aldus de woordvoerder. “Bij Moso proberen we zo transparant mogelijk te zijn met betrekking tot de duurzaamheid van onze producten. Zo baseren we onze claims op wetenschappelijk onderbouwde rapporten conform de laatste milieu-impact methodieken zoals de CO2-voetafdruk en LCA conform ISO 14040/44. Verder worden, naast de milieu-impact, ook de kwaliteit, veiligheid en emissies van onze producten en productieprocessen continu geborgd volgens de meest strikte beschikbare normen en certificeringen.”
Ontbossing
Met de duurzaamheid van de Moso-oplossingen zit het volgens de wereldwijd opererende speler dan ook wel snor. Omdat bamboe sneller groeit dan zachthout, maar tegelijkertijd ‘hardhouteigenschappen’ heeft, biedt het gebruik van deze bijzondere grassoort volgens het bedrijf onder meer een remedie tegen ontbossing in tropische hardhoutgebieden. Bovendien gaat het materiaal volgens de woordvoerder zeer lang mee. En ook dat draagt bij aan de duurzaamheid van het product. “Duurzaamheid in de zin van ‘durability’ is een belangrijk en soms wat vergeten aspect van ‘sustainability’. Immers, hoe langer een product meegaat, hoe lager de milieu-impact als gevolg van de vervanging van dat product.”
Het nieuwe hoofdkantoor van Moso werd recent geopende door Hans Friederich, directeur-generaal van het Internationale Netwerk voor Bamboe en Rotan (INBAR). Ter gelegenheid van de feestelijke ingebruikname van het pand benadrukte ook Friederich de stormachtige opkomst van bamboe: “Bamboe is nu geaccepteerd als een geprefereerd duurzaam ontwerp- en bouwmateriaal door consumenten, ontwerpers en architecten.”