Auteur: Gerrit Tenkink
Drinkwaterbedrijf Vitens ontwikkelde samen met IA Groep een duurzaam drinkwaterproductiebedrijf in waterwingebied Vechterweerd, in de gemeente Dalfsen. Dankzij de rol van de omwonenden bij het ontwerp, de verduurzaming van het pand en de inpassing in het landschap, ontving dit project de Gouden Kikker Award 2015.
Vanaf de Zwolse kant is het even zoeken naar het nieuwe Vitens-pareltje. En dat beoogt dit drinkwaterbedrijf ook exact met dit gebouw: opgaan in de omgeving. Aan de westzijde loopt het met gras begroeide dak vanaf het maaiveld schuin omhoog tot aan de gevelhoogte van pakweg tien meter aan de voorzijde van het gebouw. Die voorzijde, de entreezijde, is voorzien een grijze stalen gevelbekleding. Deze bekleding wordt optisch gebroken door de houten verticale staanders van Accoya-hout. Deze natuurlijke materialen zorgen voor een natuurlijke uitstraling. De verlichting in en rond het gebouw brandt alleen op de noodzakelijke momenten, met dank aan de bewegingssensoren.
Opgaan in omgeving
De wens om het gebouw op te laten gaan in de omgeving was niet alleen die van Vitens, maar kwam ook van de omwonenden en de gemeente Dalfsen. “Meerdere ontwerpen hebben de revue gepasseerd”, vertelt Vitens-projectmanager Eric van der Kooij, “maar telkens voldeden ze niet aan de verwachtingen. Een belangrijke vraag was voor ons: ‘Hoe krijgen we de omwonenden zo ver dat zij instemmen met het plan?’. Hier in de omgeving speelt duurzaamheid een grote rol en is sprake van een grote kritische betrokkenheid. Vanuit Vitens wilden we graag een hoge mate van duurzaamheid, maar dan wel in een gebouw dat ook de omwonenden zouden accepteren.”
Samen met de architect kwam Vitens met allerlei ideeën, zoals zonnepanelen en sedum op het dak. “Maar het was eigenlijk steeds net niet wat we zochten. Uiteindelijk stelde een van de omwonenden ons de cruciale vraag, die onze ogen opende: ‘Doe je duurzaam of ben je duurzaam?’. Op dat moment hebben we gezegd: ‘Als we voor duurzaam gaan, dan doen we het ook goed. Niet alleen wat betreft gebouw, maar ook wat betreft omgeving’. We zijn toen gaan werken aan een integrale duurzaamheidstoets voor gebouw en omgeving. Eigenlijk kun je stellen dat onze zoektocht naar totale duurzaamheid hier in dit gebouw samenkomt”, legt Van der Kooij uit.
Keuze bij omwonenden
“Duurzaamheid was ook bij het eerdere ontwerp leidend, maar op het moment dat we de omwonenden erbij haalden ging alles sneller”, vult Mark van Westerlaak aan. Hij is architect en adjunct-directeur bij ingenieurs- en architectenbureau IA Groep. “We zijn gaan praten met de omwonenden. Aan de hand van hun suggesties hebben we drie ontwerpen gemaakt, die Vitens heeft goedgekeurd. Vervolgens hebben de omwonenden de uiteindelijke keuze gemaakt.”
Belang van draagvlak creëren
Inspraak van omwonenden kan risico’s met zich meebrengen, maar zo hebben Van der Kooij en Van Westerlaak dat niet ervaren. Van der Kooij: “Voor ons, maar ook voor de gemeente Dalfsen was het van groot belang om draagvlak te creëren. Door dat draagvlak en de inspraak voorkom je allerlei dure en tijdrovende procedures, waarop niemand op zit te wachten. De tekeningen lagen in 2011 op tafel en in 2012 waren ze bestekgereed. Dat is uitzonderlijk snel. Het uiteindelijke ontwerp is uitvoerig doorgesproken met buurtbewoners. Toen het bij de gemeente ter inzage lag, heeft niemand protest aangetekend.”
De kosten voor de totale bouw komen uit op circa € 19 miljoen, waarvan veertig procent voor rekening komt van de landschappelijke aanpassing van het gebied, zoals de watergangen rondom, ter vervanging van hekwerken. “Dat lijken flinke bedragen, maar je moet ze afzetten tegen het totale plaatje”, legt Van der Kooij uit. “Allereerst hebben we op deze manieren het proces aanzienlijk versneld en mogelijke tijdrovende en dure procedures naar de rechter weten te voorkomen. Daarnaast hebben we bij de bouw goed gekeken naar het Total Cost of Ownership. Zo hebben we bij de aankoop van de pompen naast de aanschafprijs ook gekeken naar het totaalplaatje. Daarin hebben we ook energieverbruik en onderhoud meegenomen.”
Duurzaamheid onafhankelijk getoetst
Uiteindelijk heeft het gebouw 4 BREEAM-sterren ontvangen. “Het idee om het gebouw BREEAM te certificeren is min of meer vanzelf ontstaan”, zegt Van Westerlaak. “Het was geen directe eis van Vitens, maar voor de omwonenden was het een belangrijk en rustgevend aspect. Als opdrachtgever kun je wel van alles roepen over verduurzaming, maar het is prettig als je dat met een onafhankelijke toetsing kunt onderbouwen.”
Naast de inpassing in het landschap en de intensieve betrokkenheid van omwonenden bezit het project nog een ander uniek punt: de combinatie van de gebouwgebonden installaties en de projectgebonden installaties levert een flinke energiebesparing op. “Als bureau maken we altijd gebouwspecifieke ontwerpen en bij dit gebouw speelden de projectgebonden installaties een grote rol bij de energievoorziening”, weet Van Westerlaak. “Het drinkwaterproductiebedrijf zuivert jaarlijks 2 miljoen kuub water. De zuivering van dat water vindt grotendeels inpandig plaats. De constante temperatuur van dat water – 10 tot 12 graden Celsius – gebruiken we om het gebouw te verwarmen en te koelen.”
De compacte bouw in combinatie met 200 m2 zonnepanelen en een warmtepomp zorgen ervoor dat de gebouwgebonden onderdelen energieneutraal zijn. “De warmtewisselaars onttrekken warmte uit de e-ruimte, die vervolgens weer gebruikt wordt in de andere ruimtes en het kantoor. De regelgeving eist dat we een gebouw isoleren, maar eigenlijk is dat helemaal niet nodig. We hebben dan ook een minimale isolatieschil aangebracht”, aldus Van Westerlaak.
Foto: Vanuit de lucht is goed te zien hoe het pand wordt opgenomen in het landschap.
Dit artikel staat ook in de februari-editie van Duurzaam Gebouwd Magazine.