Auteur: Tijdo van der Zee
Bedrijventerreinen zijn vaak lappendekens met een grote verscheidenheid aan gebouwen en bedrijfsprocessen. Het verduurzamen van deze locaties is complex en vraagt om een integrale benadering. Technisch dienstverlener Cofely leende het concept systems engineering uit de weg- en waterbouw en paste dit toe onder de naam Modienet op een smart-gridproeftuin in Deventer. Binnenkort volgen bedrijventerreinen in Nijmegen en Duiven.
Eind deze maand neemt duurzaam energiebedrijf Raedthuys op het A1 Bedrijvenpark in Deventer officieel twee 2,35 mW Enercon windturbines in gebruik. Opmerkelijk aan deze turbines is dat ze niet – zoals gebruikelijk – op het regionale energienetwerk zijn aangesloten, maar rechtstreeks op het lokale elektriciteitsnetwerk van het bedrijventerrein zijn ingeplugd. De aangesloten bedrijven kunnen zo rechtstreeks gebruikmaken van de duurzame windenergie.
“Een local loop hebben we dit lokale netwerk genoemd”, zegt Leon Straathof, business developer bij Cofely Smart Grid Solutions (zie foto). “Opwek en gebruik van energie kunnen in deze loop goed op elkaar worden afgestemd. Volgens ons is dit de toekomst voor veel meer bedrijventerreinen. Het gaat dan niet alleen om windenergie, maar ook om bijvoorbeeld restwarmte of biomassa.”
Gezamenlijk grenzen opgezocht
Het A1 Bedrijvenpark is 1 van de 12 smart-gridproeftuinen uit het IPIN-programma van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. In deze proeftuin met de naam Modienet werkt Cofely onder meer samen met Raedthuys, TU Eindhoven, netwerkbedrijf Alliander en de gemeente Deventer. Hierbij hebben alle partijen gezamenlijk de grenzen opgezocht van wat er in het huidige systeem mogelijk is om de maximale verduurzaming van bedrijventerreinen te realiseren.
Volgens ambassadeur Straathof heeft de proeftuin daarbij last van belemmerende wet- en regelgeving. “In Deventer wilden we 2 windturbines aansluiten op dezelfde middenspanningsring als het bedrijventerrein. Volgens de wet moet dat eigenlijk op een apart schakelstation, maar dan wordt de windenergie via een omweg aan de bedrijven geleverd. Niet volgens de filosofie van Modienet, dus. Daarom zijn we in gesprek met de Autoriteit Consument & Markt voor mogelijke oplossingen of om de wetgeving aan te passen.”
Analyse van alle elementen in samenhang
Cofely en Alliander hebben het Modienet-concept inmiddels uitgewerkt tot een kant-en-klaar toepasbaar model, dat binnenkort in een gids voor iedereen beschikbaar komt. Kern van het model is dat alle elementen in samenhang worden geanalyseerd. “Bij het ontwerpen van een duurzame energievoorziening kijken wij niet alleen naar de techniek, maar houden we rekening met de wensen van alle stakeholders”, zegt Straathof. “Je moet daarbij heel helder voor ogen hebben welke energiewensen alle betrokkenen precies hebben en hoe de stakeholders hun behoeften op elkaar kunnen afstemmen.”
Systems engineering voor energiesystemen, noemt hij dat. “In de weg- en waterbouw is het heel normaal om het probleem eerst in helikopterview te beschouwen. Om een rivier over te steken hoef je bijvoorbeeld niet per se een brug te bouwen; een tunnel kan ook een prima oplossing zijn. In de energiewereld is systems engineering, systeemdenken, nog minder doorgedrongen. Daar wordt nog te vaak gedacht vanuit technische oplossingen.”
50 gemeenten
In Deventer kreeg dit systeemdenken de afgelopen jaren handen en voeten. En dat bleef niet onopgemerkt. Binnenkort gaat Cofely er samen met Alliander mee aan de slag bij bedrijventerrein TPN West in Nijmegen en bij de duurzame bedrijfslocaties van stichting Groene Allianties in Duiven. “Aan belangstelling geen gebrek. We zouden al wel bij 50 gemeenten aan de slag kunnen", aldus Straathof.
*In opdracht van RVO.nl.