Auteur: Gerrit Tenkink
Architecten en ontwerpers zijn vaak gefocust op het uiterlijk van het gebouw, waardoor comfort, binnenklimaat en energieverbruik op de tweede plek komen. Juist bij die onderdelen speelt het welbehagen van de gebruikers een grote rol. Cijfers objectief beschouwen zorgt voor verrassende uitkomsten en kan grote problemen voorkomen.
Technisch ingenieursbureau Bestbuildingconcept uit het Belgische Lier werkt met comfort- en energiesimulatiemodellen en zorgt met behulp van een dynamisch simulatieprogramma voor een objectieve toetsing. De beschikbare gebouwinformatie wordt in een 3D-computermodel (Designbuilder) getekend. Alle parameters - variërend van inhoud van het gebouw, materiaalgebruik en functie tot en met aantal gebruikers en de ligging - worden ingevoerd, waarna het programma aangeeft welk comfort, binnenklimaat en energieverbruik de gebruiker kan verwachten.
Het is de taak van de architect om te zorgen voor een prettig leefbaar gebouw, maar om allerlei redenen geven architecten vaak de voorkeur aan architectonische uitstraling boven comfort en binnenklimaat. Het gevolg: een prachtig gebouw, maar helaas onprettig voor de gebruikers. Ook als het gaat om zakelijk gebruik van een gebouw kunnen de gevolgen verstrekkend zijn: zieke medewerkers of een daling van de productiviteit van de medewerkers met 10 tot 15%, zoals uit onderzoek blijkt.
Specialist in optimaal binnenklimaat
Hoe kan een opdrachtgever vanaf de tekening inschatten hoe zo’n gloednieuw gebouw ‘aanvoelt’? En kan hij ervan uitgaan dat de architect kloppende cijfers laat zien? De expertise van een extern adviesbureau, bijvoorbeeld Bestbuildingconcept, kan uitkomst bieden. Dit bureau is gespecialiseerd in het optimaliseren van het comfort, het binnenklimaat en het energieverbruik van gebouwen. Als onafhankelijk deskundige begeleidt directeur Geert Bellens opdrachtgevers, die voor aanvang van de bouw graag antwoorden willen hebben op vragen over ventilatie, lichtinval, energieverbruik, vocht, temperatuur en CO2-waarden.
Opdrachtgevers deels fout
“Energie is belangrijk, maar ook het comfort en het binnenklimaat zijn van belang. We moeten eerlijk zijn: deels ligt de fout bij opdrachtgevers. Bij nieuwbouw hebben zij vaak, net als de architect, de focus op het uiterlijk van het gebouw”, zegt Bellens. “Dat heeft veel te maken met prestige en bij overheidsgebouwen soms ook met politiek. Het is heel moeilijk om hier door heen te breken. Bovendien zijn de uitkomsten van zo’n dynamische simulatie niet altijd even prettig. De ontwerpen moeten aangepast worden. Daarom wil ik het liefst zo vroeg mogelijk in het proces bij de plannen betrokken worden. Maar alles is beter dan achteraf te constateren dat het gebouw in gebruik niet voldoet aan de verwachtingen. Aanpassingen lopen dan altijd behoorlijk in de papieren.”
Koen van den Bruel (links) en Noël Vandeboel: "We voorzagen koelingsproblemen, dus riepen we hulp in."
Een voorbeeld waar de hulp van BestBuildingconcept op tijd werd ingeroepen was bij de bouw van het nieuwe kantoor van sociale woonmaatschappij Ons Dak in het Belgische Maaseik. Noël Vandeboel en Koen van den Bruel, respectievelijk directeur en adjunct-directeur bij Ons Dak, riepen de hulp in van Bestbuildingconcept. Het bleek namelijk heel moeilijk in te schatten wat het effect zou zijn van de geplande betonkernactivering. Vandeboel: “Zelfs voor de leverancier van de installatie was het moeilijk om een goede inschatting te maken. Dat had ook te maken met de hoeveelheid glas aan de gevel. We voorzagen problemen, met name voor wat betreft de koeling. Tijd dus om hulp in te roepen van een externe partij.”
Weinig energie nodig bij goede isolatie
Na simulatie door Bestbuildingconcept werd de oplossing gevonden in de reductie van de beglazing in de zuidgevels. Van den Bruel: “Best moeilijk, want dan kom je op het terrein van de architect. Gelukkig stelde hij zich coöperatief op. Uiteindelijk werden luifels geoptimaliseerd en is er gekozen voor een verschillend glastype afgestemd op de bezonning.“
Geert Bellens: "Verwarmen is niet het probleem."
Bellens kijkt tevreden terug op zijn rol in het traject. ”Bouwmethoden en materialen veranderen voortdurend. Door de steeds toenemende isolatie van gebouwen bijvoorbeeld krijgen we steeds vaker te maken met problemen rond de koeling van een gebouw. Verwarmen is niet het probleem. Door de goede isolatie kun je een gebouw met relatief weinig energie goed verwarmen. Wij zijn in Nederland en België opgevoed met het binnenhalen van de zon. We bouwen onze woningen met de oriëntatie op het zuiden, maar denken dat we dat ook moeten doen met onze kantoren. De gevolgen laten zich raden: te hoge temperaturen in het gebouw. De zon geeft bijvoorbeeld in februari en maart al even veel warmtestraling af als in juli of augustus. Door de lage zonnestand is er veel inval via het glasoppervlak. Door gebruik te maken van objectieve cijfers kun je die impact prachtig aantonen. Het kantoor van Ons Dak in Maaseik is nu 1 jaar in gebruik en kent geen problemen met de ventilatie, koeling en verwarming.”
Hand in eigen boezem
Toch is het wat eenvoudig om de architect aan te wijzen als boosdoener. Ook opdrachtgevers moeten volgens Van den Bruel de hand in eigen boezem steken. Hij is van mening dat de huidige complexiteit van gebouwen vraagt om een andere benadering, waar niet alleen de architect, maar een projectleider met gebouwkennis het bouwproces leidt en de budgetten bewaakt. “De meeste architecten hebben in de ontwerpfase te weinig oog voor de techniek en de gevolgen ervan op het binnenklimaat, maar het is niet hun core-business. Het is ook goed als opdrachtgevers zich daarvan bewust zijn.”
Openingsbeeld: Het nieuwe kantoor van sociale woonmaatschappij Ons Dak in het Belgische Maaseik. Let op de schaduw. Links de oude gevel, rechts de nieuwe, aangepaste gevel. Minder direct zonlicht op het glas door de luifels en borstweringen verminderen de opwarming van het gebouw.