Dutch Green Building Council
Het Van Gogh Museum in Amsterdam heeft als eerste museum ter wereld het BREEAM-NL In Use duurzaamheidscertificaat met een score ‘Very Good’ ontvangen voor gebouw, beheer en gebruik. Een bijzondere prestatie. Een duurzaamheidscertificaat in een bestaand gebouw is al een flinke opgave, maar de eisen die er aan een wereldberoemd museum worden gesteld zijn extra complex.
“We zijn bijzonder trots op deze prestatie”, zo vertelde Adriaan Dönszelmann, zakelijk directeur van het Van Gogh Museum bij de overhandiging van het certificaat op maandag 30 juni. “Onze kerntaak is het behoud van het culturele erfgoed van Vincent van Gogh en daar hoort wat ons betreft ook bij hoe je verantwoord en duurzaam omgaat met het museumgebouw en de omgeving. Wij vinden dit belangrijk bij onze uitstraling richting bezoekers. Daarnaast heb je als bekend museum ook een voorbeeldfunctie.”
Natuurlijke momenten
Juist deze kerntaak maakt het verkrijgen van een certificaat een ingewikkelde klus. Immers, bij alles staat het in goede conditie houden van de kunstwerken op de eerste plaats. “We zijn drie jaar geleden begonnen met de quick wins”, vertelde Bram Adema, directeur van het begeleidende adviesbureau Corporate Facility Partners (CFP). “Het terugdringen van energieverspilling, geen spullen bestellen die je niet nodig hebt, afval scheiden en bezoek en medewerkers motiveren om gebruik te maken van het openbaar vervoer. We hebben bij de aanpassingen aan het gebouw zoveel mogelijk gekozen voor de natuurlijke momenten. Dus op het moment dat iets aan vervanging toe was hebben we het vervangen door de duurzame variant. Nog niet alles is klaar en we gaan dus verder met de verduurzaming van het gebouw.”
Licht
Een mooi voorbeeld van zo’n natuurlijk moment is de vervanging van het licht in de kantoren en ruimtes van de technische dienst onder het gebouw. Die zijn op dit moment nog verlicht met halogeen en spaarlampen. Verlichting met led is duurzamer, maar, zo legde Martin Oor, Hoofd Technische dienst van het museum uit. “Dat doen we op het moment dat de armaturen aan het eind van hun levensduur zijn.” Wat betreft verlichting is het voor het museum op dit moment nog niet mogelijk om de maximale besparing er uit te halen. Wat betreft het verlichten van onze kunstwerken met LED zijn we heel terughoudend, omdat LED nog in de kinderschoenen staat en nog niet helemaal bekend is wat de uitwerking ervan is op kunst. Daarom verlichten we onze kunstwerken nu met halogeen.”
Luchtvochtigheid
Ondanks dat niet alles is gerealiseerd en het museum aan handen en voeten is gebonden vanwege de kerntaak, laat een rondleiding door het gebouw zien dat er veel is geïnvesteerd in klimaatbeheersing, isolatie en temperatuur. Zo is het dak voorzien van een 30 centimeter dik isolatiepakket en zijn de oude daglichtkoepels op het dak vervangen door nieuwe koepels met beter licht en tevens een betere isolatie. Ruimte voor zonnepanelen was er niet. “In een museum is luchtvochtigheid een belangrijk item, omdat het de kwaliteit van de kunstwerken kan beïnvloeden. Per dag hebben we hier 4000 bezoekers, die bij regen met natte kleren binnenkomen en de volgende dag droog met zon. Voelers meten de luchtvochtigheid en temperatuur. Vroeger hadden we één grote verwarmingsketel die de temperatuur regelde en lucht het gebouw inblies, onafhankelijk of daar nu noodzaak toe was of niet. Nu hebben we vier hoog rendementsketels, die heel vraaggestuurd kunnen reageren. Dat scheelt behoorlijk veel energie. Overigens hoeven we overdag het gebouw maar minimaal te verwarmen of te koelen. De grote hoeveelheid publiek zorgt er voor dat er voldoende warmte het gebouw binnenkomt.”
WKO
In het ketelhuis onder het gebouw staat een grote warmte-koude opslag (wko), gekoppeld aan de eigen installatie. De wateropslag bevindt zich op 150 meter diepte. Het warme water op een temperatuur van 13 graden Celsius en het koude water op een temperatuur van plusminus 7 graden Celsius. “Dat verschil lijkt klein, maar iedere graad die je niet hoeft op te warmen of af te koelen in zo’n gebouw scheelt behoorlijk veel energie. Dit zijn flinke investeringen, maar ook hier kunnen we redelijk wat energie mee besparen”zegt Oor, die tot slot vermeldt dat alle energie die in het gebouw wordt aangevoerd afkomstig van Nederlandse windmolens.
Foto bovenaan: Annemarie van Doorn, directeur van de Dutch Green Building Council heeft zojuist het BREEAM-certificaat overhandigd aan Adriaan Dönszelmann, zakelijk directeur van het Van Gogh Museum.