De duurzame nieuwbouw campus van de Lely Groep zal op donderdag 30 januari a.s. officieel geopend worden door Hare Majesteit de Koningin Máxima. In het afgelopen jaar publiceerde Duurzaam Gebouwd een serie interviews met partijen die betrokken waren bij de realisatie van een van de duurzaamste utiliteitsgebouwen van Europa.
Na de bouwkundige oplevering van het pand, eind oktober 2013, volgde het definitieve BREEAM-assessment. Gedurende ontwerp- en uitvoeringstraject heeft BREEAM-NL Assessor Andre Dröge van DGMR het project nauwkeurig gevolgd. Zijn taak was te beoordelen of het project de geambieerde status ‘BREEAM-NL 5 sterren’ verdient. Mascha de Mink van ontwerpend en directievoerend architectenbureau ConsortArchitects spreekt met de BREEAM-assessor.
U werkt bij DGMR Adviseurs, zowel in de rol van adviseur als in die van assessor. Bent u dagelijks bezig met duurzaamheid?
Duurzaamheid bepaalt mijn werkdag, dat klopt. Sinds 2008 werk ik als adviseur Duurzame Leefomgeving bij DGMR, en voordat BREEAM in Nederland werd geïntroduceerd volgde ik de training voor ‘BREEAM International assessor’. Van daaruit ben ik meteen BREEAM NL assessor en -expert geworden. DGMR heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van BREEAM-NL, en de lijnen naar de ‘Dutch Green Building Council’ (DGBC) zijn dus kort.
BREEAM-NL Assessor Andre Dröge van DGMR
Ik voorzie hen bij tijd en wijle van opbouwende kritiek voor verbeteringen van de BREEAM BRL (beoordelingsrichtlijn), assessment tool of andere ontwikkelingen. Binnen DGMR werken wij momenteel samen met onze softwareafdeling aan de ontwikkeling van de BREEAM assistant, een proces management tool. Deze webbased tool zal het BREEAM-assessmenttraject voor de expert en alle samenwerkende partijen enorm vergemakkelijken. De partijen kunnen hiermee hun bewijslast centraal uploaden, controleren, feedback geven en managen. Dat scheelt veel tijd én dus ook geld voor de opdrachtgever.
Wat is het voornaamste verschil tussen uw taken als adviseur en assessor?
Het verschil tussen de werkzaamheden is groot. Als adviseur heb je een proactieve houding en initieer je regelmatig duurzaamheidsmaatregelen. In de rol van assessor sta je aan de zijlijn tot het bewijsmateriaal de assessortool binnenkomt. Ik moet dan als beoordelaar mijn onafhankelijkheid bewaren en kan dus geen inhoudelijk advies geven. Hooguit doe ik de partijen korte suggesties aan de hand om BREEAM bewijslast optimaal in te dienen.
Welke credit binnen BREEAM levert volgens u de grootste ‘groene’ winst?
De meeste duurzaamheidswinst is niet terug te voeren tot één bepaalde ‘credit’, maar op de lange termijn ligt de winst verscholen in de categorie Management. Hierbinnen wordt beschouwd of alles daadwerkelijk wordt uitgevoerd zoals het ontworpen is, via onder andere prestatieborging en gebouwbeheersystemen.
Management is de categorie die stuurt en voor borging zorgt. Hier valt een enorme winst te behalen ten opzichte van de traditionele werkwijze in de bouw. Ik denk aan veiligheid op de bouwplaats, recyclen en scheiden van afval, het monitoren van CO2-uitstoot bij transporten. Het effect op het milieu van deze, redelijk beperkte maatregelen, is groot.
Elke credit heeft een doelstelling. Om een credit punt te behalen, dient aan specifiek omschreven criteria-eisen te worden voldaan. Wat vindt u van deze werkwijze?
De criteria-eisen zijn opgesteld om gelijkwaardigheid in beoordeling ten opzichte van andere projecten te bewaken. BREEAM is een systeem dat circa 25 jaar geleden is ontstaan in het Verenigd Koninkrijk. De typisch Angelsaksische werkwijze, waarin het gebruikelijk is dat bewijslast concreet wordt aangetoond, vind je in de BRL terug.
In Nederland zijn wij geneigd om meer op basis van vertrouwen te handelen en dan voelt de BRL soms als een harnas aan, zeker als het om echte duurzaamheidsinnovaties gaat. Toch deel ik de visie met de DGBC dat duurzaamheid in de bouw op gelijke wijze getoetst en geborgd dient te worden. Wat betreft de beoordeling van de criteria-eisen kijk ik zelf vooral naar een juiste en overtuigende onderbouwing.
Project Lely is een van de eersten in Nederland waarbij wordt ingezet op 5 sterren. Dat vraagt om 100% inzet van de partijen. Hoe is het traject in uw ogen verlopen?
Project Lely is zeer bijzonder. De ambitie ligt echt heel hoog. Het is duidelijk merkbaar dat de opdrachtgever duurzaamheid als intrinsieke waarde in de genen heeft. Dat is mooi om te zien en het heeft een spin-off effect op alle betrokkenen. Outstanding, of 5 sterren, is een niveau dat weinig opdrachtgevers nastreven. Als je gaat voor de top, dan kun je dat niveau alleen bereiken door vanaf de projectinitiatie intensief samen te werken. De sfeer binnen het team was steeds positief en zeer constructief.
Het heeft hier en daar het zogenaamde ‘bloed, zweet en tranen’gekost, maar de teamspirit zorgde ervoor dat ook die hobbels werden genomen en overwonnen. Dura Vermeer, de hoofdaannemer op het project, heeft er goed aangedaan om vroeg in het uitvoeringsproces met alle partijen rond de tafel te gaan zitten. Ook met de DGBC. De uitvoerder speelde open kaart over de kwesties waar ze tegenaan liepen en vroeg om assistentie. Dat was constructief en legde een goed fundament voor de rest van de bouwuitvoering.
Hoe vindt u dat architectuur en duurzaamheid in dit project zijn verenigd?
Dit bouwproject biedt een werkplek aan 800 mensen in een kantoor- en productieomgeving met de bijbehorende goederenstromen. Dat diende gecombineerd te worden met het hoogste niveau van duurzaamheid; geen voor de hand liggende opgave. Het ontwerp was maatwerk. Daar is door ConsortArchitects goed over nagedacht. Tijdens de assessmentcontrole ter plekke viel mij op dat de mensen van Lely zich op hun gemak voelen. Ik heb ervaren dat zowel het kantoor als de productiehal prettige verblijfsomgevingen zijn.
Het idee om een grote groenvoorziening als ‘bos’ in een productiehal toe te passen is heel bijzonder. Dat geldt ook voor de toepassing van het sportveldje. En parkeren op het dak van de hal is ook een mooi voorbeeld van slim multifunctioneel ruimtegebruik. Er is met zorg gekeken naar landschap en ecologie. Het totale integrale energieconcept klopt; daarin is ook gedacht aan groene stopcontacten voor auto’s en fietsen en hergebruik van regenwater. Een simpele en voor de hand liggende oplossing, maar je moet het wel organiseren. Een opvallende highlight vind ik de ‘follow-me’ verlichting langs de ontsluitingsweg voor het vrachtverkeer. Dit is een energiezuinig systeem, waarmee overbodige lichthinder voorkomen wordt. Lely geeft hiermee blijk van respect voor de directe omgeving.
Kunt u al iets zeggen over de resultaten van het assessment?
Ik kan u alleen vertellen dat we in de laatste fase zitten. Mijn werk als assessor zit er vrijwel op. Ik heb mijn assessor rapporten overgedragen aan de DGBC, die mijn werk in het kader van ‘Quality Assurance’ ten finale zal controleren.
Wat denkt u: wordt ‘BREEAM-NL 5 sterren’ de standaard voor duurzaamheid in de bouwsector?
Dit duurzaamheidsniveau vergt heel veel energie en inspanning van alle betrokkenen. Het kan alleen behaald worden door integraal samen te werken, zoals in het Lely-project. De ontwikkelingen zijn gunstig; zeker als ik zie dat de bouw, van oudsher een nogal traditionele sector, de koers in deze economische tijden wel degelijk verlegt. Vroeger vond men duurzaamheid vooral duur. Die tijd is voorbij, je verdient aan duurzaamheid. Het doet mij deugt dat de markt het thema inmiddels heeft opgepakt. Voorheen bleven mooie groene ideeën uit de ontwerpfase nogal eens steken in bestek of uitvoering. Nu zie je steeds meer duurzame projecten die daadwerkelijk worden gerealiseerd zoals ze ontworpen zijn. BREEAM 5 sterren is voorlopig nog niet “de standaard”. Minimaal 3 sterren voor kantoren, industrie en mixed-use gebouwen is al wel gebruikelijk.
Fotografie: Samual Ashfield & DGMR
Deel 1 verscheen op 28 november 2012.
Deel 2 verscheen op 19 december 2012.
Deel 3 verscheen op 9 januari 2013.
Deel 4 verscheen op 30 januari 2013.
Deel 5 verscheen op 20 februari 2013.
Deel 6 verscheen op 20 maart 2013.
Deel 7 verscheen op 17 april 2013.
Deel 8 verscheen op 23 mei 2013.
Deel 9 verscheen op 20 juni 2013.
Deel 10 verscheen op 18 juli 2013.
Deel 11 verscheen op 1 november 2013.
Deel 12 verscheen op 6 december 2013.