Het staat met zijn voeten in het park, en is zo natuurlijk mogelijk gebouwd: scholencomplex ‘Het Nest’ in de Pijnackerse wijk Keijzershof. Op zaterdag 9 november 2013 werd de multifunctionele accommodatie (MFA) officieel geopend. Drie scholen, een kinderopvangorganisatie en een sportvereniging maken er gebruik van. Duurzaam bouwen in optima forma, zo blijkt uit het interview met de ontwerpers.
Op de tribunetrap met vrolijke zitkussens in de centrale hal spreek ik ze: projectarchitecten Annemiek Braspenning van No Label en Leon Thier van Studio Leon Thier. Architect Thier: “Een ontmoetingsplek tijdens de pauze, en een tribune tijdens gemeenschappelijke activiteiten zoals het Sinterklaasfeest. De twee speellokalen ernaast zijn met schuifwanden bij de hal te betrekken.” Het is een van de vele voorbeelden van het flexibele gebruik van het gebouw.
Openluchtschool
De klaslokalen liggen aan leerpleinen en meanderende gangen waar kinderen zelfstandig kunnen werken. Naar buiten hebben de lokalen schuifpuien naar de gaanderijen, naar de zitrand rond het gebouw en ook naar een dakterras. Als in een openluchtschool kunnen kinderen hierdoor ook buiten leren. Andersom loopt het park via hofjes de school in. “De kleinere kinderen hebben zo een besloten ingang. De groten komen via een entreeplein binnen”, aldus Annemiek Braspenning. De gaanderijen zijn hun trots: “Heel karakteristiek voor het gebouw. En tegelijk de natuurlijke zonwering.”
Crisis en overheidsbesluiten
De opening op 9 november is de kroon op vijf jaar van overleggen, ontwerpen en bouwen. Gestart werd in 2008, nog vóór het uitbreken van de crisis. “Een periode vol veranderingen”, licht architect Annemiek Braspenning toe. “De uitbreiding van de woonwijk Keijzershof kwam stil te liggen, dus we moesten rekening houden met minder aanwas van kinderen. De financiële middelen voor het park droogden op. Het is heel bijzonder dat de gemeente in dit spanningsveld zo’n groot gebouw zo duurzaam heeft kunnen en willen realiseren.”
Het project begon als een complex van twee basisscholen en een kinderopvangorganisatie. De gemeenteraad nam in de ontwerpfase het besluit dat handbalvereniging Oliveo niet in het oude pand kon blijven. Daardoor had deze vereniging ineens ook interesse in de MFA. Braspenning: “Dat betekende een heel nieuw ontwerp. Er was ineens een kantine nodig en ook twee handbalvelden buiten. Dat deed een beroep op ieders flexibiliteit, maar uiteindelijk is het daarmee nog beter geworden.” Groot voordeel is het dubbel ruimtegebruik: de grote sporthal is niet alleen bestemd voor het gymonderwijs voor de drie scholen, maar ook voor de handbalvereniging. Eén van de verharde buitenvelden is overdag als speelplaats in gebruik. En de kantine is ook te verhuren aan wijkbewoners en -organisaties.
Een andere verandering was de komst van Het Prinsenhof: de minister van OCW besloot nog tijdens de bouw om de basisschool voor speciaal onderwijs te verplaatsen van Zoetermeer naar Pijnacker. Architect Leon Thier: “Ook dat leidde tot tussentijdse aanpassingen. Er moest een docentenkamer komen, een extra ruimte voor administratie, en meer kleine ruimtes zoals voor logopedie of bespreekkamers.”
Lagere rekening
Leidden die uitbreidingen tot hogere kosten? “Zeker”, bevestigt projectmanager Richard Giorgi van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. “Maar we slaan twee vliegen in één klap: we voorkomen langdurige leegstand, want het pand was op de groei gebouwd. En er zijn geen kosten meer voor schoolvervoer naar omliggende gemeenten voor het speciaal onderwijs.” Ook wordt sterk bespaard op energie: het gebouw heeft duurzame warmte- en koudeopslag uit de bodem. In de zomer wordt de vloer gekoeld, in de winter warmt hij op. “Ook het dak is voorzien van iets speciaals: via buizen in het dak van de sporthal wordt bij hoge temperaturen water opgewarmd. Daar kunnen handballers of kinderen na de gymles weer mee douchen.”
De crisis bood bovendien ook financiële lichtpuntjes: de aanbesteding viel juist enorm mee. De gemeente had extra budget beschikbaar gesteld voor Duurzaam Bouwen, maar uiteindelijk is het ontwerpteam nog ruim binnen het oorspronkelijke budget gebleven, inclusief die duurzaamheidsmaatregelen. Als je het onderwijswethouder José van Egmond van de gemeente vraagt, “passen alle puzzelstukjes precies in elkaar”. Ze noemt Keijzershof “hét voorbeeld van het moderne denken over accommodaties en het samen optrekken van allerlei partijen.” Projectmanager Giorgi sluit zich hierbij aan: “Ik ben best een soort van trots op de samenwerking.”
Duurzaamheidsmeetlat
Een belangrijke samenwerking aan de ontwerpkant is die met constructeurs en met adviseurs voor duurzaam bouwen en installaties, zo benadrukken de architecten. Ze complimenteren hun partners W/E adviseurs, Uticon en Smit Westerman voor de duurzame vernieuwingen. Braspenning: “Samen is het gelukt het gebouw energiezuinig te maken, toekomstbestendig, natuurlijk, en ook nog eens eenvoudig en vanzelfsprekend in het gebruik.” “Ook de opdrachtgever vanuit de gemeente heeft altijd positief kritisch hierover meegedacht”, vult collega-architect Thier aan.
Niet eerder vertoond in Nederland is een luchtventilatiesysteem dat gebruik maakt van (eventueel natuurlijk opgewarmde) buitenlucht. John Mak van W/E adviseurs: “We leiden lucht van buiten via de plafonds de klaslokalen in, en in de winter kunnen we dat met warm-waterspiralen ook nog eens verwarmen. Het tocht nooit, en juffen en meesters die dat willen mogen gewoon ramen en deuren openzetten.” Bij veel andere scholen met installaties is dit niet zo. Het gebouw haalt met dit alles energielabel A, en een GPR-score voor duurzaamheid van gemiddeld 8,2.
Na de herfstvakantie is de accommodatie al in gebruik genomen: op dit moment door zo’n 600 leerlingen van de drie scholen en 300 leden van de handbalvereniging. Dit aantal zal groeien zodra de wijk verder wordt uitgebreid. En daar is – natuurlijk – ruimte voor.
Auteur: Jeanine Mies, zelfstandig tekstschrijver
Foto: Peter de Ruig