Waterpleinen in Rotterdam

Waterpleinen zijn een Rotterdams antwoord op de toekomstige wateroverlast door klimaatverandering. Bestaande elementen in de openbare ruimte, zoals speelplaatsen, gaan het teveel aan water tijdelijk opvangen. “Het worden leuke, spannende plekken”, zegt bedenker Florian Boer van ontwerpbureau VHP, dochter van Royal Haskoning.

De KNMI-klimaatscenario’s liegen er niet om. Door nattere winters, meer en langdurige regen en zeespiegelstijging staat Nederland heel wat wateroverlast te wachten. Er gaan miljoenen euro’s om in het nemen van technische maatregelen voor opvang, infiltratie en afvoer van overtollig water. Onder een stad als Rotterdam ligt bijvoorbeeld een goed doordacht, maar onzichtbaar rioolnetwerk.

“Ingenieurskunst”, vindt Florian Boer. Maar als het aan hem lag, werd het geld anders besteed. “De systemen zijn zó vernuftig, maar we zien er niets van. We merken het alleen als er iets mis is. Stinkend water dat opborrelt uit een overstroomd riool. Ik zie liever ontwerpen die het gebruik van de openbare ruimte stimuleren.”

Extra buffer regenwater
De waterpleinen in Rotterdam - een idee van Boer, in samenwerking met de gemeente Rotterdam en architectenbureau Urban Affairs - combineren techniek met maatschappelijke relevantie. Wanneer bij overvloedige regenval het rioolsysteem aan zijn taks zit, bieden de pleinen in dichtbebouwd stedelijk gebied ruimte om het schone regenwater tijdelijk op te vangen.

Speelplaatsen, pleintjes, trapveldjes, zelfs delen van straten en parkeerplekken kunnen als buffer fungeren. “Het worden leuke, spannende plekken in de stedelijke ruimte. Mensen zien van tijd tot tijd ‘hun‘ pleintje volstromen. De pleinen zijn niet een puur technische oplossing, maar zijn een wezenlijk onderdeel van de openbare ruimte. Ze maken mensen bewust van hun omgeving en geven de klimaatverandering concreet weer.”

Anders kijken
Tijdens het symposium Rotterdam: Klimaatbewust! deelt Boer zijn ervaringen uit het onderzoek. Hij hoopt ook ogen te openen. “Het is in Nederland de traditie om technische oplossingen zo te ontwerpen dat ze onzichtbaar zijn. Dat wil ik omdraaien. Als we het ruimtelijk ontwerp nadrukkelijker inzetten om technische vraagstukken op te lossen, dan komen we vaak tot heel andere en ook meer bijzondere inzichten. Het geeft een technisch vraagstuk belevingswaarde, gebruiksmogelijkheden en een eigen gezicht.”

CO2-neutrale stad
Boer werkt met de TU Delft en de gemeente aan een voorstel om stadshavens een meer uitgesproken karakter te geven. Vanuit de ambitie te werken aan een CO2-neutrale stad. Samen onderzoeken ze of de Maashaven en Rijnhaven vanuit energetisch oogpunt zijn om te vormen in een ‘CO2-smart’ stedelijk leefgebied.

Boer: “We ontwikkelen scenario’s op basis van ‘trias energetica’: reductie van verbruik, productie van schone energie en onderlinge uitwisseling volgens de energiecascade: het omzetten van energie. Vooral het laatste principe is interessant.”

De havens zijn een gebied met verscheidene industriële bedrijven. Vaak zijn het prachtige complexen die bij herontwikkeling van gebieden vaak sneuvelen omdat hergebruik niet haalbaar is. Door ze energetisch functioneel te maken, kunnen ze misschien wel blijven functioneren binnen de herontwikkeling van het gebied.

“Ze produceren bijvoorbeeld veel restwarmte die woningen direct van warmte kunnen voorzien. We bekijken hoe we dat op een slimme en spannende manier kunnen realiseren.”

Filmpje over waterpleinen

Bron: Climate Change Initiative

 

Deel dit artikel

permalink