‘We beschouwen gebouwen als financiële producten’

timer6 min
‘We beschouwen gebouwen als financiële producten’

‘Samenwerken’ en ‘de eindgebruiker meer betrekken’ waren de voornaamste conclusies tijdens de eerste Round Table, met als centraal thema 'Gezonde gebouwen'. De totale Round Table Tour van Duurzaam Gebouwd bestaat uit 24 Round Tables, over allerlei diverse onderwerpen. 

De aftrap van de Round Table Tour vindt plaats in januari bij DWA in Bodegraven. Hier discussiëren 6 heren uit de integrale bouw- en vastgoedsector zo'n anderhalf uur over het thema ‘Gezonde gebouwen’. Klik op de onderstaande afbeelding om de samenvatting van deze Round Table te lezen.

Samenvatting van de Round Table 'Gezonde Gebouwen'.

Tijdens de introductie van dit onderwerp haalt moderator en Duurzaam Gebouwd-directeur Wietse Walinga het Duurzaam Gebouwd Congresdiner aan, toen Laurens de Lange opriep tot een Coalitie Gezonde Gebouwen. “Eigenlijk leiden gezonde gebouwen alleen maar tot voordelen, zoals meer productiviteit, minder ziekteverzuim, comfort, beter leren en langer leven”, vertelt Walinga.

Gezond binnenklimaat is latent

Daarna brengt hij de eerste stelling in: ‘Er is meer dan genoeg data beschikbaar over de waarde van gezonde gebouwen voor de gebruiker.’ Dit beaamt Rob Huvers, commercieel directeur Benelux van ventilatiespecialist Aralco. “Voor het geld dat aan rapporten hierover is uitgegeven, hadden we waarschijnlijk alle scholen gezond kunnen maken.” Een gezond binnenklimaat is in zijn ogen een latent onderwerp. “Mensen merken niet of een gebouw al dan niet gezond is. Dat haalt de drive weg.”

LIAG-architect en -partner Thomas Bögl bestrijdt de hoeveelheid aanwezige data. “Over verlichting en ventilatie is genoeg bekend, maar niet over hoe gebouwen in elkaar zitten, zich verhouden tot hun omgeving en hoe mensen zich verhouden tot het gebouw waarin ze wonen, leren of werken.”

Data zijn miljoenen waard

Volgens DWA-consultant Machiel Karels hebben beide heren een punt. “Veel onderzoeken tonen de relatie aan tussen productiviteit, ziekteverzuim en allerlei bouwkundige en installatietechnische maatregelen in gebouwen. Als we die data omzetten in waarde, levert ons dat miljoenen op. Op dat gebied hebben we nog een wereld te winnen.” Over de psychologische kant is veel minder bekend. “Dat geldt ook voor de mogelijke biologische en chemische verontreiniging uit bouw- en interieurmaterialen, waarvan we nog maar beperkt inzicht van de consequenties hebben.”

Bögl gaat hierop door: “Wat weten we bijvoorbeeld van de chemische gevolgen van tapijtlijm op het tapijt en op de vloer? En de reactie van mensen hierop? Er kan iets schadelijks ontstaan.”

Schaap met tien poten

VBI-adviseur bouwconcepten Peter Musters pleit voor een onafhankelijke partij, die de integrale samenhang tussen alle gezondheidsaspecten – bouwkundig en installatietechnisch -  overziet en deze blijft bewaken tot in de gebruiksfase van het gebouw. “Zo komen we erachter wat de invloeden van verschillende materialen op elkaar zijn.” Dat is niet eenvoudig, reageert Karels. “Jij zoekt niet het schaap met vijf, maar met tien poten. Dit raakt de hele bouwsector.”

Daarom opteert Huvers er in eerste instantie voor om op het laaghangend fruit te richten. “Er valt voor de eindgebruikers veel te winnen op gebieden als lichttoetreding, ventilatie en akoestiek.”

Volgens Ionair Benelux-directeur Jeroen Posthumus kennen gebruikers die winstpunten niet. “Bijvoorbeeld bij luchtkwaliteit denken klanten alleen aan energiebesparing. Ze kijken ervan op dat de productiviteit stijgt en het ziekteverzuim daalt als die kwaliteit verbetert.”

Gezondheid beperkt

Deputy Director Jan Jaap Blüm van Ballast Nedam heeft moeite om de waarde van data in te schatten. “De gebouwbeleving is een gevoelskwestie en gevoel is niet te meten. Althans, niet met de huidige vragen.”

Daarnaast vindt hij gezondheid beperkt. “Ik vergelijk het met veiligheid: iedereen wil in een veilig gebouw zitten. Dat geldt toch ook voor gezonde gebouwen? Het maken van gezonde gebouwen is onze godvergeten plicht.”

Geen zelflerend vermogen

Een nieuw label voor gezondheid creëren, helpt in de ogen van de heren niet. “Dit thema is versleuteld in labels als BREEAM en GPR”, vindt Karels. Ook Posthumus ziet hier niets in. “Het gaat te veel om het label zelf. Daarnaast zeggen scores als 80% en 90% mij helemaal niets over de gezondheid van een gebouw.”

Bögl denkt dat zo’n label voor bouwers alleen belangrijk is bij de opening van een gebouw. “Daarmee laten ze dan zien hoe fantastisch ze het hebben gedaan. Verder hoor je ze er niet meer over. Eigenlijk moet iemand het gebouw na een paar jaar toetsen of alles werkt zoals het hoort.”

Musters beaamt dit. “Nu verlaten we gebouwen na de oplevering. Daarom heeft deze sector geen zelflerend vermogen en blijven we dezelfde fouten maken.” Dit resulteert volgens Karels in slechtere gebouwen. “Meer dan 70% van de gebouwen die op basis van kwaliteitsklasse B is ontworpen en misschien wel is opgeleverd, behaalt in de praktijk echter maar een milieuklasse C of slechter. Prestatiemonitoring tijdens de exploitatie is dan ook essentieel.” Een systeem als Monavisa geeft hier invulling aan, legt hij uit. “Daarmee koppelen we de gebruiksevaluatie aan de gebouwevaluatie. Zo komen erachter wat een gebouw doen en wat de gebruikers hiervan vinden.”

Meten en ervaren

Hij vindt het goed om eindgebruikers te betrekken bij de totstandkoming van gebouwen. “Systemen in gebouwen moeten zo eenvoudig zijn, dat bewoners er geen fouten mee kunnen maken. Leveranciers willen echter liever hun technische innovaties tonen.”

Ook Bögl betrekt gebouwgebruikers eerder in het proces. “Ze zijn niet het uitgangspunt en niet zaligmakend, maar laat ze wel kennisnemen van hun omgeving en deze snappen.”

Blüm is hiermee eens. “Een gebouw is slechts een verzameling van beton en stenen met leidingen. Het gaat erom wat hierbinnen gebeurt: dat eindgebruikers erin slagen hun diensten goed te leveren.”

Gebouwgebruikers betrekken in het ontwerpproces is van belang, vindt Karels. “Het is vooral belangrijk om te sturen op verwachtingsmanagement.”

Financiële producten

Bij de stelling ‘Bouwen volgens het Bouwbesluit is niet hetzelfde als gezond bouwen’, reageert Karels dat dit niet de bedoeling is van het Bouwbesluit. “Daarom zijn er PVE’s, het Bouwbesluit is de ondergrens.”

Volgens Blüm levert het Bouwbesluit geen ongezond gebouw af. “Maar elk zichzelf respecterend ontwikkelaar zoekt de ondergrens op”, chargeert hij. “We vinden bouwen volgens het Bouwbesluit goed genoeg, omdat we gebouwen beschouwen als een financiële producten. Als kostenpost.” We moeten af van deze zesjescultuur, aldus Posthumus.

Huvers zegt dat andere factoren gebouwen ongezond maken. “De meeste systemen werken niet goed, zijn niet goed geïnstalleerd of worden niet goed gebruikt.”

Noodzaak ontbreekt

Prestatiecontracten zien de heren niet als de oplossing. “Hoe garandeer je wat?”, vraag Blüm zich af. Volgens Karels is de vergelijking met energieprestatiecontracten beperkt te maken. “De prestatie van energie voor gezonde gebouwen is maar ten dele te meten.”

Musters denkt dat bij opdrachtgevers de onderkenning van het belang om gezonde gebouwen te vragen ontbreekt. “Anders hadden ze er al lang gestaan. Het gaat er dus om dat wij als bouwbranche de opdrachtgevers verleiden om gezonde gebouwen te vragen en te eisen.”

Bögl stelt voor om de makers verantwoordelijk te houden voor het gebouw, waarna Posthumus stelt: “Laat fabrikanten verantwoordelijk blijven voor hun eigen producten.”

Daarom vindt Blüm het belangrijk om meer contact te hebben met de eindgebruikers. “Omdat het gebouw een financieel product is geworden, zijn er schotten tussen de verschillende afdelingen gekomen. Door meer contact met de klanten te hebben, hoop ik dat die schotten verdwijnen en er meer samenwerking plaatsvindt.”

Foto: van links naar rechts: Rob Huvers, Thomas Bögl, Jeroen Posthumus, Machiel Karels, Jan Jaap Blüm, Peter Musters en Wietse Walinga.

Zoek verder binnen deze onderwerpen

Gerelateerde artikelen, events & downloads

c21 c41 c120 c225
De overheid als aanjager van de renovatiegolf

De overheid als aanjager van de renovatiegolf

De uitdaging: miljoenen vierkante meters vastgoed verduurzamen vóór 2050. Dit ambitieuze project betreft publieke gebouwen zoals scholen, kantoren, ...

Lees verder

c21 c26 c120
De Brinck Haarlem: unieke opgave op uitdagende locatie

De Brinck Haarlem: unieke opgave op uitdagende ...

De transformatie van de voormalige Brinkmanpassage naar 100 appartementen is in vele opzichten een bijzonder project. In project ‘De Brinck’ komt veel ...

Lees verder

c21 c120 c225
Oude school verbouwd tot woningen

Oude school verbouwd tot woningen

De voormalige St. Franciscusschool in de Kootwijkstraat in Eindhoven heeft een nieuwe bestemming gekregen. Woonbedrijf verbouwde de vroegere jongensschool uit 1929 ...

Lees verder

c21 c26 c41 c120 c243
Woningen Dordrecht gerenoveerd met behoud van al het goede

Woningen Dordrecht gerenoveerd met behoud van ...

Maar liefst 172 woningen aan onder andere de Eemkerkstraat in Dordrecht krijgen een revitalisatie dankzij duurzame verbeterwerkzaamheden. De kwaliteit van de woningen ...

Lees verder

c21 c120 c225
Beter perspectief vastgoedsector richting 2025

Beter perspectief vastgoedsector richting 2025

De commercieel vastgoedsector kan na een periode van dalende vastgoedwaarden weer uitkijken naar een bescheiden waardegroei. Toch werken de effecten van de sterke ...

Lees verder

c21 c26 c41 c120 c185 c225
In drie dagen volledig houten casco achter metselmuren industrieel pand

In drie dagen volledig houten casco achter metselmuren ...

Een industrieel pand in Haarlem is op basis van CLT (Cross Laminated Timber) gerenoveerd en uitgebreid. Binnen drie dagen werd achter de karakteristieke metselwerken ...

Lees verder

c21 c26 c120
Kantoorgebouw weer toekomstbestendig dankzij transformatie

Kantoorgebouw weer toekomstbestendig dankzij ...

Het kantoorgebouw Glashaven, op het Wijnhaven-eiland in het centrum van Rotterdam, werd aangeschaft door Amvest. Het bestaande gebouw krijgt een transformatie tot ...

Lees verder

c21 c120 c225
<span>Woonvisie 2040 van Den Haag: optoppen en splitsen</span>

Woonvisie 2040 van Den Haag: optoppen en splitsen

De Woonvisie 2040 van gemeente Den Haag werd in samenspraak met woningzoekenden, woningcorporaties en betrokken partijen ontwikkeld. Hierin staan concrete maatregelen ...

Lees verder

c21 c40 c120 c225
100.000 woningen realiseren met optoppen

100.000 woningen realiseren met optoppen

Vijf provincies ontwikkelden, in samenwerking met Aedes, een handreiking om een versnelling van woningbouw te realiseren. Dat willen ze doen door het toevoegen ...

Lees verder

c21 c41 c120 c148 c225
Nieuw kantoor helpt groeiplannen in regio versnellen

Nieuw kantoor helpt groeiplannen in regio versnellen

In het zuiden van het land, op 10 minuten loopafstand van Eindhoven Centraal Station, betrok internationaal adviesbureau Turner & Townsend een nieuw kantoor. ...

Lees verder

c21 c40 c120 c185 c225
Circulair renoveren als nieuwe standaard

Circulair renoveren als nieuwe standaard

De circulair gerenoveerde innovatiebroedplaats The Hive in Rosmalen stond een middag lang in het teken van het hergebruik van grondstoffen, producten en zelfs installaties. ...

Lees verder

c21 c40 c120 c185 c225
Circulair renoveren en CO2-reduceren in e-zine

Circulair renoveren en CO2-reduceren in e-zine

Nu de nieuwbouwopgave op diverse plekken vertraging oploopt vanwege netcongestie en vertraagde afgifte van vergunningen, zijn de ogen gericht op renovatie. Terecht ...

Lees verder

Reactie plaatsen

keyboard_arrow_up