‘Van korte termijn omzetsturing naar lange termijn duurzaamheid’
Familiebedrijf Dura Vermeer viert dit jaar zijn 165-jarige bestaan. De belangrijkste ingrediënten van dit succes: op de korte termijn kansen pakken en innovaties omarmen, zonder de focus op de lange termijn te verliezen. En met diezelfde aanpak gaat het bedrijf vol vertrouwen de toekomst in. Een verkenning aan de hand van sleutelbegrippen als duurzaamheid, samenwerking en maatschappelijk draagvlak.
“Onze maatschappelijke verantwoordelijkheid is groot en er is een grote opgave om in te vullen”, stelt Jurgen Schoenmakers, die bij Dura Vermeer als manager duurzaamheid aan de slag is. “Eind jaren 80 werden al rapportages gepubliceerd over het achteruit hollen van het klimaat en als maatschappij hebben we daar te weinig mee gedaan. Dat we een inhaalslag voor ons hebben, dat is duidelijk. Onze sector is nog tamelijk traditioneel ingesteld, waarbij onvoldoende aandacht wordt besteed aan de CO2-uitstoot van de bouwactiviteiten en de gemaakte milieu-impact van de volledige bouwketen. We moeten van korte termijn omzetsturing naar lange termijn duurzaamheid.”
Om aan de vraag in 2030 te kunnen voldoen moet de bouw- en vastgoedsector 75.000 woningen per jaar realiseren. Deze aantallen komen onder druk te staan door de afgekeurde PAS. “In een dergelijke crisisperiode lijkt er weinig ruimte voor een discussie over de lange termijn, de wijze waarop we bouwen. Zowel de milieu- als klimaatimpact van de gehele bouwketen moet omlaag. Deze opgave is niet alleen technisch van aard.”
Schoenmakers geeft daarbij aan dat we zowel ‘nerds’ als ‘visionairs’ nodig hebben. “De nerds, ofwel de techneuten, zijn goed vertegenwoordigd in de sector”, vindt hij. “Zij zijn enorm oplossingsgericht en duiken snel de inhoud in, op zoek naar technische oplossingen. Dit is vaak slechts een invulling van de korte termijnopgave, als de verbinding niet wordt gemaakt met de visionairs. Zonder hen is er te weinig aandacht voor het langetermijnperspectief. De kunst daarin is om het sociale aspect te verbinden met de technische oplossingen. Hoe neem je de mensen achter de voordeur mee in een keuze voor technische oplossingen en hoe laat je hen begrijpen welk gedrag verlangd wordt?”
Gedragsverandering is ‘doen’
Het veranderen van gedrag is complex. Patronen die jarenlang zijn ingesleten, moeten worden doorbroken. “Fouten maken, leren en het de volgende keer beter doen”, benoemt Schoenmakers als oplossing. “In de bouwsector zijn we risicogestuurd en werken fouten al snel hard door. Daardoor komen vernieuwende samenwerkingen moeilijker van de grond”, geeft Schoenmakers aan.
Hij denkt daarbij dat Dura Vermeer de verbindende rol wél kan oppakken: “We staan centraal in de keten, want we sparren met adviseurs en vormen een belangrijke schakel naar onderaannemers. Daarnaast zijn we een aanspreekpunt voor een opdrachtgever, huurder of particuliere bewoner en moeten we zorgen dat woningcorporaties met innovaties aan de slag kunnen waarmee zij de wensen van eindgebruikers invullen.”
Dura Vermeer stuurt daarbij op de twee assen ‘motivatie’ en ‘eenvoud’. “Als er voldoende motivatie aanwezig is, dan kun je de meest complexe opgaven aan. Anderzijds, als het vertonen van het gewenste gedrag zo eenvoudig mogelijk gemaakt wordt, dan is er niet zo veel motivatie voor nodig. We zien vaak dat er te veel gestuurd wordt op motivatie. Het effect daarvan is het afremmen van het gewenste gedrag, doordat mensen zich teveel gepusht voelen. Het is veel effectiever om het gewenste gedrag eenvoudiger te maken. Daardoor neem je mensen mee in concrete stappen.”
Een voorbeeld daarvan is de digitale FLOW, een benaming voor een digitale standaard manier van werken bij Dura Vermeer. “Hierin hebben we per stap vastgelegd wie verantwoordelijk is, wat het op te leveren deelproduct moet zijn en waar deze aan moet voldoen.”
De wijk RijswijkBuiten vormt als een van de eerste gasloze wijken nog altijd een bron van inspiratie.
Gedragsverandering bij huurders
Bij huurders van woningbouwcorporaties gaat het anders, zegt Schoenmakers. "Hier zijn er kansen om in individuele gesprekken te investeren en te begrijpen dat er veel verschillende gezinssituaties zijn waarin duurzaamheid geen eerste prioriteit heeft. Gevoelsmatig heeft 95% van de bewoners van onze projecten duurzaamheid niet als voornaamste beweegreden. Daarom halen we op bij bewoners wat zij nodig hebben om comfortabel en duurzaam te kunnen wonen. Dat is vaak complexer dan mensen denken omdat iedere subcultuur zijn eigen specifieke behoefte heeft.”
Praktijkvoorbeeld is het project Moerwijkzicht in Brede, waar concrete oplossingen werden aangedragen voor behoeften. Bewoners kregen een elektrisch inductiekookstel en een geschikte pannenset. “Daarnaast hebben we met enthousiaste bewoners een cursus elektrisch koken georganiseerd. Anderen zijn meer geholpen bij coaching over hoe zij hun maandlasten kunnen verlagen door energie te besparen.
Dan werken we bijvoorbeeld nauw samen met de woningcorporaties en bewonersconsulenten om de bewoners in de wijk op te leiden tot energiecoach om hun buurtgenoten te helpen. In weer andere projecten organiseren we rommelmarkten, zodat bewoners met elkaar spullen kunnen ruilen. Dit zorgt vaak voor de nodige sociale cohesie. We vragen de gemeente om aan het einde van de dag mee te helpen om de overgebleven huisraad op te ruimen.”
Hoewel huurders meestal persoonlijk worden benaderd, zijn er ook situaties waarin dat niet mogelijk is. Dan biedt een app uitkomst. “Daarvoor hebben we de Reno-app ontwikkeld, een handige tool waarmee we zelfs contact leggen met de huurders waar we niet zo makkelijk achter de voordeur komen.”
Van inactief naar actief veranderen
Om het gedrag extern te beïnvloeden, is intern de nodige verandering noodzakelijk. Dat betekent als vertrekpunt dat er een proactieve houding wordt aangehouden en de dialoog wordt aangegaan met opdrachtgevers. “Vernieuwend in dit kader is het initiatief Samen Versnellen dat we samen met Cirkelstad doen. Daar zijn onder andere gemeenten bij aangesloten, en verschillende opdrachtgevers waaronder Rijkswaterstaat, gemeenten en collega-bouwers. Gezamenlijk nemen we hier de verantwoordelijkheid voor een circulaire bouweconomie en worden we uitgedaagd om eigen processen te toetsen en samen aan vernieuwende concepten te werken. Het gesloten karakter dat onze sector traditioneel heeft, proberen we hier te doorbreken door onze keuken open te zetten. Dat verwachten we ook van anderen.”
Daarnaast is een kanteling zichtbaar in de motivatie van bouwbedrijven “Zij zijn vooral nog extrinsiek gemotiveerd, het ‘u-vraagt-wij-draaien'-principe. Denk aan het aanscherpen van de MPG, de verplichting voor het gasloos bouwen en de mogelijkheid voor een CO2-taks. “De CO2-uitstoot moet naar een nulpunt en we willen zo vaak mogelijk circulair bouwen. In die overtuiging worden we gesterkt door ambitieuze opdrachtgevers, waarmee we samen duurzaamheidsdoelen bepalen en bijvoorbeeld ook het thema gezondheid naar voren brengen: hoe zorgen we samen voor een lager ziekteverzuim? Hoewel deze integrale benadering van opgaves nog geen gemeengoed is, zijn er de afgelopen jaren diverse voorbeelden geweest die kansen laten zien op dit vak.”
Bronnen van inspiratie
Zo vormt RijswijkBuiten als een van de eerste gasloze wijken nog altijd een bron van inspiratie. Hier nam de gemeente het risico op de innovaties, waaronder de warmtepomp, waarvan de techniek destijds nog niet helemaal was uitgekristalliseerd. “Ook werden we hier uitgedaagd om samen met onze bouwpartners prestatiegaranties te geven, om ervoor te zorgen dat bewoners decennialang konden genieten van hun woning. Vandaag de dag is dit nog altijd geen gemeengoed, terwijl je met zo’n verhaal bewoners kunt geruststellen en kunt motiveren.”
Lees nu het hele verhaal met Jurgen Schoenmaers & Dura Vermeer in het complete magazine Duurzaam Gebouwd #47. Met ook 'duurzaamheid op de lange termijn' en 'het concept The Good Life'.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Dura Vermeer (foto boven: De Fruitmeester, Beverwijk)