Trias Energetica 2.0 voor energieneutrale woningen (deel 2)
In het tweede deel van het artikel Trias Energetica 2.0 voor energieneutrale woningen komt het gebruik van energie uit reststromen en energie uit duurzame bronnen aan bod.
2. Gebruik energie uit reststromen
De tweede stap is gericht op het gebruik van energie uit reststromen en energie uit hernieuwbare bronnen. Voor de reststromen valt met name te denken aan:
- Warmteterugwinning(WTW): In feite komt hier alle warmte in aanmerking die via afvoerstromen het gebouw verlaat. Iedere woning wordt geventileerd met een ventilatiesysteem. Ook uit ventilatielucht kan energie worden gehaald. Een hoogrendement ventilatiessysteem (HR-WTW) verwarmt verse buitenlucht eerst voor, voordat deze wordt ingeblazen. Het voorverwarmen van de verse buitenlucht gebeurt met de warmte uit de afgevoerde lucht, maar zonder dat de verse buitenlucht door de afgevoerde lucht wordt vervuild. Maar liefst 95% van de afgevoerde warmte kan op deze wijze worden hergebruikt. Bij het douchen wordt een grote hoeveelheid warm water verbruikt. De warmte van het wegstromende water kan worden benut om het koude aanvoerwater voor te verwarmen. Het apparaat waarmee dit kan heet een douchewaterwarmtewisselaar (douche-WTW). Dit is een zeer effectieve manier om energie te besparen, omdat de warmtapwatervraag vermindert.
- Restwarmte: Benut restwarmte uit de nabije omgeving, bijvoorbeeld warmte uit industriële processen zoals afvalverbrandingsinstallaties of elektriciteitscentrales. We noemen dit ook wel stadsverwarming.
3. Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen
De benodigde energie moet zoveel mogelijk duurzaam opgewekt worden. Het liefst helemaal duurzaam. Als de eerste stap van de Trias Energetica niet ambitieus genoeg is uitgevoerd (beperk het energieverbruik), dan is het moeilijk om een energieneutrale woning met deze derde stap te behalen. Hernieuwbare energie, die op gebouwniveau kan worden toegepast, valt onder te verdelen in:
- Zonne-energie:
- Zon-thermische energie: De zon kunnen we passief en actief gebruiken. Met een juiste situering ten opzichte van de zon (bijvoorkeur zuid geörienteerd), het type glas (het liefst tripleglas) en de grootte van de glasoppervlakte (zo groot mogelijk) kan zonlicht gebruikt worden om het gebouw te verwarmen en om het gebruik van kunstlicht te beperken. Deze vorm van energie wordt passieve zonne-energie genoemd. De zon moet ook actief worden gebruikt, bijvoorbeeld door toepassing van zonnecollectoren en pv-panelen. Een zonnecollector wordt gebruikt in combinatie met een boilervat (deze combinatie heet zonneboiler) om drinkwater en/of cv-water te verwarmen. PV-panelen (photo voltaïsch) zetten zonne-energie om in elektriciteit.
- Fotovoltaïsche (PV-) cellen: zonne-energie wordt direct omgezet in elektriciteit. Niet-gebruikte elektriciteit kan terug worden geleverd aan het elektriciteitsnet.
- Warmtepomp en lage temperatuurverwarming (LTV) met bodem, water of lucht als warmtebron. Op Wikipedia is meer te lezen over warmtepompen. Bij lage-temperatuurverwarming is de aanvoertemperatuur in de verwarmingsinstallatie niet hoger dan 55 °C en de retourwatertemperatuur maximaal 45 °C. Dit heeft veel voordelen ten opzichte van de ‘traditionele’ systemen met een aanvoertemperatuur van 90 °C en een retourtempreatuur van 70 °C. Er is namelijk minder energie nodig, omdat de temperatuur lager blijft en duurzame bronnen zoals zonne-energie en aardwarmte efficiënt ingezet kunnen worden.
- Warmte-/koudeopslag (WKO) is een duurzame manier om woningen te verwarmen of te koelen. Watervoerende zandlagen in de grond zorgen voor opslag van warmte of koude. In de winter wordt koude in de bodem opgeslagen, om in de zomer als koeling te dienen. In de zomer wordt warmte uit de woning gehaald en in de warmtebron opgeslagen. Die warmte kan in de winter bijvoorbeeld worden gebruikt om ventilatielucht voor te verwarmen. Opslag van warmte en koude in de bodem kan het verschil tussen aanbod en vraag overbruggen.
- Een bodemwarmtewisselaar werkt ongeveer hetzelfde als warmte-/koudeopslag. Het verschil is dat er geen grondwater wordt rondgepompt. Een bodemwarmtewisselaar is namelijk een gesloten systeem. Het bestaat uit bodemlussen. Door deze lussen wordt een vloeistof (water + een niet-giftig antivriesmiddel zoals een glycolmengsel) gepompt om warmte of koude aan de bodem te onttrekken.
- Windenergie: urban turbines kunnen een (bescheiden) bijdrage leveren aan de energieopwekking in de gebouw- de omgeving. Voor individuele woningen wordt niet of nauwelijk gebruik gemaakt van windenergie.
Dit is het tweede deel van een artikel van Aardvast over Trias Energetica 2.0. Aardvast heeft voor het schrijven van het artikel gebruikgemaakt van het Infoblad Trias Energetica en energieneutraal bouwen van AgentschapNL.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Eigenlijk vind ik stap 2 een beetje flauwe tussenstap. WTW is natuurlijk gewoon onder stap 1 te plaatsen (warmte die via vloeren, muren, daken en kieren een gebouw verlaat zijn ook afvoerstromen, alleen wordt deze warmte 'teruggewonnnen' in het isolatiepakket) en restwarmte is onder stap 2 (indien uit duurzame bron) of stap 3 (indien uit fossiele bron) van de Trias Energetica te plaatsen. Hiernaast bestaat de kans dat stap 2 van de Tetra Energetica een gebouw onnodig minder duurzaam/groen maakt. Grijze stadsverwarming gaat dan voor groene eigen opwekking...
Nee Robert, dat is volgens mij niet waar. Bijvoorbeeld, stap 1 hoort (in ieder geval in mijn Nieuwe Stappenstrategie, waar deze Trias - Tetra - Energetica ongerefereerd op gebaseerd is...) alleen betrekking op bouwkundige maatregelen die geen installaties vereisen. Maar ik ga dat hier verder niet helemaal bespreken, want dat is in wetenschappelijke artikelen en stedelijke aanpakken als REAP en LES al bediscussieerd. Overigens gebruikt de juiste stappenbenadering bij voorkeur helemaal geen fossiel meer. Dan is het ook weer een Trias... Dus de aanpassing van het oude driehoekschema (plak er een blokje op) vind ik juist wat flauw.