Is circulair bouwen echt duurder?
Wie circulair gaat uitvragen, ontwerpen of bouwen, stuit al gauw op de vraag: wat kost het meer? Maar is dat altijd wel zo? Zijn er ook mogelijkheden om circulariteit op z’n minst budgettair neutraal toe te passen? Dat vroeg Klaas van den Brand (Van Wijnen Rosmalen) zich af en hij kreeg inspiratie en bijval van Jim Teunizen (Alba Concepts).
De vragen van Van Wijnen kwamen niet uit het niets. Van Wijnen erkent dat de bouw- en vastgoedbranche te veel grondstoffen verbruikt en te veel schadelijke stoffen uitstoot. Hiermee zijn we de aarde aan het uitputten. Nederland werkt daarom toe naar een circulaire economie in 2050. Van Wijnen vindt echter dat er niet snel en adequaat genoeg actie wordt ondernomen. Met de actuele kennis en technieken kunnen we volgens Van Wijnen nú al Paris Proof bouwen en ook bouwen met een MPG-score die ver onder de huidige norm ligt. Het bouwbedrijf wil daarom dat haar producten en diensten al in 2030 per saldo geen negatieve invloed meer hebben op het milieu.
Financiële consequenties
Om die ambitie te kunnen realiseren, is het bouwbedrijf de vele aspecten - ook de financiële - van circulair bouwen te onderzoeken. Met de focus op:
- losmaakbaarheid en hergebruik stimuleren;
- biobased materialen toepassen;
- technische kringloop verbeteren (verminderen van de uitstoot).
En natuurlijk hoort daarbij de vraag: wat zijn de financiële consequenties van circulair bouwen? Nog altijd wordt door velen gedacht dat het duurder is, maar is dat wel zo?
Verschillen met traditioneel
Een mooie zaak voor Klaas van den Brand, bouwkostendeskundige bij Van Wijnen Rosmalen (foto rechts). Hij deed onderzoek naar de verschillen tussen circulair bouwen ten opzichte van traditioneel bouwen. Inspiratie daarvoor kwam ook van Jim Teunizen, aanjager circulaire bouweconomie bij Alba Concepts. Van den Brand: “Ik heb het onderzoek naar de financiële haalbaarheid van circulariteit op een bestaande case geprojecteerd. In dit geval een kleinschalig woningbouwproject bestaande uit 36 sociale huurwoningen. Naast de ‘gebouwde’ en opgeleverde nulmeting heb ik hier twee circulaire varianten tegenover gezet.”
Biobased materialen
De nulmeting heeft Van Wijnen in haar Vrij Wonen-concept gebouwd (foto boven). Dit betekent maatwerk gebaseerd op seriematig ontworpen prefab betonnen casco’s met massieve plaatvloeren. Van den Brand: “Variant 1 heb ik opgesteld met circulaire bouwmaterialen die nu te koop zijn. Bij Variant 2 zijn de eerder gekozen circulaire bouwmaterialen, uit variant 1, aangevuld met meer circulaire oplossingen, zoals de combinatie met een sloop/demontagecontract. Ook zijn er in variant 2 meer biobased materialen toegepast.”
“De drie varianten zijn met elkaar vergeleken op het gebied van:
- Bouwkosten
- Bouwplaatskosten
- bijkomende kosten
- exploitatiekosten (75 jaar)
- onderhoudskosten
- opbrengsten
- CO2-opslag
- CO2-uitstoot
- MPG
- BCI, inclusief losmaakbaarheid
30 tot 60% CO2-reductie
Uit het onderzoek bleek dat Van Wijnen inderdaad circulaire woningen kostenneutraal kan aanbieden. Van den Brand: “Afhankelijk van de variant wordt bij een investering in bouwkosten van 3% - 6% respectievelijk 30 tot 60% CO2 gereduceerd. Men denkt bij circulair bouwen vaak aan hout- en/ of CLT-bouw met bouwkosten van 15% of hoger ten opzichte van traditioneel bouwen. Dit is dus een zeer interessante uitkomst.”
“Verder zien we milieutechnisch de BCI stijgen van 44% in de nulmeting naar 67% in variant 2. De MPG-score daalt van € 0,73/m2 BVO/jaar in de nulmeting naar € 0,47/m2 BVO/jaar in variant 2. De onderhoudskosten gedurende 75 jaar zakken met 8%, de sloopkosten worden gehalveerd en de restwaarde op te hergebruiken materialen wordt verdubbeld. Variant 1 is zelfs na 75 jaar exploitatie kostenneutraal. Dus niet duurder dan traditionele bouw- en exploitatiekosten.”
Bewijs
“De uitkomsten van het onderzoek van Klaas”, vertelt vervolgens Jim Teunizen (foto rechts), “sterkt dat wat wij al jaren in de markt ‘roepen’. Dat een bouwer nu na grondig onderzoek dezelfde conclusies trekt, is een krachtig en het zoveelste bewijs dat circulair bouwen loont. En dat wij bij Alba Concepts de juiste dingen doen. Voordat Klaas zijn onderzoek begon, heb ik een aantal keren met hem gesproken over hoe hij de financiële waarde van materialen kan berekenen en hoe de handeling- en transportkosten de restwaarde compleet maken. Die restwaarde wordt nu nog vaak aan de hand van theoretische rekensommen bepaald. Doordat steeds meer partijen ermee aan de slag gaan, zien we een grote dataset ontstaan die ons meer en betrouwbaardere inzichten geeft.”
Lees nu het hele verhaal met Klaas van den Brand en Jim Teunizen met veel meer details en cijfers in deze pdf of op deze website.
Lees ook: Building Circularity Index maakt CO2-impact gebouw helder