Nog vier maanden te gaan in dit jaar, de grote vakanties zitten er voor de meeste mensen in de bouw op en we kijken vooruit. Dat doen we meestal, vooruit kijken. Plannen maken, verwachtingen bijstellen, anticiperen op de behoefte en vraag van onze klanten en we gaan ons zelfs al bezig houden met de budgetten voor volgend jaar. Immers, we kijken vooruit! 

Graag zou ik ook wel eens terug willen kijken en dan met name naar de ontstane versnippering van initiatieven, die het samenwerken via BIM moeten bevorderen. De ontstane situatie baart me namelijk zorgen.

Werkgroepen van gelijkgestemden

Vanuit diverse gelederen wordt er gewerkt aan het implementeren van open BIM-standaarden: er wordt nagedacht over de te gebruiken naamgeving van objecten, de wijze waarop we samenwerken en informatie uitwisselen en het verspreiden van deze boodschap. Met zeer goede intenties worden werkgroepen gevormd, veelal door gelijkgestemden en meestal op lokaal niveau. In mijn beleving is lokaal niveau ook een verdeling naar land of regio, discipline of gebruikte software. We zien onder meer aannemers, opdrachtgevers, installatie-adviseurs, architecten en gebruikersgroepen, maar ook door de overheid geïnitieerde samenwerkingen over elkaar heen buitelen en vechten om de aandacht. Aandacht die ook écht verdiend wordt! Aansluiting op elkaar wordt gemist, wel gezocht maar resulteert veelal in een discussie over wie de lead heeft. Het adagium 'Wie betaalt, bepaalt' gaat steeds vaker op, ook in de wereld van open BIM. Iedereen die hiermee te maken heeft, weet waar ik het over heb.

Usual suspects

Het vervelende is dat voor de BIM-gebruikers, en dan met name voor nieuwkomers, door de bomen het bos niet meer is te zien. Waarbij moet je je aansluiten? Wie moet je geloven? Denk hierbij aan 'the usual suspects' waarover ik eerder al over schreef, die ik nog steeds overal tegenkom maar ook de organisaties die BIM in hun naam hebben en evenementen organiseren zijn ondertussen niet meer te tellen.

Duidelijkheid

In mijn beleving is Het Nationaal BIM Platform (HNBP) ooit opgericht om duidelijkheid te scheppen in het (toen al) enorme BIM-woud. Helaas moet ik constateren dat geen van de andere initiatieven aansluiting heeft gevonden (of niet heeft gezocht?), waardoor noodzakelijke investeringen uit zijn gebleven en de website en het platform nog niet het maximale rendement hebben kunnen halen. Ik hoop echter dat dat verandert als overal de plannen voor de komende periode worden gemaakt. Als we allemaal ons steentje bijdragen, kan HNBP haar naam écht waarmaken.

Aansluiting gevonden

Ook buildingSMART Benelux is door zo’n fase heen gegaan: men leek eraan voorbij te gaan en gebruikers van BIM namen het gebruik van IFC als standaard voor lief. Waarom zou je lid worden als je de standaard toch al gratis kan gebruiken? Gelukkig is daarin de laatste 1,5 jaar verandering gekomen. Veel instanties en bedrijven hebben aansluiting gevonden bij buildingSMART, zijn lid geworden en leggen hun vraagstukken bij hen neer. Op dit moment zijn legio vrijwilligers aan de gang en worden de eerste door de héle markt gefinancierde projecten bekend. Begin september heeft Schiphol Airport in samenwerking met buildingSMART een basis gelegd voor internationale afstemming tussen luchthavens en hun partners. Hierbij wordt breed gekeken, draagvlak gevonden buiten de sector en de resultaten zullen voor iedereen in de bouw beschikbaar zijn. Gisteren vernam ik dat er wéér een groot architectenbureau lid is geworden: dat is goed nieuws en zorgt voor meer vlees op de botten. Iets waarvan ik persoonlijk wel minder van kan gebruiken, maar dat is iets heel anders.

Samenwerken

Wat ik hoop is dat u, bij het maken van uw plannen, eens terugkijkt naar wat er allemaal voor u beschikbaar is en niet alleen vooruit kijkt om het zoveelste initiatief te starten. Steun Het Nationaal BIM platform (podium) en buildingSMART (inhoud) en help mee de bouw beter te laten samenwerken en hierover te communiceren.

Ik wens u vier mooie laatste maanden van 2016 toe!

Dit stuk is vorige week verschenen als column bij HNBP en op LinkedIn.