‘Vertaal BENG naar ‘iets’ op de meter’
- BENG
- Artikel
Dat de consument bij de term BENG niet begrijpend de schouders ophaalt, laten we buiten beschouwing. Dat BENG een slap aftreksel is van de plannen in het Lenteakkoord, is ernstiger. Vakbroeders in de duurzame hoek klagen dat BENG niet hard genoeg gaat.
Te complex. Niet ambitieus genoeg. Onbegrijpelijk voor niet-techneuten. Met een naam die klinkt als een klok, maar met de impact van een natte krant. Het is niet de woordkeuze van Ronald Schilt, directeur van adviesbureau in duurzaamheid Merosch.
Kritisch op BENG-eisen
Dat Schilt kritisch is op BENG mogen we toch wel stellen. De manier waarop Merosch gebieden en gebouwen duurzaam maakt, is stukken ambitieuzer dan de standaard in het Bouwbesluit. Hij had dit graag teruggezien in de BENG-eisen, die vanaf 2020 voor alle bouwaanvragen voor nieuwe gebouwen gelden.
“Dit is het moment om te versnellen in plaats van af te zwakken. Dat is ook relatief eenvoudig haalbaar in de nieuwbouw. Met isolatie, verlichting, een wtw-unit, warmtepomp in de bodem en zonnepanelen op het dak ben je er al. Tegen 10% meerkosten kunnen we energieneutrale nieuwbouw maken met een EPC van nul. Dat was ook het oorspronkelijke uitgangspunt van de ambitie uit het Lenteakkoord. Zulke gebouwen worden ruim binnen de technische levensduur terugverdiend.”
Geen meetinstrument om te controleren
BENG doet een stap terug met een vergelijkbare EPC van circa 0,2 in plaats van 0,0. Volgens Schilt is de methodiek te complex. Zijn grootste bezwaar is dat BENG een stuurmiddel en rekenmethodiek aan de voorkant is en geen meetinstrument om direct te controleren. Volgens hem is de oplossing simpel. “Maak de rekenwaarden voor de consument 1-op-1 begrijpelijk en vertaalbaar naar de stand op de meter. Laat het desnoods dan maar ’iets’ op de meter zijn. We moeten het stupid simple maken. NoM en BENG zijn niet goed op elkaar afgestemd.”
We moeten het stupid simple maken. NoM en BENG zijn niet goed op elkaar afgestemd.
Ronald Schilt, Merosch
Volgens Schilt zijn woningen, scholen, kantoren en utiliteitsgebouwen an sich wel aan te pakken met BENG, dat is het probleem niet. Daarbij wel een kanttekening: het wordt lastiger voor appartementencomplex met veel verdiepingen. Of BENG geschikt is om zorgvastgoed aan te pakken, durft hij niet te zeggen.
BENG voor zorgvastgoed
TU/e startte onlangs een haalbaarheidsstudie naar BENG voor zorgvastgoed. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties refereerde eraan in een brief: “Iedereen die hierbij betrokken is, vindt energiebesparing en energieneutraliteit in ziekenhuizen en zorgcomplexen een interessant en belangrijk onderwerp. Doel is om te ontdekken of we op de juiste weg zijn met betrekking tot BENG-eisen en het toekomstbestendig maken van zorgvastgoed. Daarom legden we een aantal referentiegebouwen langs de meetlat.”
Zorgvastgoed is heel divers. Zo is een ziekenhuis anders dan een huisartsenpost. Het ligt voor de hand dat eisen toegespitst worden op het gebouwtype. Maar naast een aangepaste eisenlijst per type zorgvastgoed vormen de eisen zelf een struikelblok. Neem nou een ziekenhuisterrein waarop je een nieuw gebouw wilt plaatsen, dat je aan de bestaande energievoorziening wilt koppelen. Die centrale installatie is misschien niet duurzaam; wellicht omdat je hebt besloten na de nieuwbouw de energie-infrastructuur onder handen te nemen. Ziekenhuizen, maar ook scholen, zijn vaak erg afhankelijk van dit soort complicerende omstandigheden. Daar komt bij dat ze meer dan eens gebouwd worden op plekken waar geen wko kan worden toegepast. De gunstige invloed van de wko op het energiegebruik kan dan niet worden benut.
Integraal ontwerpen
Met BENG houden we wederom een ingenieurswereld in stand, zeggen sommigen. Een wereld die denkt in projecten en een gebouw ziet als een verzameling losse producten in plaats van een systemisch geheel. Losse producten die ook als losse producten getest en geaccrediteerd moeten worden. Een wereld waarin de belanghebbende industrieën het winnen van een propositie die uitgaat van woonplezier, comfort, gezondheid en echte energieprestaties. Stop daarmee. De prestaties van een woning passen op één A4.
Wil je BENG goed insteken, dan moet je integraal ontwerpen.
Ronald Schilt
“Wil je BENG goed insteken, dan moet je integraal ontwerpen”, geeft Schilt aan. Diens uitlatingen liggen in lijn met wat Peter Fraanje, directeur van koepelorganisatie NVTB, onlangs zei in Cobouw. Volgens Fraanje zorgt BENG ervoor dat installatietechnische foefjes om woningen energieneutraal te krijgen meer plaats maken voor samenwerking tussen bouwers en ontwerpers. Dat zou mooi zijn. Als de architect, technisch adviseur, installateur en aannemer from scratch samen aan tafel zitten om de koers te bepalen, wordt alles eenvoudiger. Ook BENG.
Jammer genoeg is integraal ontwerpen in de bouwsector nog vaak een droom. Of beter gezegd: een brug te ver.
Foto bovenaan: In de duurzame wijk Rijswijk-Buiten worden sinds 2012 gasloze en energieneutrale woningen gebouwd. Hier komen uiteindelijk in totaal 3.500 woningen.