Jan Rotmans over 'energie in de transitie'
Prof. dr. ir. Jan Rotmans houdt zich al zo’n twintig jaar bezig met de energietransitie in de bouw. De sector loopt behoorlijk achter. Met zijn Gideonsbende schudt hij de sector op om de transitie een flinke impuls te geven. “Er is een hele generatie jongeren die het simpelweg niet meer pikt.”
- De energietransitie, waarover hebben we het dan eigenlijk?
Rotmans: “De energietransitie is de overgang van fossiele energie naar schone energie, dus van kolen, olie en aardgas naar wind, zon, groene waterstof, duurzame warmte, noem maar op. Dat is minder makkelijk dan mensen soms denken, omdat het vraagt om drie dingen. Ten eerste moeten we anders gaan denken. Onze huizen en auto’s zullen op den duur energiecentrales worden, die energie gaan leveren. Zo denken we nu nog niet. Ten tweede zullen we dingen anders moeten gaan organiseren. Dat vraagt om een andere vorm van samenwerking tussen partijen. Ten derde moeten we anders gaan handelen in de praktijk. Nou ja, daar zijn we in de bouw nog niet heel erg ver mee.”
- Dus de energietransitie komt in de bouw nog niet zo van de grond?
Rotmans: “Nee, de bouw doet het niet goed. In de afgelopen vijf jaar is de CO2-uitstoot in de bouw nauwelijks afgenomen, terwijl dat wel had gemoeten. De doelstelling voor 2030 is een reductie van 55%, maar ik schat dat de bouw niet verder dan 15 of 20% komt als de sector op deze voet doorgaat. Mede daarom ben ik in maart 2021 begonnen met de Gideonsbende.”
- Wat houdt de Gideonsbende precies in?
Rotmans: “Het is een club van jongeren en een paar senioren die een beweging van onderop willen, op een aantal belangrijke thema’s die de energietransitie in de bouw gaan versnellen. Grondstoffen vormen bijvoorbeeld een belangrijk thema: waar maak je het van en waar komt die grondstof vandaan? Ook biobased bouwen met hout en biomassa vinden we een belangrijk thema. In de bouw ligt de focus vrijwel altijd op dit soort harde thema’s, dus energie, grondstoffen en circulariteit. Maar het echte probleem zit hem in de zachte thema’s, zoals samenwerken, leiderschap en cultuur. De sector is ook nogal naar binnen gekeerd. Daarom hebben we ook de zachte thema’s op de agenda gezet: leiderschap, cultuurverandering, sociale innovatie. Bij de Gideonsbende zijn dus de harde en de zachte thema’s belangrijk. Dat is wel mooi.”
- Hoe gaan die zachte thema’s het verschil in maken in de bouw? Moeten bouwbedrijven anders met hun personeel omgaan?
Rotmans: “Juist. Want veel jongeren maken nu bewust de keuze: wil ik bij een bouwbedrijf werken dat positieve impact heeft en de wereld echt een beetje schoner en mooier wil maken, of gaat het me alleen om het geld? En steeds meer jongeren, zeker de twintigers en dertigers, zijn binnen een paar jaar vertrokken bij een bouwbedrijf waarin het alleen maar draait om rendement en efficiëntie.”
- Hoe creëer je een cultuur waarin je goede, gedreven mensen, die echt het verschil kunnen maken, aan je bindt?
Rotmans: “Het helpt enorm als je goede voorbeelden kunt laten zien. Een circulair gebouw, een energieneutraal of energiepositief huis. Jonge mensen willen het echt zien; een bevestiging dat het niet alleen bij mooie voornemens blijft. Je moet ook zorgen voor korte lijnen. De jonge generatie heeft een hekel aan hiërarchie, de ouderwetse top-down-sturing past niet meer bij deze tijd. Jongere talenten willen veel ruimte om zich te kunnen ontwikkelen. Ze vragen zich niet alleen af: wat kan ik het bedrijf bieden, maar ook: wat kan het bedrijf mij bieden? Waar sta ik in mijn loopbaan over vijf jaar? Is er genoeg vrije ruimte om mij te ontwikkelen? Is er een budget voor nieuwe dingen? Krijg ik een persoonlijk ontwikkelingsperspectief? Veel bouwbedrijven zijn nog tamelijk log en voldoen niet aan deze hedendaagse eisen. Dus haken jongeren massaal af. Ik zie dat in mijn eigen omgeving gebeuren.”
- Dit probleem geldt niet alleen voor bouwbedrijven toch?
Rotmans: “Nee zeker niet, het is breder dan dat, maar de cultuur in de bouw is, vergeleken met andere sectoren, wel wat conservatiever. Wat masculiener ook. Er werken nog steeds erg veel mannen in de bouw. Veel vijftigplussers in pak. Ik maak wel eens de vergelijking met de auto- of de vliegtuigindustrie. Die zijn veel innovatiever, maken veel meer gebruik van data, kennen de klant ook veel beter. De bouwsector is traditioneel georganiseerd, in een heel lange keten. Dus het probleem is hier wel wat hardnekkiger dan in andere sectoren.”
- Als de bouwsector zo conservatief en hiërarchisch is ingericht, wie gaat dan die cultuurverandering teweegbrengen?
Rotmans: “Dat zal uit verschillende impulsen moeten komen. De urgentie neemt wel elk jaar toe. Want je kunt het als bouw niet maken de klimaatdoelen niet te halen, maar toch ziet het ernaar uit dat dit niet gaat lukken. De maatschappelijke druk neemt ook steeds meer toe. Er is een hele generatie jongeren die het simpelweg niet meer pikt. Die stormt de bouw binnen en zegt: we gaan het echt radicaal anders doen. En niet via de gestaalde kaders van de brancheorganisaties, want er is geen sector die zo veel brancheclubs kent als de bouw. Er komen ook steeds meer inspirerende voorbeelden van hoe het wel kan. En de wet- en regelgeving wordt langzamerhand aangepast, zodat het allemaal wat beter en wat sneller kan. Al deze ontwikkelingen werken op elkaar in en zullen, denk ik, tot een versnelling zal gaan leiden. Dat moet ook wel, anders gaan we het niet halen.”
- Je had het net over goede voorbeelden. Zijn die er al genoeg?
Rotmans: “Ik kom uit op 25 gebouwen in Nederland. Er zijn ongeveer een miljoen gebouwen, dus we hebben nog een lange weg te gaan. Maar er komen wel steeds meer inspirerende voorbeelden bij. Het mooiste voorbeeld is voor mij het nieuwe kantoor van Triodos in Driebergen. Een prachtig gebouw, ontworpen door Thomas Rau. Het is voor een groot deel van hout gemaakt, heel erg groen en elk materiaal heeft een eigen paspoort dat ook beschrijft hoe het hergebruikt kan worden. Ik vind het echt schitterend.”
- En bouwbedrijven die het anders doen, zijn die er al?
Rotmans: “Ja, een goed voorbeeld is Bouwgroep Dijkstra Draisma in Dokkum. Die zijn echt revolutionair bezig. Ze hebben zelf een soort fabriek opgericht om ook productie te kunnen draaien, en maken echt meters op het niveau van grondstoffen, materialen en energieneutraliteit. Heel inspirerend.”
- Al met al: ben je positief gestemd over de toekomst?
Rotmans: “Ja, al is het maar omdat het een morele plicht is positief te zijn. Ik ben al meer dan twintig jaar bezig met deze sector en ik dacht eerst: de bouw is niet in beweging te krijgen, het zit zo vast als een huis. Nu merk ik toch echt dat er dingen aan het veranderen zijn. Er komen bijvoorbeeld meer vrouwen in de bouw, die ook een positieve invloed hebben. We hebben veel meer jongeren, die gaan het onorthodox doen. Er is een beweging van onderop aan het ontstaan, met allerlei netwerken, waar heel veel energie in zit. Dus ja, ik denk er nu echt anders over dan twintig jaar geleden.”
Bron tekst & foto's: Velox