Ennatuurlijk pakt maatschappelijke verantwoordelijkheid op
Warmtenetten zijn een belangrijke oplossing voor de energietransitie. En op dat vlak is Ennatuurlijk een steeds grotere speler, vertelt Herman Exalto. “We staan voor een gruwelijk grote opgave.”
Voor velen is een warmtenet een goed alternatief voor aardgas. Ennatuurlijk, ooit onderdeel van Essent, is inmiddels de derde speler op deze markt. Directeur Herman Exalto (foto onder, Kuppens Fotografie) bedient met zijn medewerkers 80.000 klanten door heel Nederland, van wie de meesten buiten de Randstad wonen.
Monoloog over het samenwerken met eindgebruikers, politici, netbeheerders en bouwbedrijven.
“Wij hebben van verbinden ons vak gemaakt, waarbij de warmtebronnen in een grote schakering aanwezig zijn. Soms is het restwarmte van de industrie of een afval-energiecentrale, soms is de warmte afkomstig van een elektriciteits- of biomassacentrale of uit een geothermiebron. Wij ontwikkelen projecten, ontwerpen warmtenetten en zorgen uiteindelijk voor de aanleg. Onze activiteiten hebben inmiddels een enorm andere dimensie gekregen, want het is een maatschappelijke verplichting geworden.”
De missie
“We staan voor een gruwelijk grote opgave. Dat lukt je niet met alleen belastinggeld. Wij zijn weliswaar een gewoon bedrijf, maar onze missie is verduurzaming en daarom investeren wij tientallen miljoenen in duurzame energiestromen. Onze grootste aandeelhouder is het pensioenfonds PGGM, met 80% van de aandelen. Dat geeft toch een andere focus dan wanneer we een private investeerder achter ons zouden hebben.
Om een warmtenet goed te laten draaien, is een heel hechte samenwerking nodig in een uitgebreide keten. Net als bij gas en elektriciteit is het kenmerkend dat je in die energieketens heel erg aan elkaar verbonden bent. Zo werken wij samen met Twence, een afvalenergiebedrijf in Twente. De duurzame warmte uit hun afvalenergiecentrale en biomassaenergiecentrale is goed voor 48.000 huishoudens. Hiervoor liggen voor vele miljoenen aan leidingen in de grond, die ons eigendom zijn. De klanten krijgen de facturen ook van ons.
Als klant heb je niet zoveel keuze, als je op een warmtenet aangesloten bent. Gelukkig is er allerlei wetgeving die de verkoopprijs maximaliseert en compensatie eist bij storingen. De Warmtewet ziet er verder ook op toe dat wij geen oneigenlijke rendementen realiseren. Het is een uitermate dynamische en soms spannende wereld. Dat heeft te maken met de techniek en de wetgeving. We investeren in infrastructuur die minstens dertig, veertig jaar in de grond ligt, maar vijf jaar vooruitkijken is al heel lastig. Laat staan veertig jaar.”
Geen magische box
“Warmtenetten zullen altijd een belangrijk antwoord blijven bieden voor de warmtevraag. Als je kijkt naar de mogelijkheden in de bestaande bouw, die over het algemeen minder goed geïsoleerd is, heb je op dit moment technologisch niet zo veel andere opties dan warmtenetten. Vriend en vijand zijn het erover eens dat warmtenetten 2 tot 3 miljoen woningen van warmte gaan voorzien in 2040, 2050. Er komt echt geen magische nieuwe box die dit ook allemaal kan en ook nog voor bijna niets.
Als iedereen gaat wachten op de laatste technologische ontwikkelingen, komt alles stil te staan. Wij moeten dus verder en kijken naar nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen. We moeten wel. Elektriciteitscentrales zullen in toenemende mate worden vervangen door windparken en zonneparken en dan blijft er minder restwarmte voor ons over. Hetzelfde zal in de industrie gaan gebeuren. Daar gaat steeds efficiënter gewerkt worden, de processen worden slimmer en de reststromen aan warmte gaan ze zelf gebruiken.
Er zal altijd wel een stroom van restafval blijven, maar ook in die branche worden de processen steeds meer circulair en komt er dus minder afval. Bovendien willen we met z’n allen ook minder afval produceren. Dat zal de komende tien jaar niet dramatisch afnemen, maar daar anticiperen wij wel op.”
Alternatieven
“Het is een van de redenen om in alternatieve technologieën te investeren. Zo zien wij veel potentie voor geothermie. Vanuit een twee kilometer diep gat kun je warm water van 70, 80 graden naar boven halen. Verder is er ook aquathermie en riothermie. Riolen zijn altijd warm, het hele jaar door, dus daar draaien wij ook projecten mee. Er gaat heel veel gebeuren en gelukkig zijn warmtenetten heel erg geschikt voor veel van de genoemde warmtebronnen.
Warmtenetten worden toegepast in omgevingen die dicht bebouwd zijn, soms gestapeld, want dan blijft de investering overzichtelijk. Waar we nog niet echt mee begonnen zijn in Nederland, is het overtuigen van individuele huishoudens. We voeren vooral met woningcorporaties projecten uit. Die moeten wij meekrijgen, maar we moeten ook samen met woningcorporaties individuele huurders overtuigen. Dat zij zeker niet meer gaan betalen en dat ze de voordelen gaan inzien.”
Draagvlak
“Op een bepaald moment is aardgas geen optie meer en gaan gemeentes wijken aanwijzen met de mededeling: over tien jaar is er geen gas meer. Woningcorporaties moeten dan zeggen: ‘Beste bewoners, we nemen jullie mee, dit is echt een goede keuze’. Zorg dan voor een programma met galerijcoaches die enthousiast zijn en draagvlak creëren bij de rest van de bewoners. De vraag is wel of deze zeer bewerkelijke methode van het aansturen van de energietransitie uiteindelijk de vaart gaat creëren die nodig is. Nu groeien warmtenetten met tienduizend woningen per jaar. Dat moet een veelvoud worden en dan kunnen ook de kostenniveaus naar beneden.
Een van de resterende risico’s is ten slotte de workload. We moeten echt heel veel vakmensen mobiliseren en ook projecten slimmer gaan uitvoeren. Het is complex werk dat vakmanschap vergt, en zeker het ontwerpen van die netten. Gelukkig zijn de monteurs straks niet meer nodig in de gassector. Zij moeten omgeschoold worden en kunnen dan gaan werken in de energietransitie.”
Tekst: Ysbrand Visser