Natuurinclusief ontwerpen én bouwen: de transitieopgave van nu
Natuurontwikkeling is cruciaal voor een gezonde omgeving, biodiversiteit en ons klimaat. De gebouwde omgeving zet dit eens te meer op scherp. Helaas lijken natuur en gebouw elkaar moeilijk te vinden. Vreemd, want er zijn legio kansen om natuur een onderdeel te maken van de gebouwde omgeving. Hoe gaan bouwers hiermee om? We vroegen ontwerpende bouwer Heembouw wat haar voorwaartse route is en om haar groenontwikkeling te duiden. Conclusie: volgens hen leidt deze urgentie tot verrassende nieuwe gebieden.
Groen: meer dan ooit nodig
Natuur komt niet uit de lucht vallen, maar is vandaag de dag wel meer dan ooit nodig. Dat betekent veel voor de bouw en het ontwerp. We moeten rekening houden met klimaat, natuur en biodiversiteit. En dat los je niet allemaal ruimtelijk en via een gebouw op. Dat betekent bijvoorbeeld dat ‘groot, groter, grootst’ plaats moet maken voor ‘slimmer, minder en beter’. Zoals scherpere locatie-afwegingen voor herontwikkeling, samenwerking via hubs, tijdelijkheid dubbel ruimtegebruik en slimme inzet van data en groene mobiliteit.
Hiermee ontstaat een compleet ander ruimtegebruik. Aan de andere kant kan natuurinclusief ontwerpen nog veel meer uitgaan van lokale kracht. Welke lokale rol speelt water, schaduw of bodemkwaliteit? Welke lokale materialen kun je oogsten of hergebruiken? Welke biodiversiteit kun je herstellen of opnieuw inbrengen in een gebied. Die balans moeten we maken.
Natuur inclusief: de route voorwaarts
Voor Heembouw is ‘groen’ bekend terrein. Als ontwerper én als bouwer van onder andere grootschalige distributiecentra, is herstel van de natuur en biodiversiteit een belangrijk en bepalend ingrediënt. Juist vanuit deze grootschaligheid kun je positieve impact maken. Maar dat vergt wel enige creativiteit: hoe ga je om met daken, muren en het terrein zelf? Al deze verschillende facetten bieden potentie voor vergroening: zowel voor flora als voor fauna.
Voor Heembouw is natuurinclusief ontwerpen én bouwen de route voorwaarts, een keuze die tekenend is voor ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland. In alle ontwerpen staat deze positieve impact centraal, of het nu herontwikkeling of nieuwbouw betreft. Daar staat Heembouw niet alleen in, want vergroening en gezondheid doorklinkt in veel plannen. Maar wat is eigenlijk de definitie van die begrippen en tot welke scherpe keuzes leidt dit? We belichten een aantal sprekende voorbeelden die de voordelen van natuurinclusief bouwen en ontwikkelen illustreren.
Eén kilometer groen: Ara-Almelo
Mooi voorbeeld van deze filosofie komt op dit moment tot realisatie in Almelo. Het distributiecentrum Ara wordt voorzien van één kilometer groen. Dit horizontale scherm neemt een flinke sprong voorwaarts in het vergroenen van dit gebied en het vergroten van de biodiversiteit. Door het ontwerp is dat ook nog eens goed zichtbaar en markant. Los van deze esthetische kwaliteit is de impuls voor de lokale groenverhouding groot. In tegenstelling tot het braakliggende terrein ontstaat hier nu een geheel andere balans tussen gebouw, flora en fauna. Ara Almelo krijgt het certificaat BREEAM-NL Very Good en voldoet als innovatieve koploper in de industrie aan de Europese richtlijnen voor taxonomie (de EU Taxonomie).
Een zo laag mogelijke CO2-footprint vormde het uitgangspunt voor materiaalgebruik en toegepaste techniek. Ara Almelo presteert hierdoor 66% beter dan de wettelijke MPG-norm (Milieu Prestatie voor Gebouwen). De ecologische maatregelen bij Ara Almelo zijn continu meetbaar, waarmee dit aspect ook zorgvuldig gewaarborgd wordt in de exploitatie. Met de beschikbare groen-data ontstaat concreet inzicht in de CO2-opslag en de verbetering van de luchtkwaliteit. Daarnaast levert de vergelijking van deze data inzicht in neveneffecten als ziekteverzuim, koolstofopslag, rioolzuivering en waterschade.
Impressie van de bestemming Ara Almelo, op dit moment in aanbouw. Dit is een ontwikkeling i.s.m. Stellar Development.
Een nieuw groen dakpark: Virgo-Aalsmeer
Virgo is een XL-distributiecentrum in Aalsmeer. Het braakliggende terrein met oude kassen en weilanden had een minimale biodiversiteitswaarde. Door in het ontwerp rekening te houden met zowel nestelmogelijkheden én voldoende voedsel kon een groene biotoop ontstaan in het verder industriële gebied. Deze gedachte vormt de basis voor het ontwerp. Door de ontwerpfase te starten vanuit een landschapsontwerp, met als uitgangspunt meer biodiversiteit en natuur, ontstaat een nieuwe kijk op een verder vaak functionele ontwerpopgave.
Impressie van Virgo Aalsmeer, ontwikkeld i.s.m. Stellar Development. Een functioneel bedrijfspand als middel ingezet om de natuur én biodiversiteit te vergroten.
Het uitgekiende gebouwgrid sluit aan bij de voorgaande productielandschappen; hoogstam boomgaarden en kassen. Zo vormt het de drager van het ontwerp. Een ontwerp dat ondanks zijn volume, maar doordachte groene keuzes bijdraagt aan de lokale omgevingswaarde. Biodiversiteit en werkplezier worden gestimuleerd. Van grote daktuin, natuurlijk daglicht, materiaalkeuzes tot vele plantsoorten.
Drie lessen in groenontwikkeling
1. Groen creëer je samen
Natuurinclusief ontwerpen én bouwen staat volop in de schijnwerpers. Scherpe tegenstellingen ontvouwen zich. Waar we voorheen binnen elk vak naar individuele oplossingen zochten, kenmerkt een transitie zich door systeemverandering. Dat vraagt dus ook om andere manieren van samenwerken. Groot en klein samen, integraal en adaptief.
Om klimaat en natuur die rol te geven in planvorming is een sterke onderlinge samenwerking met partners, zoals ecologen, landschapsarchitecten van grote waarde. Daardoor is het belangrijk om vroegtijdig en integraal naar opgaves te kijken en de systeemverandering te omarmen. Vooral nu natuur en ruimte zo tegenstrijdig lijken.
Heembouw werkt al in de realisatiefase met Ara in Almelo aan een datasysteem waarmee het toekomstige groen ook groen blijft. Er kwam een kilometerlang groenscherm dankzij de inzet van parametrisch ontwerpen, een geautomatiseerd proces waarbij op basis van data en relaties tussen onderdelen (deel)ontwerpen worden gegenereerd. Daarmee scheppen we ruimte voor de juiste plant op de juiste plek.
2. Groen doet goed
Vergroening van de omgeving stimuleert niet alleen de biodiversiteit, het kan ook hittestress tegengaan en verkoeling bevorderen. Ook belangrijk: groen stimuleert gezondheid. Als actieve plek om te bewegen, als uitzicht om rust uit te halen en niet in de laatste plaats vanwege de luchtkwaliteit. Het dakoppervlak van grootschalige gebouwen kan hierbij van grote betekenis zijn: dit kan ook een sportveld zijn, een park of zelfs een waterpartij herbergen. Datzelfde geldt voor de wanden en randen. Met een uitgekiende keuze van verticaal groen, nestkasten, insectenhotels, pluktuinen, grasklinkers, inzet van bomen en het creëren van wandelpaden, ontstaat een heel andere omgeving. Vaak zorgen deze maatregelen voor een positieve impuls ten opzichte van de status quo.
3. Groen vraagt een lange adem
Het toevoegen van groen vraagt om een zorgvuldige analyse van een gebied en de mogelijkheden. Een boom groeit niet vanzelf op het dak, een verticale groenwand blijft niet zomaar permanent groen. Het is van belang om vroegtijdig, al in de ontwerpfase, een doordacht plan en analyse te make. Vertaal ook de voordelen van groen tot op exploitatieniveau.
Dat creëert meerwaarde voor mens en natuur en op die manier een hogere beleggingswaarde. Echter: nog steeds moeten plannen stilstaan bij wat een ingreep betekent voor de natuur. Ook kan het oprekken van grenzen leiden tot andere keuzes. Denk aan herontwikkeling in plaats van nieuwbouw, een gebiedsontwikkeling die niet alleen water maar ook groen compenseert binnen lokale grenzen. Waarmee lokale systemen worden hersteld of zelfs verbeterd. De druk op ruimte in Nederland is zo groot dat we creatief moeten zijn.
Deze whitepaper is beschikbaar gesteld dankzij Heembouw. Op deze pagina lees je meer over Heembouw architecten.