Duurzaam slopen goedkoper met digitale stoffeninventarisatie
- Circulaire Economie
- Artikel
Langzaam maar zeker sluiten de kringlopen binnen de bouw- en sloopindustrie. Door duurzaam te slopen is het mogelijk om materialen te hergebruiken en krijgen sloopmaterialen opnieuw waarde.
Resource Limburg heeft bewezen dat deze ontwikkeling ook in de praktijk goedkoper kan zijn dan traditionele sloop. Dit bedrijf heeft een methodiek ontwikkeld waardoor duurzaam slopen niet alleen op papier, maar ook in de uitvoering economisch interessant is voor de opdrachtgever.
Stoffeninventarisatie als basis
Voorafgaand aan de sloop voert deze onderneming uit Heerlen een stoffeninventarisatie uit, waaruit een accuraat beeld ontstaat over de aanwezige materialen en mogelijke hergebruiktoepassingen. Dit zorgt ervoor dat de sloper een gerichte prijs kan aanbieden en niet meer wegkomt met nattevingerwerk en gesloten begrotingen. “Die inventarisatie is altijd de basis voor duurzaam en sociaal slopen”, vertelt directeur Maarten Stadhouders. “Deze combineren we meestal met het uitvoeren van een asbestinventarisatie. We inventariseren de gebouwen met een 360-gradencamera of een 3D-camera. Wij verzamelen deze beelden in het systeem en delen ze met marktpartijen die geïnteresseerd zijn in de vrijkomende producten, zoals architecten of handelaren. Mochten er nog materialen zijn die we niet kunnen afzetten aan de markt, dan bieden we ze op BouwAnders.com aan bij particulieren.” Momenteel leidt Resource Limburg de duurzame ontmanteling en sloop van een volledige woontoren van zorginstelling Mondriaan in Heerlen (zie bovenstaande foto). Ook een woningstichting in Vaals laat 47 woningen op duurzame wijze plaatsmaken voor herstructurering.
Uiteindelijk worden de vrijgekomen grondstoffen steeds meer waard'
Maarten Stadhouders, directeur Resource Limburg
Daarnaast zet Resource Limburg mensen in die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Deze mensen voeren werkzaamheden uit tegen een lagere kostprijs. In ruil daarvoor genieten ze tegelijkertijd een opleiding die hun kans op terugstroom naar de arbeidsmarkt aanzienlijk vergroot. “Het gaat hier om uitkeringsgerechtigden, vroegtijdige schoolverlaters, jongeren met onvoldoende kwalificaties, niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden en werkzoekenden werkzaam bij een gesubsidieerde arbeidsplaats. Gemiddeld voeren zij meer dan 50% van de werkzaamheden tijdens de sloop uit.”
Bouwen circulair maken op experimentenlocatie
Het Resourcenter dat Resource Limburg in Heerlen gaat bouwen, wordt een fysieke experimentenlocatie. Met innovatie en samenwerking wordt hier gewerkt aan het circulair maken van het bouw- en sloopproces. Het wordt internationaal kennis- en belevingscentrum, waarin men onder andere onderzoek gaat doen naar de benutting van restgrondstoffen die nu geen of nauwelijks waarde hebben. Daarnaast worden herbruikbare producten klaargemaakt voor de markt.
Waardestijging vrijgekomen grondstoffen
Het kabinet pleit ervoor in 2050 alles te recyclen en dan niets meer weg te gooien. Dat klinkt Stadhouders als muziek in de oren. “Dat plan juichen wij toe. Je ziet nu al af en toe dat sloopbedrijven betalen om panden te slopen, vooral gebouwen met veel metaal. Uiteindelijk worden de vrijgekomen grondstoffen steeds meer waard. Voornamelijk omdat de schaarste aan grondstoffen blijft toenemen en er steeds meer producten worden gemaakt waarin hergebruikte materialen zijn toegepast.”
Meer mogelijkheden hergebruik sloopmateriaal
Of sloopbedrijven in de toekomst vaker moeten betalen om een gebouw te mogen slopen, durft Stadhouders niet te zeggen. Wel is het volgens hem duidelijk dat de mogelijkheden voor hergebruik van sloopmateriaal toenemen. “Er zijn al veel innovaties op het gebied van hergebruik en recycling. Zo hebben we zelf een baksteen ontwikkeld, die bestaat uit gerecyclede materialen zoals glas en keramiek. Ook verwerken we een slibachtig materiaal hierin. Deze baksteen is duurzamer en goedkoper te produceren dan een standaard baksteen. Dit soort innovaties gecombineerd met de nieuwste technieken zorgen ervoor dat hergebruik steeds meer een regel wordt in plaats van een uitzondering.”