Van bezit naar niks
- Circulaire Economie
- Artikel
In de circulaire economie is het fenomeen ‘product as a service’ het toverbegrip geworden. Een concept waarbij mensen spullen gebruiken in plaats van spullen bezitten. Dat zorgt enerzijds voor efficiënter gebruik -een auto staat dan bijvoorbeeld niet 23 uur van de dag stil-, en anderzijds dat fabrikanten verantwoordelijk blijven voor de prestatie van het product en in de toekomst de spullen terugnemen als grondstof voor nieuwe producten.
Kritiek is er nauwelijks. Want het klinkt natuurlijk allemaal fantastisch. In de praktijk is het echter onderdeel van de optimistische hipstereconomie. Velen zijn goedbedoeld, en ik wil het kind zeker niet met het badwater weggooien, maar wat ik zie is meer ‘nemen’ dan ‘delen’. Laten we eerst eens kijken naar de zekerheid van een gebouw als service. De statistieken over de levensduur van bedrijven liegen er namelijk niet om. Tegenwoordig bestaat een bedrijf gemiddeld vijftien jaar. De kans dat over 40 jaar een bedrijf je gebouw als grondstof komt terugnemen is dus vrijwel nihil. Ondertussen heb jij wel ieder jaar je gebruiksabonnementje afgetikt. Inclusief de reserveringen voor onderhoud, de risico opslagen en de financieringslasten van een service die ineens heel fysiek blijkt te zijn.
Het belangrijkste is misschien wel het besef dat altijd iemand ergens eigenaar van is. Op dat eigendom rusten basale economische principes waarbij ik tot nog toe geen verschil heb gezien tussen een lineaire of circulaire bendadering. Er moet namelijk gefinancierd worden, er moeten risico’s ingerekend en rendement gemaakt worden. Het grote verschil tussen eigendom en het ’product as a service’ is dat risico’s, rentes en allerhande handelingskosten in het servicebedrag gestopt moeten worden die een eigenaar zelf zelden uitgeeft.
De hippe start-up Bundles is daar een mooi voorbeeld van. Je kunt daar wasmachines van Miele als een service afnemen. Je betaalt dan € 20,95 per maand voor een apparaat dat zij inkopen voor rond de € 650,- . Een beetje circulair apparaat (en zeker een Miele) gaat minimaal 15 jaar mee. Dat betekent dat er, bij een niet inflatievolgend tarief, € 3.780,- betaald wordt voor die wasmachine.
‘Product as a service’ is op deze manier een onhoudbaar concept. Sterker nog, door alles te vertalen naar verdienmodellen raken we inkomensgroepen die denken dat voor hen het onhaalbare bereikbaar wordt. Zoals de student, de lage inkomensgroepen en de starter op de arbeidsmarkt. Vergelijk het met schoenen. Mensen met een ruimte portemonnee kopen schoenen waarmee ze maar zo vijf jaar kunnen doen. Mensen die rond moeten komen met minimale middelen moeten het doen met schoenen van mindere kwaliteit en zijn daarom verplicht ieder jaar nieuwe te kopen. Wie denk je dat er goedkoper uit is? Zo is het ook met dit soort servicemodellen. Per maand slokt het een steeds grote deel van het besteedbaar inkomen op. Of het nou een gezin is aan de onderkant van de samenleving of een ondernemer die maandelijks de touwtjes moeizaam aan elkaar moet knopen.
Ik begrijp overigens ook helemaal niet waarom de benefits van ‘gebruik’ zo bejubeld worden. Hergebruik kun je ook regelen met een verplichte regeneratiehandleiding en regels (inperking) over de toepassing van primaire (ertsen en mineralen) en secundaire (legeringen en polymeren) grondstoffen. Dat is zelfs slimmer omdat de kans dat die ene fabrikant nog bestaat over 40 jaar vrijwel nihil is. Grondstoffen moeten daarom opgenomen kunnen worden in veel grotere circulaire netwerken dan binnen het productieproces van die ene fabrikant of binnen die specifieke sector. Ik kom daar op een vervolg nog weleens op terug. Garanties op prestaties horen gewoon bij goede spullen, zeker in de bouw. Natuurlijk zijn er producten die je zo schaars gebruikt dat huren of delen een optie is. Maar noem dat dan ook gewoon zo. Raken ze primaire levensbehoeften, dan hebben hebben we instellingen nodig die met minimale rendementen en kosten werken zoals woningcorporaties en bibliotheken.
Het wordt tijd dat we de circulaire hype overstijgen.
Mijn volgende column gaat over de vergeten aspecten van Embodied Energy, Operational Energy en Circular Energy.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Mee eens: je moet idd erg rijk zijn om niks te hoeven bezitten :) Wat betreft "De kans dat over 40 jaar een bedrijf je gebouw als grondstof komt terugnemen is dus vrijwel nihil": Wel als de kosten van sloop, de-assemblage, ect als statiegeld vooraf bij een publiekelijke instelling (bank) moet worden gedeponeerd. Gewoon het principe van "de vervuiler betaalt" strak aanhouden. Afval verwerken wordt letterlijk dan een goudmijn voor slimme bedrijven. Zo'n statiegeld bank voor herverwerking bijhouden lijkt me eerlijk gezegd veel minder werk dan zo'n Madaster en veel effectiever. Met de rente op het kapitaal worden de operationele kosten van die bank gedekt. Bij faillissement van een productiebedrijf is dan ook niets aan de hand. Eindelijk worden daarmee ook de werkelijke prijzen van producten zichtbaar en de incentive voor (duurzame) innovatie sterk vergoot. Een win-win lijkt me :)
Jan Willem, prima analyse ! We kunnen de toekomst niet voorspellen en als we - een voorstel uit de jaren negentig 'statiegeld op gebouwen' hadden ingevoerd was er veel minder leegstand ontstaan. Het grootste knelpunt in de sector is echter nog steeds de traditie en ingesleten gewoonte om een verschil te maken tussen een ontwerp voor 'utiliteit'' en 'woning' bouw. Een multifunctioneel en demontabel gebouw kan steeds opnieuw aangepast worden aan nieuwe wensen en inzichten. Een 'oneindige levensduur'? Verplaatsen is dan ook nog mogelijk omdat installaties en andere bouwdelen gedemonteerd kunnen worden. Dan hebben materialen ook een positieve restwaarde.