Van de Groep: 'Over welk DNA hebben we het eigenlijk?'
Het DNA van de bouw veranderen, klinkt goed. Ik denk dat het verhaal van Jan Rotmans echter iets meer context en handelingsperspectief nodig heeft, dan hij laat zien in zijn artikel column.
Uiteraard is de bouw onderdeel van de energietransitie en liggen daar enorme kansen. Er is geen snellere methode dan radicale besparing en decentrale energie-opwekking. Ik deel de mening dat die opgave niet aangepakt kan worden zonder het organisatiemodel te veranderen.
Maar daarna wordt het verwarrend. De partijen die met die opgave aan de slag moeten, vervullen een hele andere rol dan de partijen die huizen bouwen die niet aansluiten op de behoefte van de klant. En over welk proces heeft Rotmans het eigenlijk als hij zegt dat ‘de klant vooraan moet zitten in het proces’? De cruciale vraag is misschien wel: wat bedoelt Rotmans, en veel mensen met hem, eigenlijk met ‘de bouwsector’?
De bouwsector
Op onderstaand plaatje zoom ik in op de bouwsector. Voor het gemak pakken we de woningmarkt die overigens, qua organisatiemodel en bouwpraktijk, gek genoeg weinig verschilt van de utiliteitsmarkt.
Bekijk de afbeelding op volledige grootte
Waar begint de bouwsector en welke partijen vormen de bouwsector? De bouwsector is namelijk een grote vergaarbak van partijen, die in talloze branches uiteenvallen. De sector heeft zichzelf opgedeeld in meer dan 500 brancheorganisaties.
Wie is in de lead als het gaat om klantgericht bouwen? Wie neemt het voortouw om de bestaande woningvoorraad energieneutraal te maken? De ontwikkelaar? De aannemer? De eigenaar? De bouwproducenten? Of zijn het de adviseurs en de bouwmanagers? Welke partijen zijn aan zet als het gaat om biobased bouwen? Wie heeft de power om iets anders te doen dan wordt gevraagd? Wie van deze partijen innoveert radicaal? Waarom moet een aannemer, die binnen deze sector alleen naar productiecapaciteit levert, met projectteams aan de slag?
Dat kan bijna alleen maar gaan over procesinnovaties, die alles een beetje beter maken. Maar nog lang niet goed genoeg! Wie is eigenlijk de klant van die aannemer? De projectontwikkelaar, de eigenaar of de architect? Wie levert het eindproduct en neemt daarvoor de volledige eindverantwoordelijkheid? Waar kan een klant aankloppen als beloofde prestaties niet gehaald worden? Het antwoord op die laatste vraag verrast u niet: nergens!
Waarom we moeten veranderen?
De garantiekwestie maakt pijnlijk het probleem van de sector duidelijk. Geen partij levert een compleet eindproduct met alle verantwoordelijkheden die daarbij horen. De bouwsector maakt te dure spullen, die slecht werken met minimale garanties. Het huidige organisatiemodel en de daarop aansluitende bouwpraktijk met bijbehorende regelgeving laten weinig anders toe.
Betere spullen voor lagere prijzen is alleen te realiseren als alle partijen in het bovenstaande model gelijktijdig innoveren. Daarvoor is een nieuw organisatiemodel en een nieuwe bouwpraktijk nodig, die de hele sector raken. Daarna zijn we pas in staat om businesscases te bouwen, waarmee we grootschalig de problemen van de toekomst aankunnen.
Wat moet er veranderen?
Het gaat om veel meer dan een klantgericht proces. Je kunt zelfs stellen dat aannemers super klantgericht zijn. Ze leveren immers de productiecapaciteit om alles te maken wat van ze gevraagd wordt. Ze verzamelen met alle liefde de spulletjes die de architect, de ontwikkelaar of de toekomstige bewoner voor ze heeft uitgezocht, om ze vervolgens op de bouwplaats met vakmanschap in elkaar te zetten.
Het ontbreken van klantgerichtheid kan hoogstens de projectontwikkelaar verweten worden. Een ander radartje in deze sector. Je kunt de aannemer hoogstens verwijten dat hij geen product levert. Dat hij de toeleverende industrie niet uitdaagt om met nieuwe oplossingen voor zijn product te komen. De ‘Uber van de bouw’ klinkt leuk, maar het gaat hier om veel meer dan een platform tussen een dienstenaanbieder en een eindklant. Het gaat hier om de manier waarop de auto’s worden gemaakt, waarin die Uber-klanten plaatsnemen. Het gaat om de fabriek en de manier waarop het complete supplynetwork zich richt op een nieuwe bouwpraktijk.
Hoe gaan we veranderen?
Kan een projectgerichte organisatie, die werkt met minimale marges en een hoog risicoprofiel, de gevraagde verandering trekken? Is het immuunsysteem van een technisch gerichte projectorganisatie doorspekt met rijke tradities rondom vakmanschap in staat om iets anders te doen. Kortom, is een aannemer in staat om de rol van system integrator op te pakken?
Ik denk het niet. Ik neem ze dat ook niet kwalijk. De verandering komt tot stand door hele nieuwe coalities en wordt aangejaagd met doorbraaktechnologieën. Slimme aannemers (en ik ken ze) zien dat gebeuren en investeren in nieuwe bedrijven, die een hele nieuwe rol pakken binnen de sector. Die nieuwe bedrijven krijgen maar 1 opdracht: help ons oude businessmodel zo snel mogelijk om zeep. Dat doen die nieuwkomers door intensief samen te werken met de toeleverende industrie. Door te denken in schaalbare innovaties, die gekoppeld worden aan nieuwe industriële productietechnologieën.
Hierover ga ik verder tijdens Building Holland in mijn keynote ‘Het einde van de aannemer’ op 23 maart.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Tjee wat veel gelijkenissen met het proces om film producties te maken. Ook daar moet ik als sustainability manager terug naar de tekentafel. Kan ik de lezing op 23 maart bijwonen?
Geachte mevrouw Rientjes,
Hartelijk dank voor uw reactie en uw interesse in het bijwonen van de presentatie van Jan Willem van de Groep op Building Holland 2016. Via www.buildingholland.nl kunt u zich gratis registreren.
Met vriendelijke groet,
Marvin van Kempen, Redacteur Duurzaam Gebouwd
Jan Willem van de Groep schetst het veranderen in de bouwsector, en dat daar een "systeem integrator" essentieel is. Daarmee maakt hij de stap van focus op het bouw proces, naar focus op het eind product, het consumenten product "woning" Het activeren van systeem integrators, is daarbij een tegemoetkoming aan "het bouwproces" Maar uit de maak-industrie weten we dat er vele manieren ijn om een product te maken. Een fabriek die een eindproduct maakt, is daar een van. Het eindproduct is dan niet een woning, maar een aangeklede theemuts voor bestaande woningen. En juist dat aankleden, de isolatie en vooral binnen klimaat systemen, zijn mooie kansen voor product ontwikkelaars. Elke sector zijn eigen specialismen en product ontwikkellijnen. Waarmee bestaande woningen een NOM verbouwing kunnen krijgen, voor een aantrekkelijk lage en betaalbare prijs. Dat geeft aan dat het ook mogelijkis, een NOM verbouwing via de subsystemen te doen. Dus de CV vervangen door een warmtepomp met andere warmte bron dan aardgas. Zonnecollector of WKO in de bodem. Het hangt er van af welke isolatie graad de woning heeft of krijgt, met betere isolatie, Isolatie en warmte terugwinning is een andere component in dit systeem. Dat systeem, de (bijna) NOM woning is uiteindelijk een consumenten product, omdat in de praktijk blijkt dat vooral het gedrag van de gebruiker bepaalt of de beloofde meterstand gehaald wordt. Overigens is ook met deel-windparken op een zeer ontzorgde manier voldoende duurzame energie in een NOM woning te stoppen. Dat is vooral nutting waar er te weinig geschikte dak ruimte is voor zonnepanelen. Voor woningen zouden PVT panelen ook interessanter zijn, omdat die ook warmte afgeven, en warmte belangrijker is om dichtbij te houden dan stroom. Zie al die sub-systemen en het geheel, ls een consumenten product.
Ik zie dat je jouw betoog baseert op de comfort-zone bij 'bouwers'. (C1) Ik werd aangesproken door je plaatje. Je duidt hier de voortbrengingsketen. Je integreert de concurrentiele krachten, welke, je naar mijn mening, in dit model, buiten de voortbrengings-as dient te zetten. Wanneer je M.Porters, Arthur Wassenberg's, in relatie met de mij geopperde 'eigenaar positie' gebruikt, bemerk je dat krachten divers opereren en zich niet conformeren aan de huidige, heersende perceptie.
Wellicht kan je nog even aandacht schenken. aan de rol van de lokale welstandcommissie , het bouwbesluit.(waarbij nog steeds voorgeschreven staat dat er een wasmachine aansluiting op zolder moet komen). Dit stroperige levert een zodanige vertraging op dat vele afzien van innovatie! Wil Peters