ABN Amro, Rabobank en ING hebben de handen ineengeslagen voor een snellere overgang naar een circulaire economie. 

Dit lieten ze weten met een gezamenlijk verklaring weten tijdens het Nieuwjaarsevenement van MVO Nederland.

Deze banken vinden de circulaire economie van groot belang voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie. Circulaire bedrijfsmodellen maken het bedrijfsleven minder afhankelijk van de beschikbaarheid van primaire grondstoffen en bieden een oplossing voor de groeiende hoeveelheid afval, meldden ze. Deze modellen dragen bij aan een stabiele economie, innovatie, werkgelegenheid en een duurzame samenleving.

Kennis van financiële producten en risicobeheer

ABN Amro, ING en de Rabobank gaan de omschakeling naar een circulaire economie versnellen door inzichten in circulaire bedrijfsmodellen te combineren met kennis van financiële producten en risicobeheer. Door de krachten te bundelen en met klanten, kennisinstellingen en de overheid samen te werken, kunnen de drie grootbanken meer bedrijven helpen bij de omschakeling van een lineair naar een (meer) circulair bedrijfsmodel.

“Hergebruik van materialen gaat niet vanzelf”, meldde Koos Timmermans, vice-voorzitter Raad van Bestuur bij ING. “Dat betekent dat bedrijfsmodellen anders moeten, maar ook dat financieringsoplossingen anders gecreëerd moeten worden. We willen hierin samen met de bedrijven optrekken.”

Verduurzamingsslag in onroerend goed

Gerrit Zalm, voorzitter Raad van Bestuur van ABN Amro: “In het commercieel onroerend goed zijn we bezig met een grote verduurzamingsslag. Dat is goed voor de kwaliteit van het onroerend goed, voor de kwaliteit van het onderpand, maar ook voor de economie en het milieu.”

Wiebe Draijer, voorzitter Raad van Bestuur bij Rabobank: “Afgelopen jaar hebben we met de Circular Economy Challenge negen ondernemers geholpen om een idee te vertalen naar een circulair businessmodel. Dit jaar gaan tientallen ondernemers via regionale CE-Challenges met onze steun hun circulaire businessmodel concreet maken. Het blijft dus niet bij mooie woorden in een verklaring, we gaan het ook echt doen. Zo willen we bedrijven aansporen.”