Aanscherping Rc-waarde kortzichtig?
- Gebouwschil
- Artikel
Per 1 januari 2015 wordt de Rc-waarde (warmteweerstand van de gebouwschil) voor nieuwbouw verhoogd van 3,5 m2K/W naar 5,0 m2K/W. Eerder wist demissionair minister Spies zich hard te maken voor uitstel van de invoering omdat het bouwers, en vooral kopers, op kosten jaagt maar inmiddels is het besluit definitief.
En dus wordt de huidige, door de bouwwereld geaccepteerde, eis van Rc 3,5 m2K/W geschrapt en moeten we vanaf 1 januari 2015 geloven aan de, naar ons idee, kortzichtig geformuleerde aanscherping.
Plank mis
Op het gebied van ontwerpvrijheid, investeringsruimte, milieubelasting door materialen, gasgebruik en gebouwtype wordt met deze verhoging vanuit Den Haag de plank misgeslagen. De verkeerde factoren zijn afgewogen waardoor de nieuwe Rc-waarde een averechtse werking heeft.
Allereerst worden er in het Bouwbesluit onder meer eisen gesteld aan de energieprestatie van verschillende gebouwfuncties. De markt is vrij om zelf een pakket aan maatregelen samen te stellen om aan de eisen te voldoen. Door een afgewogen combinatie van bouwkundige- en installatietechnische voorzieningen dient aangetoond te worden dat een voldoende energiezuinig nieuw gebouw wordt neergezet. Denk hierbij aan de verhouding tussen de nuttige gebouwoppervlakten en de oppervlakte van de gebouwschil.
Paul Stoelinga
Verantwoordelijkheid ontwerpers
Een zeer goed isolerende gebouwschil (Rc ≥ 5,0 m2K/W) is één van de mogelijkheden om een gebouw energiezuiniger te maken, maar zeker niet de enige. Met deregulering van wet- en regelgeving in het achterhoofd ligt het voor de hand om de ontwerpers zelf verantwoordelijkheid te laten dragen voor een integrale oplossing. Dat is immers ons vak. Met het voorschrijven van simpelweg nog meer isolatie wordt de investeringsruimte verkleind om met andere, misschien effectievere en meer innovatieve oplossingen het energiegebruik terug te dringen. Daardoor is de regelgeving een rem op innovatie.
Verwaarloosbaar effect
Wat de aanscherping van de Rc-waarde eveneens kortzichtig maakt, is dat in de communicatie rond het besluit wordt gesteld dat de maatregel in één klap zorgt voor een enorme besparing op gas. Dat is onjuist. Het effect van het nog verder verbeteren van de reeds goed geïsoleerde nieuwbouw is verwaarloosbaar op het totale warmteverlies van onze gebouwde omgeving en zelfs op het totale warmteverlies van nieuwe woningen. Daarnaast wordt bij nieuwbouw steeds minder verwarmd met gasketels, aangezien het met dit traditionele systeem steeds moelijker is om aan de aangescherpte energieprestatie-eisen te kunnen voldoen.
Marten Valk
Flinke inspanning
Een volgende onderschatte factor bij het verhogen van de Rc-waarde van 3,5 naar 5,0 m2K/W is de bouwkundige detaillering. Dit klinkt niet ingrijpend, maar de verhoging vraagt een flinke inspanning voor het ontwerpen van gevel- en aansluitdetails. Daarnaast is er minder keuzevrijheid qua type isolatiemateriaal, zeker als de gebouwschil niet te dik mag worden. Al met al is structureel meer materiaal nodig.
Winst bij bestaande bouw
Het voornaamste bezwaar tegen de verhogingsmaatregel is echter dat deze alleen van toepassing is op nieuwbouw. De totale bouwwereld is zich bewust van het feit dat de grote winst te behalen is bij de bestaande bouw. Nieuwbouw maakt voor grofweg 1% deel uit van de gebouwvoorraad en het effect van nog betere isolatie is daardoor zeer beperkt. Stel nu dat we de extra isolatie (Rc 1,5 m2K/W, 6 cm standaard isolatiemateriaal) niet in de gebouwschil van nieuwbouw aanbrengen, maar in een nabijgelegen minder goed geïsoleerd bestaand gebouw. Daarmee bereiken we maar liefst 17,5 keer meer effect! Dat komt omdat het warmteverlies verhoudingsgewijs afneemt. Dit is door iedere ingenieur op de achterkant van een bierviltje uit te rekenen.
Leges voor subsidie?
Maar regelgeving voor het isoleren van een ander pand als je zelf een nieuw gebouw neerzet, is natuurlijk niet zo eenvoudig geregeld als het verhogen van de Rc-eis. Het is wellicht een idee om met leges een energiebelasting te verrekenen die ten goede komt aan een subsidie voor het na-isoleren van bestaande gebouwen. De winst op macroniveau kan hierbij oplopen tot factor 17,5. Welke politicus durft daar een lans voor te breken?
Tekst: ir. P.A.L. (Paul) Stoelinga & ir. M.E. (Marten) Valk, Deerns Nederland B.V.
Bij de infographic: het rekenvoorbeeld laat zien dat de winst die te halen valt ten aanzien van het beperken van warmteverlies in een bestaande situatie (3.000 W) veel groter is dan in een nieuwbouwsituatie (170 W). Met het aanbrengen van 6 cm extra isolatie, oftewel Rc = 1,5 m2K/W, kan maar liefst 17,5 keer meer effect worden bereikt. Door na te isoleren in bestaande bouw (voor niet meer dan twee keer de investering in nieuwbouw) wordt wel ruim 17 keer zoveel energie bespaard.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Links
Reacties
We gaan op de tekeningen wel van een èrg primitieve uitgangspositie uit !! Een massieve steensmuur komt in nederland aleen voor bij gebouwen van vóór 1800 !!!
De aanscherping van de Rc-waarde is niet kortzichtig. In dit kader gaat de vergelijking met de bestaande bouw mank. Natuurlijk kan de vergelijking wel gemaakt worden, maar dan bijvoorbeeld vanuit het perspectief van woningcorporaties die nieuwbouw realiseren en renoveren. De euro die zij in isolatie van bestaande bouw investeren heeft een groter effect dan de euro die zij in nieuwbouw investeren. Maar laten we nog eens naar de plaatjes van Deerns kijken. De prestatie van de nieuwbouw wand verbeterd met 170 W. Dat is een verbetering van 30% van de prestatie! En dit met relatief lage investeringskosten. Dat moeten we niet laten liggen. Daarnaast geeft Deerns aan dat aanscherping de ontwerpvrijheid beperkt. Er zouden meerdere wegen naar Rome leiden.. Natuurlijk kunnen we een gebouw volhangen met onderhoudintensieve en kostbare installaties, maar laten we vooral de trias-energetica niet uit het oog verliezen. Ik geef al bij de selectie van de architect en installatieadviseur een hoge R-waarde als uitgangspunt mee. Dit heeft tot nog toe nooit voor problemen geleid en de gebouwen die wij realiseren zijn zuinig en comfortabel. Een groot bijkomend voordeel van het dikker isoleren is de betere kierdichting die daardoor automatisch ontstaat. Gewoon doen dus!
Mijn stelling is dat installatie-adviseurs nu eenmaal installaties adviseren. Volgens mij is het nog altijd zo dat energie die je niet nodig hebt de meest duurzame vorm van energie is. Dat is ook van toepassing op duurzaam opgewekte energie. Er zijn voldoende voorbeelden van projecten waar geen onzinsystemen zijn toegepast met als doel de EPC maar te verlagen. Veel minder onderhoudsgevoelige installaties of slecht functionerende WKO systemen waar instantie-adviseurs hun hoofd over breken. De gebouwschil zelf vormt samen met een aantal ontwerprichtlijnen feitelijke gebouwinstallatie.
Het resultaat zijn woningen die nauwelijks nog een energievraag hebben waardoor de netto maandlasten voor bewoners veel lager zijn dan bij een soortgelijke EPC woning. De iets hogere stichtingskosten wegen niet op tegen de enorme besparing en verminderd installatietechnisch onderhoud. Dit blijkt ook wel uit de verkoopresultaten van dit soort projecten. Binnen drie maanden zijn er 20 co2 neutrale starterswoningen verkocht in Grijpskerke. Een goed doordacht ontwerp gebouwschil (Rc = 10) met een simpele kleine HR++ ketel, een paar PV panelen en hoogwaardige balansventilatiesysteem (wtw) was de hier voldoende. De energierekening is hier slechts een paar tientjes per maand. Omdat de vraag zo gering is zijn warmtepompen een veel te dure en onrendabele oplossing voor dit project gebleken.
Links: youtube.com/watch..., omroepzeeland.nl/...
Meneer Deerns (maker van de afbeelding) heeft in de berekening ook een fout gemaakt. Het doorlatend vermogen zou niet 4000 m^2*K/W maar 2360 m^2*K/W moeten zijn als er met een U-waarde van 0,5 wordt gerekend. Dit geeft uiteindelijk een factor verschil (zoals zij dat noemen) van 13 i.p.v. 17,5.
Ik ben van mening dat de berekening wel klopt. Er moet geen vergissing worden gemaakt met de Rc waarde en Rm waarde. De Rm waarde van de muur ligt rond de 1 terwijl de Rc waarde de helft is. Ook het doorlatend vermogen is naar mijn weten correct aangezien de berekening als volgt is: opp gevel/Rcwaarde x graden verschil. Natuurlijk is berekening erg kort door de bocht. Om een massief stenen muur te gebruiken als voorbeeld is het niet erg aannemelijk omdat dit maar een kleine hoeveelheid is van het totaal aan gebouwen die in Nederland staan. Verder komt er nog bij dat dit alleen geld voor een dichte gevel zonder ramen, deuren en dak. Kieren, openingen en ramen zullen een zwak punt blijven bij dat soort huizen, en waarschijnlijk de kosten en extra moeite om extra te isoleren en/of betere ramen/deuren en kierdichtingen te plaatsen wegen waarschijnlijk niet op. Daar komt nog bij dat oudere gebouwen hun historische waarde hierdoor kunnen verliezen. Kortom de berekening klopt maar de conclusie is erg kort door de bocht.
"Stel nu dat we de extra isolatie (Rc 1,5 m2K/W, 6 cm standaard isolatiemateriaal)" Ben ik nu gek als ik zeg dat een verhoging van de R-waarde met 1,5 geen verhoging van de Rc-waarde met een evenredige verhouding oplevert of kun je de R-waarde en Rc-waarde gewoon tegen elkaar wegstrepen? Als dat zo was hoefde er toch geen 2 formules te zijn.. Daarbij is het stellen dat 6cm isolatie een verhoging oplevert van 1,5R-waarde wel erg kort door de bocht, aangezien de waarde samenhangt met het warmtegeleidingscoëfficiënt van het betreffende materiaal en deze is variabel. Bv EPS kan variëren van +- 0,031k tot 0,037k. R-waarde is in het door jullie gebruikte voorbeeld dan ook 1,9 tot 1,6. Maar dit wil volgens mij dan niet inhouden dat de Rc-waarde van het gehele gebouw stijgt met hetzelfde getal. Correct me if I'm wrong! :)