Aanpassing aanbestedingswet belangrijke impuls voor circulaire economie
- Circulaire Economie
- Artikel
Meer leveranciers zien de kansen en de noodzaak van de circulaire economie. Gebouweigenaren daarentegen stuiten vooral op een gebrek aan financiering om hun gebouwen circulair te ontwerpen en in te richten. Innovatieve financieringsconstructies als leasecontracten vormen een deel van de sleutel om de businesscase te sluiten.
“De circulaire economie is nog een nichemarkt”, trapt accountmanager building services George van de Rijt van Xylem af tijdens een rondetafelgesprek. Zijn organisatie verzorgt het volledige proces van waterinname tot waterretour. Daarmee ligt de verbinding met circulariteit voor de hand. “Nog niet alle leveranciers spelen in op dit onderwerp, gebouweigenaren evenmin. Daar lijkt wat verandering in te komen, door leaseconstructies en zogenoemde Product of Service-afspraken”, aldus Van De Rijt.
Zo is het mogelijk om van Desso tapijttegels te leasen, die na gebruik teruggenomen worden en als grondstoffen dienen voor productie. Daarnaast staat Philips bekend om het aanbieden van licht als een dienst. Ook leverancier van leidingen en isolatiesystemen Thermaflex heeft de nodige ervaring op dit gebied. “Als onze producten aan het einde van hun levenscyclus zijn, halen we deze terug”, geeft directeur Marcel Houben van Thermaflex aan. “Ook bij vreemde netwerken willen we materiaal terugnemen en recyclen of upcyclen.”
Gebouweigenaren worden mondiger en vragen vaker naar dergelijke oplossingen. “Daardoor zie je ook de rol van de leverancier verschuiven”, geeft adviseur opleidingen, milieu & innovatie Monique Fledderman van NBvT aan. “Die krijgt meer gelegenheid om zich te onderscheiden op het gebied van financieringsconstructie en langdurige verantwoordelijkheid over bijvoorbeeld het onderhoud. Zoals Marcel aangeeft draait het daarnaast om het flexibel terugnemen van materialen als ze aan het einde van de levensduur zijn, om er vervolgens weer iets nieuws mee te maken.”
Wie gaat er 50 jaar wachten?
Wanneer producten kortere levenscycli hebben is de kans groter dat leveranciers leaseconstructies kunnen en willen aanbieden. “Anders heeft de leverancier te weinig incentive, want wie gaat er nu 50 jaar wachten totdat zijn materialen terugkomen?”, vraagt commercieel manager Jeroen Coppens van Kremer Installatietechniek zich af. Lang cyclische producten lijken minder geschikt te zijn om als dienst aan te bieden en terug te nemen in de productiecyclus. “Toch zoeken gebruikers actief naar dergelijke oplossingen, ook voor producten die voor tientallen jaren in het gebouw zitten”, geeft managing director Ruud Vreeburg van Xylem aan. Managing consultant Bert van Renselaar van CFP zet wel zijn vraagtekens bij de bereidheid van gebouweigenaren om te investeren in circulariteit. “Als zij investeren, moet hun denkwijze veranderen. Dat kan bijvoorbeeld door de goede voorbeelden uit te lichten en aan te tonen dat verduurzaming winstgevend is, mits de financiering geregeld is. Deze groep zal zich in te toekomst steeds vaker buigen over afspraken over de terugname van goederen en het doorvoeren van huurverhogingen om de financiering in orde te krijgen.”
Bekijk de SWOT en de deelnemerslijst
Een gezonde financiering vormt een belangrijk onderdeel om de verschuiving naar een circulair gebouw te bewerkstelligen. Even essentieel is de mate van samenwerking en de vertrouwensband tussen leverancier en gebruiker. “Zonder hechte samenwerking mis je de kennisoverdracht”, vindt Van Renselaar, “en je moet elkaar kunnen vertrouwen, want je gaat een langdurige commitment met elkaar aan.” Dat onderstreept Van de Rijt: “Om het onderste uit de kan te halen moet je kunnen vertrouwen op elkaars expertise, maar dat is lastig als je elkaar nog niet zo lang kent.”
Aanbestedingswet niet van deze week
Veranderingen op het gebied van wet- en regelgeving dragen bij aan effectievere samenwerking en een eerlijker ontwerpproces. “Het gebeurt nog te vaak dat samenwerkingen onderuit worden gehaald door de disfunctionele manier van aanbesteden”, vindt commercieel directeur Jack Smit van Flexipol. “Het is hoog tijd dat we de ontwikkeling van gebouwen op een andere manier gaan vormgeven. De reguliere aanbestedingswet is niet meer van deze tijd en vertraagt het proces.” Smit wordt bijgestaan door Houben: “Aanbestedingen zoals we die nu kennen kunnen samenwerking tegenhouden en dat is zonde. We moeten toewerken naar een situatie waarin we op een betere manier gebruikmaken van elkaars expertise.” Door de aanbestedingswet een update te geven, verandert de kosten- en prijsgedrevenheid van marktpartijen en opdrachtgevers. “Hopelijk kiezen dan minder organisaties voor de goedkoopste oplossing, maar gaan ze voor een toekomstbestendig en beter alternatief”, aldus Van De Rijt. “Daarnaast verwacht ik door deze maatregel een betere samenwerking in een vroeger stadium van het bouwproces. PPS-constructies geven nu al een voorproefje van eerlijke en effectieve partnerships.”
Het eindresultaat van al die samenwerkingen, financieringsvormen en circulaire producten is een optimaal presterend en gezond gebouw. Dan moet het bouwproces wel goed bewaakt worden. “Om gebouweigenaren en gebruikers van het best mogelijke gebouw te voorzien biedt een prestatiehandleiding uitkomst”, vindt Smit. “Dit document geeft weer waar een circulair en duurzaam gebouw aan moet voldoen en een adviseur kan de onafhankelijke check uitvoeren, zodat de eindgebruiker krijgt waar hij voor betaalt.”
Wie betaalt, bepaalt (maar niet alles!)
Het is aan de samenwerkingspartners binnen een project om het document op te stellen, op basis van de ambities en wensen van de opdrachtgever. “Dat houdt in dat de partners goed luisteren naar wat een opdrachtgever wil, maar dat ze hem niet de details in laten vullen”, denkt Coppers. Ook Van De Rijt vindt dat bouwpartijen vanuit eigen expertise deze details moeten invullen. “Hij betaalt, dus hij bepaalt. Maar laat de partners wel in hun kracht, door gezamenlijk te beslissen over hoe ze een gebouw zo toekomstbestendig mogelijk kunnen maken. Alleen zo komen de beste oplossingen naar voren.”