Fietsfabriek heeft nieuwe jas
- Project
- Renovatie & Transformatie
De ruim 100 jaar oude Gazellefabriek voldeed niet meer aan de eisen van de moderne tijd. Bronsvoort Blaak Architecten zorgden met hun ontwerp voor een deels nieuw, deels gerenoveerd pand.
Bij hun ontwerp kregen Anton Bronsvoort en Henk Geert Blaak een aantal richtlijnen mee, om het Rijksmonument uit 1902 te vernieuwen. Zo wilde Gazelle geen onderscheid tussen montage- en kantoorpersoneel: de werkplekken moesten voor iedereen prettig zijn, met een verankerd gebouw in de omgeving. Daarnaast diende de productie door te gaan.
Flexibele constructie
Het Van Goor-gebouw, dat als entree geldt, is volledig gerenoveerd. Dit gebouw heeft veel originele details, zoals gemetselde gevels, geglazuurde stenen en tegelpatronen. De stalen kolommen zorgen voor een flexibele constructie. “Om het bedrijf toekomst- en klimaatbestendig te maken, hebben we de oude stalen kozijnen vervangen door aluminium kozijnen”, vertelt Blaak. “Dankzij een speciale manier van coaten hebben ze de uitstaling van staal.”
De originele ramen onder het dak zijn behouden. Daarnaast zijn het rijksmonument en de Beltman-vleugel volledig voorzien van nieuw geïsoleerde kozijnen met isolatieglas.
Atrium als centrum
Ook het voormalige lichthof in het Van Goor-gebouw is in ere hersteld en vormt nu een atrium met de kantine onderin en de kantoren eromheen. Aan de ene kant van het atrium zit een oude trap, aan de andere kant een moderne wenteltrap. “Sommigen vonden dat we de oude trap ook moesten vervangen”, licht Bronsvoort toe. “Dat wilden we niet. Al die arbeiders die over die trap hebben gelopen, dat is toch een prachtige gedachte.”
Vitrines, met fietsen erin, scheiden de werkruimtes rond het atrium enigszins af van de kantine. “Ze vervangen een aparte showroom”, legt Blaak uit. “Ook hebben we vitrines op wieltjes gemaakt, zodat ze door het hele gebouw geplaatst kunnen worden.” De Beltmanvleugel heeft geen monumentale status, maar is wel beeldbepalend en kenmerkend voor de industriële architectuur. Daarom kozen beide architecten ervoor om dit te behouden.
Dak verhoogd met glaspuien
Aan beide gebouwen zit nu een nieuwe, witte montagehal van 7.000 m2. Het dak van deze hal zit onder de dakgoot van het monument. Dit dak is verhoogd en voorzien van glaspuien, zodat meteen meer licht naar binnen valt. “Alle leidingen zitten onder het nieuwe dak naast de glaspuien, zodat er alleen hier en daar doorgeprikt hoeft te worden naar het oude gebouw”, zegt Blaak. “De technische ruimte zit buiten het oude gebouw. De toiletten zijn op 1 plek gecentreerd in het nieuwe deel. Zo blijft het oude gebouw zo veel mogelijk 1 vlak.”
De grote glazen pui dank zijn transparantie aan de minimalistische glasprofielen van Reynaers, die naadloos aansluiten op de buiskolommen. Gevelbouwer Boertjes was verantwoordelijk voor de plaatsing van de kozijnen. Het buitenterrein is heel open ingericht door landschapsarchitect Sietske Hager.
De dragende gevel van de montagehal is uitgevoerd met V-vormige witte buiskolommen, die zorgen voor stabiliteit. Bronsvoort Blaak architecten ontwierp hier een onzichtbare verankering aan de fundering. De detaillering van de buiskolommen refereert aan Gazelle-frames.