Samenwerkende Eilanders omarmen duurzame veenweide
Hoe een koffietafel van private eilandbezitters hun gedrag duurzaam veranderde.
door Fred Sanders
Samen aan het werk in het Wormerveld
Het Wormer- en Jisperveld is een bijzonder natuurgebied in de Zaanstreek, waar in de grote polder van 2.000 hectare honderden eilanden liggen. Het is één van de drie belangrijkste broedgebieden voor grutto’s en andere weidevogels, zoals de roerdomp, mussen en rietzangers. Het gebied kent een rijke historie van veengravers en agrarisch beheer. In het Natura-2000 kerngebied is slechts 25 van de 650 hectare in privaat eigendom; de overige 625 hectare is van Natuurmonumenten. De overige hectaren zijn van de agrarische bedrijven aan de rand van het gebied. Het privaat bezit telt ongeveer 50 eilanden.
In het voorjaar van 2017 bracht ik een tiental private eilanders in ons dorp om de koffietafel. Om verhalen uit te wisselen, om van elkaar te leren en om over het veld in gesprek te gaan. De laatste decennia is het gebruik van de eilanden als grasland voor grazende koeien uit gebruik geraakt. Wordt er niet geregeld gemaaid, dan verandert het gebied in struikgewas waar de weidevogel niet meer nestelt.
Natuurmonumenten maait actief, waardoor die hectaren er over het algemeen als een gazon uitzien. Maar de private eilanden zijn veelal voor de recreatie van de eigenaren. Hier en daar staat een boom en een struik, soms een hutje of een opslag container. Daarover gingen we in gesprek.
Natuurlijk was ik voor de groep verdacht. Ik woonde pas 25 jaar in het dorp en houd me aan de TU Delft bezig met gedragsverandering: over hoe gedragsverandering in groepen zich positief voor de duurzame transitie kan ontwikkelen. Zo trek ik samen met het netwerk Duurzaam Gebouwd de Gedragscommunity om dankzij bestaande kennis het gedrag van bewoners in verduurzaamde woningen in beeld te brengen. Zo kunnen ontwikkelaars, woningcorporaties en toeleverende bedrijven daar rekening mee houden. Omwille van een meer effectieve duurzame transitie in onze bouwsector.
Trots op eilanden
Verhalen, koffie en koek smeden banden, maar de verhalen van de deelnemers trokken de schotten naar beneden, zodat er ruimte kwam om over problemen te praten. De eilanden hebben de mooiste namen, zoals Dievenland, Eggespikkel en Duimsakker. Een aantal eilanden waren al drie generaties in familiebezit, en andere bleken in coöperatief bezit van lokale inwoners. De verhalen gingen over onverwachte erfenissen, oorlogsverhalen, vossen en clandestiene visfuiken; te veel om op te noemen. Ze waren echt trots op hun eilanden.
De Eilanders voelden zich ook onder druk gezet door de gemeente om de bomen te rooien, en om de eilanden aan Natuurmonumenten over te dragen. Uit belangstelling kwamen de Eilanders ook in gesprek over de flora en fauna van hun eilanden: hoe ze dat moesten onderhouden en of het wel nodig was om de oevers van beschoeiing te voorzien en het riet te snijden voor de schouw. Door mond-op-mond reclame nam het aantal deelnemers toe, steeds meer was een kan koffie en koek voldoende.
Veenweidegebied en klimaatverandering
Het veenweidegebied in Nederland veroorzaakt circa 5% van de uitstoot aan broeigassen. Logisch dat ook voor deze bron aan reductie wordt gewerkt. Het laagveen boven de grondwaterspiegel oxideert, zo noemen ze dat; het verbrandt in contact met de zuurstof in de lucht, waardoor de bodem daalt en CO2 vrijkomt.
Van de klimaatverandering hebben flora en fauna nu al last in het Wormerveld. Nieuwe gewassen zoals bramen en mossen komen meer voor, de aantallen orchideeën nemen bijvoorbeeld af, en de gans laat zich zien en horen. Een logische keuze tegen de uitstoot is vernatting van de veenweide, maar daarbij kunnen de agrariërs en de natuurbeheerders met hun materieel het land niet meer op. Onderwijl verschraalt de biodiversiteit en neemt de gans het gebied van de grutto over.
Hierover kwamen de Eilanders met elkaar in gesprek, en er werden ook deskundigen bij betrokken. De koffietafel werd steeds meer een informatietafel waar ervaringen en ideeën werden uitgewisseld en gerijpt. Er gebeurde iets met de deelnemers. Ze kwamen stap voor stap uit de beklaagdenbank, en er ontstond iets van trots. Want al gauw werd duidelijk dat op hun private eilanden de gewassen nog stonden, die elders in het Wormerveld aan het verdwijnen zijn.
Ze begonnen zich meer verantwoordelijk voor het Wormerveld te voelen. “Net als vroeger, toen buitenstaanders zich er nog niet mee bemoeiden”, zeiden ze. Met de provincie werd contact opgenomen om de biodiversiteit op hun private eilanden te inventariseren. Vooral uit interesse, maar ook om te zijner tijd als broedkamer aan het herstel van het veld een bijdrage te leveren.
Kleine stapjes, grote verschillen
Gaandeweg wordt duidelijk hoe deze samenwerking van eigenaren van private eilanden ook tot gedragsverandering van de deelnemers leidt. Waarbij de verantwoordelijkheid voor het behoud en beheer van het Wormerveld groeit en de negatieve invloeden van de klimaatverandering worden meegenomen.
Ook het gedrag van de natuurorganisaties en de gemeente wordt door hun beïnvloed: meer coöperatief en meer reflectie. Dat gaat met heel kleine stapjes, met grote verschillen tussen de deelnemers.
Er is zelfs even crisis geweest, toen de ontwikkeling binnen de groep te snel ging. Maar de inventarisatie van de biodiversiteit is gestart en de natuurbeheerders en de gemeente schuiven nu regelmatig bij de koffietafel aan. Zo wordt het initiatief sterker voor alle betrokkenen.
Samenwerking leidt vaak tot gedragsverandering, maar veelal isoleert de groep zich daarbij van de omgeving. Dit initiatief in het veenweidegebied in het hart van het Wormerveld verbindt echter juist zijn omgeving. Daarom ben ik er trots op dat ik ermee ben gestart en dat de groep het initiatief nu verder brengt. Op een heel positieve wijze, met zorg voor de natuur en met aandacht voor de klimaatverandering.
Diversiteit in bouwsector
Van deze ontwikkeling en het proces heb ik veel geleerd wat ook bruikbaar is en zal zijn voor de ‘Gedragscommunity’, waarmee we met een diversiteit aan spelers binnen de bouwsector met elkaar duidelijk proberen te krijgen hoe bewoners zich in een verduurzaamde woning gedragen. Uitgangspunt voor deze community is dat er al veel is onderzocht, en dat het bundelen en analyseren van die resultaten ons veel belangrijke inzichten zal opleveren.
Afgelopen twee jaar zijn een tiental organisaties daarvoor met elkaar aan tafel gegaan. Rapporten werden uit kasten en laden gehaald en met elkaar besproken. Aan de TU Delft werd gevraagd om de stapel te analyseren, om zo de vragen binnen de groep beantwoord te krijgen. Niet alle vragen zijn beantwoord en nieuwe vragen zijn opgekomen tijdens de recente reflectiebijeenkomst. Daarom gaan we de community verbreden, met meer bouwers, woningcorporaties, gemeenten en toeleveringsbedrijven, die we uitnodigen om mee te doen. Om beter duidelijk te krijgen hoe we bij de klimaattransitie in de woningbouw met gedrag rekening kunnen houden.
Het is duidelijk geworden dat groepsgedrag daarbij belangrijker is dan individueel gedrag. Tenslotte zijn huishoudens groepen en wonen de meeste mensen in een woontoren of aan een straat. Hier in het veenweidegebied met de Eilanders ben ik me er extra bewust van geworden. Beide initiatieven hebben elkaar door mij beïnvloed, en mij beïnvloed. Daarom ben ik dankbaar daaraan te mogen bijdragen.
Foto boven Shutterstock, overige foto's Fred Sanders.