1.000 scholen duurzaam slopen
Toen ik 10 jaar geleden de term ‘frisse scholen’ bedacht, kon ik niet vermoeden dat deze zo’n succes zou worden. Anno 2016 praat iedereen in onderwijsland erover. En daar wringt de schoen: iedereen praat erover, maar wie doet er wat?
Ik zie een kopgroep die het dankzij ambitie, vakmanschap en samenwerking lukt om energieneutrale, zelfs energieleverende frisse nieuwbouw te realiseren. Een kopgroep die door heeft dat je na de bouw ook de oplevering, het beheer en het onderhoud goed moet regelen. Dat je daarbij kunt kiezen uit een aantal varianten, van alles zelf doen tot totale uitbesteding. Maar het peloton gemeenten en schoolbesturen lijkt maar te blijven praten over alle problemen. Zij blijven vervolgens inventariseren, plannen maken, discussiëren en de plannen opnieuw verbeteren. Het peloton lijkt wel bevangen door angst om daadwerkelijk keuzes te maken en over te gaan tot actie. Ronduit verbazingwekkend vind ik dat zij daarbij de aanbieders van oplossingen buiten de deur houden. Terwijl de koplopers het al lang hebben bewezen; succes creëer je samen, zonder goede uitvoerder geen frisse school. Is dat onwetendheid? Of een vooroordeel gebaseerd op negatieve ervaringen uit het verleden?
Dramatische situatie
Nog niet de helft van de scholen heeft een groen label. En vergeet niet, met een A-label voor een gebouw ben je pas halverwege energieneutraal. Hoe dramatisch de situatie in Nederland is geeft de onderstaande labelverdeling voor de 918 geregistreerde energielabels voor PO en VO-scholen. Opvallend is dat maar liefst 31% van de scholen voor het basis- en voorgezet onderwijs een dieprood G-label heeft, mijlenver verwijderd van energieneutraal.
Bekijk de afbeelding op volledige grootte
Versleten, vervuilend en slecht geventileerd
Maar bovenal, volgens GGD Nederland beschikt de helft van de scholen in Nederland niet over een gezond binnenklimaat. De VO-raad pleit voor betere kwaliteit van het onderwijs, lagere werkdruk en roostervrije uren voor de docenten om hun lessen voor te bereiden. Tegelijkertijd werken dezelfde docenten iedere dag in een lucht die twee keer viezer en ongezonder is dan de maximale bovengrens die voor kantoorklerken zoals ik geldt.
De jeugd heeft de toekomst, zeggen we, maar deze jeugd moet leren in schoolgebouwen die gemiddeld ruim 40 jaar oud zijn. De gebouwen zijn versleten, vervuilend, slecht geventileerd en beantwoorden niet aan de behoeften van het hedendaagse onderwijs. Voor deze gebouwen geldt hetzelfde als voor oude koelkasten en dieselauto’s: ze doen het nog wel, maar zijn zo milieubelastend dat vervanging geboden is. Natuurlijk is een deel van de oude scholen waardevol en robuust, en verdienen een tweede leven, al dan niet als onderwijsgebouw. Het gaat dan vooral om monumentale scholen met hoge plafonds en gemetselde muren. Het Lyceum in Apeldoorn, waar ik op de HBS ging, is er een voorbeeld van. Maar het gros van de naoorlogse scholen is versleten, lelijk, verkeerd gelegen en daardoor rijp voor duurzame sloop en vervangende nieuwbouw.
Bekijk de afbeelding op volledige grootte
RVO.nl schat dat het gaat om ongeveer 1.000 scholen, naast een even groot aantal scholen dat door demografische en ruimtelijke ontwikkelingen steeds leger komt te staan. Van deze laatste categorie ‘uitlopende scholen’ zal dankzij hun ligging en bouwkundige kwaliteit een aanzienlijk deel wel in aanmerking komen voor herbestemming.
Taboe doorbreken
Ik weet, op slopen plus nieuwbouw van scholen heerst een taboe. Nieuwe scholen zouden niet ruim en ruimtelijk kunnen zijn, vernietiging van ons cultureel erfgoed, niet goed voor het milieu. Maar de bewijzen dat het tegendeel waar is, stapelen zich op, ook op de website van RVO.nl. Als je echt gaat rekenen -integraal qua milieulasten, in de tijd en voor alle betrokken disciplines- wordt het duidelijker: duurzaam slopen en nieuwbouwen is in bijna alle gevallen de beste optie. Daarvoor moeten we aan de slag, vandaag nog.
Stichting Spaarnesant bouwde in Haarlem Plein Oost. De Brede School is fris, energieneutraal en binnen budget gerealiseerd.
Nalatenschap
Al die duizenden bestaande schoolgebouwen, vormen deze dan niet ons cultureel erfgoed? Verdienen zij niet, net als mijn 120 jaar oude woning, een beschermde status? Bij presentaties gebruik ik graag de duurzaamheidsdefinitie van mijn leermeester Jón Kristinsson. Hij zegt:
Duurzaam is alles wat de komende generaties graag willen erven, willen gebruiken en kunnen onderhouden
Jón Kristinsson
Dus de oude schoolgebouwen die onze kinderen willen erven, willen gebruiken en kunnen onderhouden moeten we koesteren. Enkele honderden schoolgebouwen verdienen binnenkort restauratie, renovatie, of herbestemming. Van de overige versleten, verouderde en vervuilende schoolgebouwen moeten we afscheid nemen. Laten we zo snel mogelijk beginnen met het duurzaam slopen.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Hans slaat de sleutel op zijn kop met dit artikel. Het probleem is overduidelijk. De markt bewijst al tijden dat de oplossingen voorhanden zijn. Toch blijven gemeenten en schoolbesturen te vaak de verkeerde keuzes maken, mede doordat ze zelf te weinig ervaring hebben met het vraagstuk. Mijn advies daarom; schakel een ervaren deskundig adviseur in die de weg naar de oplossing al wel kent. Die investering betaald zich in ieder geval ruimschoots terug. Daarom; laten we zo snel mogelijk beginnen met duurzaam slopen en het realiseren van duurzame scholen.
De hoge bezettingsgraad oftewel het grote aantal personen dat zich tegelijkertijd in een school bevindt resulteert in slechte luchtkwaliteit ten gevolge van onvoldoende ventilatie. Bij een lagere bezettingsgraad, zal een schoolgebouw voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden, waarbij hoofdzakelijk de isolatie moet worden aangepast. Voor een een flink aantal van de scholen in krimpgebieden kan dit hergebruik dan ook van toepassing zijn. In termen van duurzaamheid is hergebruik aan te bevelen.
voortreffelijk! Hard nodig en win-win situaties binnen handbereik: minder zieke leraren, schoolprestaties verbeteren, minder vervuiling en nieuw denken. toekomstgericht.
‘1000 scholen slopen is te kort door de bocht’ Duizend scholen duurzaam slopen en weer opnieuw bouwen. Deze oproep van Hans Korbee, adviseur bij RVO, onlangs in een column in Duurzaam Gebouwd vindt Olivier Lauteslager, programmamanager van School vol Energie veel te kort door bocht. “Korbee gaat hiermee namelijk voorbij aan de mogelijkheden die Nul op de Meterrenovaties kunnen bieden.” Met zijn oproep zegt Korbee vooral een taboe te willen doorbreken. Op slopen en nieuwbouw van scholen heerst volgens hem een taboe. Ook vindt hij het gros van de naoorlogse scholen versleten, lelijk, verkeerd gelegen en daardoor rijp voor duurzame sloop en vervangende nieuwbouw. Vooropgesteld, Korbee heeft naar mijn mening ongelofelijk veel gedaan voor het thema Frisse Scholen. Niet alleen heeft hij het programma bedacht, Korbee heeft er mede voor gezorgd dat we staan waar we nu staan. Met zijn gedrevenheid in gedachten begrijp ik zijn teleurstelling, dat het peloton van gemeenten en schoolbesturen de kopgroep met duurzame oplossingen nog niet omarmt. Het is echter te kort door de bocht om daarom maar de sloopkogel door 1000 scholen te jagen. Hoe duurzaam die kogel ook is (als zoiets al bestaat?). Het bewijs dat met nieuwbouw energieneutrale scholen kunnen worden gebouwd, is wel geleverd. Dat we dit nog niet met een duurzame renovatie hebben gedaan komt omdat de goede vraag om te renoveren nog nooit is gesteld. Want tussen die grote hoeveelheid lelijke en versleten scholen van Korbee, zitten echt een heleboel gebouwen die in ruimtelijke zin nog prima bruikbaar zijn. En met het duurzaam renoveren van die scholen kan een hele grote kwaliteitsslag worden gemaakt voor minder geld dan bij nieuwbouw. Snelheid is ook geen argument. Immers, voor nieuwbouw moeten de budgetten via het Rijk en gemeenten worden gealloceerd. Er worden nu zo’n 150 scholen per jaar nieuw gebouwd waarvan de kwaliteit, ondanks ook enkele goede koploper voorbeelden, vaak ondermaats is of zelfs problematisch. Als we 1000 schoolgebouwen nieuw willen bouwen en dat moet allemaal via de budgetaanvragen lopen, dan zijn we zo jaren verder voordat er een start gemaakt kan worden, en nog eens jaren later voordat ze opgeleverd zijn. Dit is een hele lange weg, waarbij in de tussentijd niets veranderd voor de leerlingen en leerkrachten in bestaande schoolgebouwen. We zien daarnaast dat er concrete belangstelling van marktpartijen is om Nul op de Meter renovatieproducten te ontwikkelen. Meer dan negentig marktpartijen waren in februari op een introductiebijeenkomst afgekomen. Uiteindelijk hebben we uit het grote deelnemersveld vier consortia geselecteerd met wie we weer een stap verder gaan. Het centrale uitgangspunt is dat door het inzetten van de exploitatielast een stuk financiering voor de duurzame renovatie mogelijk wordt gemaakt. Dat is op grote schaal nog niet gebeurd maar die omslag kunnen we organiseren. Een lonkend perspectief waarmee de natuurlijke neiging om te wachten op nieuwbouw kan worden doorbroken. Desalniettemin is kwalitatief goede nieuwbouw zeker ook nodig, maar de opgave voor duurzame renovatie of vernieuwbouwing is vele malen groter! Olivier Lauteslager Programmamanager School vol Energie
Om scholen om te kunnen bouwen is eigenaar van het pand en grond een belangrijke factor. De scholen staan per definitie op gunstige locaties voor en in de woonwijken. De gemeentes kunnen dus kijken welke publieke en particuliere behoeften bestaan, ook voor speciaal onderwijs. Dat speciale onderwijs, bijvoorbeeld voor ouderen en minder geletterden heeft een veel lagere bezettingsgraad dan klassikaal onderwijs. De ventilatienormen voldoen dan wel. De isolatie en het sanitair moet dan worden aangepast. Ook buurtkringloop en reparatiecentra zijn mogelijk. Buurthuizen waar iedereen zijn boeken kan brengen en die als bibliotheek en theehuis gaan fungeren, kleine start-up ateliers, gymnastiek, enzovoort. Bij langer individueel thuiswonen hoort ook een betere gemeenschapsinfrastructuur.
Mooie reacties op mijn blog: instemming (Adriaanssen, Rote), aanvulling (Nienhuys) en nuancering (Lauteslager) Overigens heb ik niets tegen ingrijpende renovatie, maar in 70% van de gevallen zal blijken dat het resultaat minder duurzaam en/of duurder is dan sloop en nieuwbouw (LCC). Daarnaast zijn er nog 2.000 ‘matige’ scholen waarvan energiegebruik, binnenklimaat en onderhoudstoestand bijvoorbeeld door een ESCo op minimaal klasse C van het PvE Frisse Scholen moet worden gebracht. En 4000 ‘redelijk tot goede scholen’ die vragen om duurzaam beheer en onderhoud door de Installateur+. Zie de 'Krachtenveldanalyse verduurzamen schoolgebouwen PO en VO'. Dus nogmaals: aan de slag voor onze kinderen en toekomst.
ik wil graag op de hoogte gehouden worden