Opschalen in verduurzaming geen utopie: ‘Alle kantoren duurzaam en gezond!’
- Artikel
- Gezond binnenklimaat
Versnelling en opschaling: twee elementen die als essentieel worden bestempeld om de achterstand op de klimaatdoelstellingen van Parijs in te lopen. Innovatieve verduurzamingsconcepten helpen om die broodnodige snelheid te halen en voor de woningbouw is er inmiddels genoeg keuze in oplossingen. "Voor de utiliteitssector zien we minder conceptuele verduurzamingsoplossingen en als ze er zijn weten ze mogelijke subsidies wat minder goed te vinden”, geeft Orin Tijsse Klasen van TKI Urban Energy aan. Daar lijkt echter verandering in te komen.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Ultraware
Dat is te danken aan Comforest, dat kantoren en andere utiliteitsgebouwen helpt om energieneutraal of zelfs energieleverend te worden. Eerder berichtte Duurzaam Gebouwd al dat een belangrijk deel van de energielabel-plichtige kantoren onvoldoende voorbereid is op de toekomst en nog niet klaar is voor 1 januari 2023, het moment waarop kantoren groter dan 100 vierkante meter minstens een Energielabel C moeten hebben. Kantooreigenaren die willen verduurzamen komen ondertussen steeds vaker in een wachtrij, omdat het menselijk kapitaal ontbreekt om de energiebesparingsmaatregelen door te voeren. Dat we op een andere manier moeten inspelen op deze ontwikkelingen, beaamt Serge de Mul CEO van Comforest: “We zien sectorbreed dat er een gebrek is aan mensen die de verduurzaming in de praktijk kunnen realiseren, zoals installateurs. Deze bloedgroep moeten we effectiever laten werken en laten doen waar ze goed in zijn. Dat kan door met een andere bril te kijken naar het verduurzamingsproces.”
Data combineren
Die alternatieve blik vinden we terug in het concept Comforest, dat de volledige verduurzaming van kantoorgebouwen naar zich toe wil trekken. Data gecombineerd met beproefde installatietechniek moet de reis naar energieneutraal of energieleverend voor iedereen mogelijk maken, zonder uitzonderingen. “Het begint allemaal bij inzicht verkrijgen en dat is eenvoudiger dan je denkt. Aan de basis staan de kerngegevens rondom bijvoorbeeld het aantal vierkante meters, de functies van de verschillende ruimtes in het gebouw en gas- en elektriciteitsverbruik. Dat combineren we met informatie over de thermische schil, de transmissieberekeningen en de luchtdichtheid, onderzocht met infrarood- en blowerdoortesten.”
Ook op het gebied van gezondheid en comfort wordt data inzichtelijk gemaakt: “We meten in elke ruimte de temperatuur, luchtvochtigheid en CO2. Daarnaast wordt het stroomverbruik van grote verbruikers continue vastgelegd. Mochten we meer bewijslast nodig hebben, dan kunnen we meer data toevoegen om een nóg beter beeld te krijgen.” De sensoren zijn zowel in bestaande bouw als nieuwbouw onder te brengen en ook gebouwen die al aardig wat jaren op hun kavel staan kunnen hiermee uit de voeten. “In de meeste gevallen kun je de sensoren vrij gemakkelijk plaatsen in het pand. Als er geen internetverbinding toegankelijk is, dan kunnen we altijd aan de slag met een 4G-router.”
Kiezen voor toekomstbestendigheid
Na het zetten van de eerste stap is daarmee duidelijk waar de mogelijke energie- en comfortwinst te halen valt. “Je kunt het daarbij laten, maar kiest dan natuurlijk niet voor toekomstbestendigheid. Als je een stap verder zet, dan ga je kijken naar hoe je slim kunt schakelen en alleen energie verbruikt als het echt niet anders kan.” Het is duidelijk dat op laatstgenoemde vlakken grote winst te behalen valt: de energie vliegt nog steeds op veel verschillende plekken zo het pand uit. “Veel gebouwen laten luchtbehandelingskasten bijvoorbeeld doorwerken op uren waarop het niet hoeft, waardoor je zomaar veel van je warmte of koude weggooit. Of noodverlichting en netwerkswitches of wifi apparatuur die nodeloos energie gebruiken terwijl er al urenlang niemand meer in het pand is. Dit is eenvoudig aan te pakken. Zonde, dus slimmer schakelen en aanpakken die energievreters.”
Op de foto: Serge de Mul van Comforest
Blokkendoos en machine learning
Quick wins zijn er meer dan genoeg. De Mul laat een dashboard zien met een verzameling van ruimtes waar onder andere de temperatuur, CO2 en luchtvochtigheid wordt gemeten. “Zie het gebouw als een blokkendoos en verzameling van ruimtes, waarbij je per ruimte probeert om inzet van energie zo laag mogelijk te houden als er niemand is en comfort optimaal als er wel iemand aanwezig is in die ruimte. Ieder blokje heeft eigen transmissievolumes en is individueel te optimaliseren. De optelsom is een gebouw dat zo min mogelijk energie gebruikt.” Die verbeteringsslag vindt onder andere plaats dankzij machine learning en zelflerend vermogen door met verschillende parameters te rekenen. “Aan de hand van die berekende situaties, kom je tot een optimum en daarmee wordt niet alleen het energieverbruik verder beperkt, maar krijgt ook je comfort een grotere boost. Als je de impact van deze methode ziet, dan begrijp je dat je een pand met een gebouwbeheersysteem op een generieke manier nooit optimaal kunt aansturen.”
Het complete artikel 'Opschalen in verduurzaming geen utopie: 'Alle kantoren duurzaam en gezond!' lees je in het digitale magazine van Duurzaam Gebouwd over het thema Gezondheid, dat begin juli 2022 uitkomt. Je vindt het digitale magazine binnenkort in onze kennisbank.