De groennorm voor steden: een reflectie
‘Vele miljarden nodig voor vergroening van steden’, zo kopte dagblad Trouw recentelijk. In het rapport, dat onlangs aangeboden werd aan demissionair ministers Hugo de Jonge en Christianne van der Wal, staat het advies om de komende jaren 200 km² extra groen aan te planten. In dit artikel geef ik mijn reflectie en denkrichting mee vanuit NL Greenlabel over de groennorm.
De voornaamste tip die het rapport van Sweco, in opdracht van ANWB, Natuur en Milieu en Staatsbosbeheer aan de Jonge en Van der Wal geeft is: maak een norm waarin biodiversiteit, klimaat en gezondheid voor mensen even belangrijk zijn. Een andere tip is, denk niet alleen aan gras en bomen. Struiken en bloeiende planten zijn eveneens belangrijk. En zorg dat de norm ambitieus is, maar wel haalbaar en financieel. Ook wordt in dit rapport een nulmeting genoemd waaraan de vergroening meetbaar is.
Meer groen juichen we als NL Greenlabel toe, alsmede de beoogde positieve impact die ermee gemoeid is. En een normering kan als basis daaraan bijdragen. NL Greenlabel heeft hiervoor de handschoen opgepakt door in 2019 het initiatief te nemen om natuurinclusief bouwen tot norm te verheffen d.m.v. een brief aan drie ministeries. Mede hierdoor is er meer aandacht gekomen voor dit onderwerp zoals aanpassing van het BBL, het programma GIOS en de Klimaatmeetlat. Goed dat dit onderwerp nu ook politiek op de kaart komt te staan.
Reflectie en denkrichting
Ondanks dat we de inhoud van dit rapport nog niet kennen, geven we alvast onze reflectie en denkrichting mee aan de aangeschreven ministers:
- Een norm die te juridisch is, kan ook voor problemen zorgen zoals extra regelgeving voor gemeenten die toch al zo'n complexe opgave hebben. Denk aan Kader Richtlijn Water, de Omgevingswet, diverse provinciale convenanten en o.a. De Klimaatmeetlat. Een richtlijn zou daarentegen wel wenselijk kunnen zijn.
- In de Omgevingswet is al opgenomen dat de kwaliteit van de leefomgeving centraal moet komen te staan wat zou moeten leiden tot meer groen en een gezondere leefomgeving.
- Groen erbij alleen is niet een doel op zich. Groen kan mede zorgen voor gezonde, biodiverse, klimaatadaptieve leefomgeving en aantrekkelijke buurten. Het soort groen en de wijze van beheer is daarin van cruciaal belang, gekoppeld aan de uitgangspunten van o.a. Basis Kwaliteit Natuur. Een integrale aanpak is dan ook vereist en het meetbaar maken van ambities ook.
Financiering
Vervolgens blikken we op de financiële kant van het verhaal. Er is een flinke investering gemoeid met de voorgestelde maatregelen:
- Het bedrag van 20,7 tot 45,5 miljard euro is zeer hoog en daarmee politiek onhaalbaar in onze ogen. Het omvormen van bestaand beheer kan ook grote impact hebben en bespaart zelfs geld zoals met ‘rewilding’ het geval is. Of als je ‘nature by design’ als uitgangspunt neemt.
- Ook kunnen belastingmaatregelen helpen voor ondernemers om meer groen aan te brengen op hun bedrijfsterrein. Of het geven van incentives aan particulieren om in de tuin aan de slag te gaan zodat die groener worden. Gezien het areaal aan tuinen en bedrijfskavels in Nederland, kan zo veel sneller een grotere impact worden bereikt dan wanneer de focus op alleen de openbare ruimte zit. Een label analoog aan dat van een energielabel, maar dan voor tuinen biedt hiervoor uitkomst.
- Om ervoor te zorgen dat er substantieel meer groen komt in de leefomgeving, is ook aandacht nodig voor het omscholen van groenvoorzieners en o.a. beheerders. Datzelfde geldt voor de planvormingsprocessen binnen gemeenten om te komen tot een integrale aanpak van ambitie en visie tot en met realisatie, beheer en monitoring. Met dat laatste is NL Greenlabel al volop bezig met het Register Duurzame Leefomgeving als monitoringsplatform.
Oplossingen en initiatieven
Vervolgens kijken we naar oplossingen in de markt en initiatieven die zijn opgezet en een bijdrage leveren aan bewustwording en toepassing van meer groen. Is er al voldoende op de markt en gebeurt er voldoende?
- De markt voorziet al in adequate oplossingen zoals NL Greenlabel die met de integrale methodiek (w.o. Klimaat, Gezondheid en Biodiversiteit) reeds werkt met gemeenten, provincies, ontwikkelaars en groenvoorzieners om te komen tot aantoonbare vergroening en verduurzaming waarbij de opgave integraal wordt aangevlogen.
- De Groene Stad Challenge heeft voor 125 gemeenten het aanwezige groen in beeld gebracht op wijkniveau door hen inzichten te bieden waar verbeteringen mogelijk zijn. In de basis is dit al een nulmeting zoals benoemd in het artikel waarbij de initiatiefnemers dit graag landelijk dekkend zouden willen maken.
- Het initiatief Groene Cirkels Groene Gezonde Steden biedt een platform voor kennisdeling en het adresseren van ‘wicked problems’ waar Lodewijk Hoekstra kwartiermakend ambassadeur voor is. Dit initiatief richt zich juist op het vergroenen van steden en dan in combinatie met de opgave voor gezondheid waarbij diverse gemeenten en partijen zijn aangehaakt.
Conclusie
Onze conclusie is dat er al veel is en er ook al veel goed gaat. Het is cruciaal om te zorgen voor een versnelde koppeling tussen publieke en private doelstellingen. Zo kunnen we een antwoord geven op de grote opgaven van klimaatverandering en het prangende verlies van biodiversiteit. De genoemde initiatieven (en daarnaast nog vele anderen) die er al zijn, kunnen dus bijdragen aan de beoogde vergroening (mits de aanpak integraal is en doelen meetbaar zijn). Heldere kaders en richtlijnen vanuit het Rijk zijn zeer welkom, maar in de ogen van NL Greenlabel niet afdwingbaar in combinatie met alles wat al speelt voor gemeenten. “We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden en daarmee kunnen veel kosten worden bespaard. Het grootschalig faciliteren van de transitie met instrumentaria, kennis, onderzoek en een nationale aanpak op het gebied van data en monitoring zijn key", aldus Lodewijk Hoekstra.
Zie ook onze LinkedIn-post met de inhoud van dit artikel en afbeeldingen.
Tekst: Lodewijk Hoekstra