Een ESCo is geen wondermiddel
De laatste tijd zoemt het woord ESCo (Energy Service Company) rond bij vrijwel alle besprekingen over ontwikkelen en bouwen. Van installatiebedrijf tot gebiedsontwikkelaar, ze hebben het er over. Hoewel een ESCo er in sommige business cases voor kan zorgen dat investeringen op gang komen, wordt het ook vaak gebruikt als laatste redmiddel.
We weten het niet meer, dan maar een ESCO. Ik onderken de toegevoegde waarde van het instrument maar het is zeker niet altijd de Haarlemmerolie zoals het nu vaak wordt ingezet.
Hoe werkt het?
In de meest eenvoudige zin is een ESCo een alternatief voor het leveren van een product dat een relatief hoge investering vergt (bijvoorbeeld een CV-ketel). Hoe werkt het? Het resultaat van het product, in dit geval warmte, wordt geleverd als een dienst waar je maandelijks voor betaalt. Voordeel is een lagere initiële investering, ‘nadeel’ een langer durende verplichting om maandelijkse termijnen te betalen.
Op deze manier kunnen ook andere diensten worden geleverd die voorheen nog vooral als product in de markt zijn gezet. Denk aan koude en licht. Philips heeft al proposities waarbij ze wordt afgerekend op het leveren van licht. De lampen blijven dus eigendom van Philips. Dit is vooral handig als er schaarse grondstoffen in verwerkt zijn. Het sluit dan ook aan bij het begrip circulaire economie, maar het sluit ook aan bij de maatschappelijke trend dat het niet meer zo zeer gaat om het hebben (bezit), maar de mogelijkheid om het te gebruiken (delen). Zie ook, car-sharing, couch-surfing, gereedschap delen, et cetera.
Investering aantrekkelijker
Waar werkt het principe goed? Nu geld schaars is zorgt de ESCo ervoor dat investeringen in duurzame installaties voor gebouwen toch kunnen worden gedaan. Doordat er niet alleen sprake is van uitgestelde betaling maar ook van een inverdieneffect door de zuinigere installatie, wordt bovendien de investering aantrekkelijker. Een ander voordeel is dat de leverancier van de dienst er belang bij heeft om een goed product te leveren en om innovaties snel door te voeren in een bestaand product. Op die manier heeft hij minder storingen en uiteindelijk minder productiekosten.
Toch zal iemand de initiële investering moeten doen. Ook de aanbieder van de ESCo heeft geld nodig en de vraag tegen welke rente kan worden geleend bepaalt sterk of het aanbod aantrekkelijk wordt. Transparantie is daarbij niet altijd in het belang van de aanbieder. Wat betaal je als consument uiteindelijk na de looptijd? Hoe lang loopt het contract? Welke service krijg je? Nu zie je bijvoorbeeld al dat garantie wordt verpakt in een ESCo zodat een aanbieder betaald krijgt voor iets wat toch al moest worden gegeven (after sales service).
Wildgroei
Verder ontstaat er een wildgroei aan aanbieders. Installatiebedrijven bieden ESCo’s aan voor hun ketels, bouwbedrijven bieden het aan voor de technische installaties, gebiedsontwikkelaars bieden het aan bij warmtelevering vanuit een collectief systeem. Energiebedrijven bieden het zelfs aan bij corporaties ten behoeve van de renovatie van woningen. Op die manier vindt een vorm van koppelverkoop plaats en wordt de keten omgedraaid. Welke kennis of belang is dominant bij renovatie? Is dat de bouwkundige of de installatietechnische kennis; of is financiering het belangrijkste argument?
Kortom, een ESCo kan een oplossing zijn voor bepaalde problemen in de gebouwde omgeving en sluit aan bij een aantal maatschappelijke trends. Het concept werkt het beste als er iets terug te verdienen valt (duurzamere installaties) en het belang van de eindgebruiker voor ogen wordt gehouden. Maar het moet zeker niet worden gezien als een alternatieve manier om marges sterk te verhogen of klanten langjarig aan de ketting te leggen.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Scherpe en heldere analyse. Hopelijk helpt het meer mensen beter te kiezen tussen het Engeltje uit de Hemel en de kleren van de keizer. Of verstandig ergens daar tussen.
Robert, dank voor je betoog. Het is helder wanneer een esco niet moet worden ingezet, maar nog niet helemaal wanneer wel. Is het een idee om daar randvoorwaarden en/of uitgangspunten voor te maken die een juiste afweging voor wel/geen esco verhelderen en vereenvoudigen?
Volgens mij laat het artikel veel ruimte voor momenten waarop het wel goed inzetbaar is. Het is een goed idee om dit te concretiseren in een vervolgartikel. Suggesties zijn natuurlijk welkom
Met excuses Robert, ik mis in je verhaal de essentie van een ESCo-aanpak, namelijk het werken met prestatiecontracten. Een ESCo garandeert een bepaalde energiebesparing en het verdienmodel is gebaseerd op het bereiken van deze besparing. De wijze van financieren is niet essentieel, dit kan geld van de klant zijn, geld van de ESCo of geld van een bank. Zie ook de whiteper op www.agentschapnl.nl/esco. Met dank voor het aanzwengelen van de discussie
Bedankt voor de verwijzing. Het klopt dat prestatiecontracten vaak onderdeel uitmaken van een ESCo, maar ik heb juist willen pleiten voor een vrijere definitie. De financiering is denk ik toch altijd cruciaal want ook bij energiebesparende maatregel is er een inverdientijd die overbrugd moet worden.
Robert, mooi om te lezen dat je je expertbijdrage begint met de waarneming dat ‘De laatste tijd het woord ESCo (Energy Service Company) rondzoemt bij vrijwel alle besprekingen over ontwikkelen en bouwen.’ Dat was 5 jaar geleden wel een tikkeltje anders, toen ik als Agentschap NL’er voor het eerst tegen dit onderwerp aanliep. Toen was het ESCo-concept in landen als Duitsland en de VS al gemeengoed, terwijl in Nederland de term ESCo nog zo goed als onbekend was. Ik zie zeker meerwaarde voor ESCo’s bij het integraal bouwen/renoveren en beheren van klimaatinstallaties of zelfs hele gebouwen. Van de vijf elementen van DBFMO (Design Build Finance Maintain en Operate) levert m.i. de ESCo in ieder geval de D, B, M en O van een verduurzamingsproject. Deze vier aspecten garanderen de opdrachtgever een bepaalde kwaliteit van dienstverlening; niet alleen op het moment van oplevering, maar óók gedurende de looptijd van het prestatiecontract. En dat laatste is in mijn ogen een verbetering ten opzichte van traditionele wijzen van opleveren en beheren van gebouwen. Wat betreft de financiering van projecten, de ‘F’ in DBFMO: op basis van DBMO garandeert de ESCo een bepaalde kasstroom. En deze kasstroom kan de opdrachtgever gebruiken om de financiering van het project in te vullen. Dat kan zijn door hem zelf, door een externe financier, of wellicht door de ESCo. In mijn ogen staat financiering niet centraal in een prestatiecontract met een ESCo; wel het integraal ontwerpen, bouwen en onderhouden. Ook voor mij is het ESCo-concept niet de spreekwoordelijke Haarlemmerolie. Het kan wel een belangrijke bijdrage leveren aan het integraal verduurzamen van gebouwen en kan tevens een middel zijn om de financiering van projecten op gang te brengen.
Beste Robert, De inverdientijd behoort onderdeel uit te maken van de Business Case. Daarnaast is het zo dat een ESCo altijd werkt op basis van KPI's, vastgelegd in een prestatiecontract. De ESCo levert gedurende een bepaalde periode een dienst en wordt hierop afgerekend. Anders betreft het alleen een Lease bedrijf wat een product op afbetaling levert. Marc Hopman, AT Osborne
Beste Robert, bedankt voor je bijdrage aan het ESCo-debat. Je hebt gelijk, de term ESCo zoemt rond bij bijna elke vergadering rondom bouwen en ontwikkelen. En dat is niet voor niets, vaak biedt een ESCo veel voordelen. Maar zoals je ziet zijn er in elke zich ontwikkelende markt veel partijen actief die een graantje willen meepikken van een succesvolle ontwikkeling. In deze ontwikkelende markt ontstaat, onder andere door gebrek aan kennis en ervaring, wildgroei. Maar, mits goed toegepast, kan een ESCo heel veel toegevoegde waarde bieden. Bij een ESCo toegepast op de revitalisering van bestaande gebouwen wordt een meerjarige samenwerking gestart, die niet “omgedraaid” maar gezamenlijk op zoek gaat naar de beste passende financieringsmethode, de beste energieprestatie, de sterkste CO2 reductie, maximaal comfort enz. De insteek van de samenwerking verschuift hier van een technisch of bouwkundig trucje naar het oplossen van een gemeenschappelijk bedrijfkundig vraagstuk. Het fundament onder een succesvolle ESCo is transparantie, vertrouwen en samenwerking. Met andere woorden, ik vind de ESCo een verrijking van het pallet aan mogelijkheden om te komen tot een meer duurzame samenleving en voorspel en veelbelovende toekomst voor dit soort contractvormen.