Wakker worden met… Felix de Bever
- Gebouwschil
- Artikel
Vroeger heette het bedrijf Omnicol Afbouwchemie, maar het woord ‘chemie’ is er bewust afgehaald. Nu is Omnicol, zoals het zelf zegt, ‘groen tot in de vezels’. Een vrolijke illustratie op de website van de onderneming maakt dit zichtbaar. Duurzaamheid gaat volgens algemeen directeur Felix de Bever echter beslist verder dan een plaatje.
Opvallend hoe Omnicol 'groen tot in de vezels' communiceert. Met een verwijzing naar Wikipedia. Een bewuste keuze?
“Uiteraard is het een bewuste keuze. Certificaten en al het papierwerk eromheen maakt bij een aantal mensen een goede indruk, maar wat houdt het in? Wij hebben het anders aangepakt en geprobeerd te visualiseren, waarmee wij bezig zijn en wat naar onze mening ook echt 'groen' is.”
Alle aspecten van groen in een vriendelijke jaren ‘70-stijl…
“Ja, maar de formalisering van ‘groen’ komt er wel aan voor Omnicol. Wij investeren volop in de EPD's (Environmental Product Declaration) voor onze producten. Dat betekent: informatie verzamelen en externe bureaus inhuren. Daar komen uiteindelijk per product rapporten uit, daar is geen ontkomen aan. Ik ben daar ook blij mee, het is een Europese standaard en dus doet niet ieder land zoiets apart. Want als dat zou gebeuren, krijg je onvergelijkbare zaken.
U levert producten die men als 'chemie' ervaart. Is dat lastig?
“Onze oude naam was Omnicol Afbouwchemie. ‘Chemie’ was in de jaren 60 heel hip, want vooruitstrevend. Dat sloeg helemaal om in de jaren ‘80, want toen stond ‘chemie’ voor gif, smerig en vervuilde grond. Daarmee wilden wij niet geïdentificeerd worden, dus verdween dat tweede deel uit onze naam. Wat wij doen als Omnicol, mag best gezien worden: ontwikkelen, samenstellen, mengen, verpakken en in de markt zetten van oplossingen voor het professioneel verlijmen van bouwmaterialen.”
Hoe bekend is de markt met de producten?
“Omnicol draait op 2 productlijnen. Dat is de afbouw met tegellijmen en alles daaromheen, zoals egalisatie, waterdichting, voegmortels plus toebehoren. De andere – wat minder bekende – activiteit is ruwbouw met producten kalkzandsteen-, beton en baksteenlijm naast speciale mortels. De baksteenlijm is een Omnicol-uitvinding. Onze afzetmarkt is vooral België en Nederland. Kleinere hoeveelheden verkopen we in Noord-Frankrijk en Duitsland. Maar ook in Het Verenigd Koninkrijk zetten we onze producten af. Zo wordt een uitbreiding van het Tate Modern opgeleverd, waarbij onze baksteenlijm is gebruikt.”
Ik lees ook dat u afnemers begeleidt bij gebruik
“Dat is het laatste stapje eigenlijk. Dat we begeleiden is – behalve wat aansprakelijkheid betreft – ook een binding met de klant. Wij zijn een projectorganisatie en adviseren gericht op projecten die wij volgen in de tijd, dus van aanbesteding tot uitvoering. Het gaat erom in het bestek terecht te komen, het product te verkopen, dat toe te laten passen en dat vervolgens te controleren. Daarvoor is in het bedrijf een digitaliseringsslag gemaakt met CRM-software waaraan een projectmodule is gekoppeld. Zo is het mogelijk projecten in de tijd te volgen.”
Dat klinkt slim.
“Je kunt wel elke dag buiten staan om te kijken of je iets ziet gebeuren op een locatie, maar dat werkt niet. Onze projectmanager houdt bijvoorbeeld contact met architecten om te weten, wanneer het startsein voor een project gegeven wordt. We hanteren een pull-strategie, we willen dus vraag creëren. Gepland volgen wij een lead op met een vertegenwoordigerscontact of een bezoek door een technisch specialist. Het gaat erom op het juiste moment erbij te zijn. Planmatig werken voorkomt ook dat onze mensen onnodig veel kilometers maken. Dat is duurzaam denken en doen, naast gewoon efficiënt.”
Wat brengt productontwikkeling?
“We zijn bezig met CO2-reductie bij de productie van cement. Nu nog is vrijwel alles gebaseerd op Portland-cement, maar gaan over naar producten die vliegas of een hoogovenslak bevatten. Die bestanddelen zorgen ook voor binding, zonder dat daarvoor gestookt moet worden. Want daarbij komt CO2 vrij. We komen dit jaar met ons nieuwe cementproduct. Daarnaast gaan we overschakelen van papieren naar kunststof – polyethyleen – verpakkingen voor onze bouwplaatsproducten. Papier lijkt misschien duurzaam, maar het heeft nadelen. Het is gevoelig voor vocht. Polyethyleen is licht, er is minder van nodig om product in te verpakken en de bewaartijd van de inhoud is het dubbele van die bij papier. Daar wordt iedereen beter van en de techniek maakt het mogelijk dat nu grootschalig in te zetten.”